Het hanteren van overhead value analyses vindt al jarenlang plaats in het Nederlandse bedrijfsleven. De huidige economische ontwikkelingen zetten het onderwerp momenteel weer in het middelpunt van de belangstelling.
'Cash is king', zo weet menig succesvolle CFO. En toch blijkt keer op keer dat het liquiditeitsbeheer faalt. Met als gevolg dat menige in aanleg gezonde onderneming sneuvelt. Door cashflow forecasting een prominente plaats te geven in het beheer van liquiditeiten, kan zo'n voortijdig einde worden voorkomen.
In veel ondernemingen is men de afgelopen jaren aan de slag gegaan met prestatiemanagement door het introduceren van concepten als de balanced scorecard, activity based management en value based management. Vaak onder bezielende leiding van de CFO, die zich steeds meer ontwikkelt van een passieve hoeder en bewaker van prestatie-informatie naar die van actieve richtingaangever en aanjager van de organisatie. Maar vaak worden de prestaties die men vooraf voor ogen had niet gerealiseerd. Wat gaat er mis? En wat kan er beter?
Na het inklappen van de beurskoersen proberen boze beleggers schade te verhalen op cfo's en andere bestuurders. Jarenlange slepende procedures liggen in het verschiet. Toch hoeven cfo's nauwelijks bang te zijn.
Als CEO van DAF trucks ontdekte Cor Baan hoe belangrijk ervaring in herstructurering is. Daarom bepleit hij de aanwezigheid van een deskundige in iedere Raad van Commissarissen. 'Nu herstructureren een continue activiteit is geworden, moet zulke expertise direct ter beschikking staan van de onderneming.'
Vanaf 2005 moeten aan Europese beurzen genoteerde ondernemingen hun jaarrekening opmaken volgens de International Financial Reporting Standards. Dat heeft de Europese Commissie onlangs besloten. Invoering van de IFRS - voorheen de International Accounting Standards - is de meest ingrijpende verandering in de financiële verslaggevingsregels sinds de invoering van de Wet op de Jaarrekening, nu ruim dertig jaar geleden. De consequenties voor de verslaglegging van Nederlandse ondernemingen zijn dan ook aanzienlijk.
De balanced scorecard, ruim tien jaar geleden ontwikkeld door de Amerikaanse hoogleraren Kaplan en Norton, wordt door steeds meer organisaties toegepast voor de aansturing en de daarbij behorende prestatiemeling. Wat is de balanced scorecard eigenlijk en wat kan ermee worden gedaan? Inzicht in de top-tien van valkuilen in het implementatietraject maakt u een goede sparring partner voor de directie, wanneer invoering van de BSC in uw organisatie wordt overwogen.
Risicomanagement bij bedrijven ontaardt in de praktijk snel in "form over substance" gedrag en is daardoor weinig effectief. Hoe kan dit worden voorkomen?
Steeds meer bedrijven hebben de neiging op hun financiële functie het stempel CFO te plakken, terwijl het bijvoorbeeld in de praktijk vaak nog steeds gaat om de functie van financieel manager. Helemaal niet erg, maar wildgroei ligt op de loer.
Ahold, Enron en Worldcom mogen dan de financiële wereld doen trillen, in de polder rommelen de Nederlandse bedrijven er ook op los. Maar omdat ze zo weinig schade aanrichten en omdat justitie er niet achteraan zit, worden ze nauwelijks opgemerkt.
Zoals ook op het recente congres van de Unie van Waterschappen weer is gebleken, is management informatie een 'hot issue' binnen de waterschapswereld. Er valt dan ook veel te verdienen met een goede managementinformatie. Zowel in bestuurlijke zin als in operationele zin.
Managers worden steeds vaker geconfronteerd met aspecten van de kenniseconomie. Een van de grootste problemen is het gebrek aan een interdisciplinaire aanpak. Elke discipline probeert met eigen hulpmiddelen de problemen op te lossen en de analyses uit te voeren. Hierdoor overlappen de activiteiten van belanghebbenden inclusief controllers elkaar en gaat er kostbare tijd en geld verloren. De eisen van deze tijd sluiten echter goed aan bij de ontwikkeling van het vak van controller van scorekeeper naar business partner. Deze ontwikkeling zal versneld kunnen worden indien gebruikgemaakt wordt van kennis en ervaring uit andere disciplines.
Prestatiemanagement krijgt deze dagen steeds meer aandacht, zowel van de wetenschappelijke wereld als van de praktijk het bedrijfsleven, de overheid en non-profit organisaties. Er is uitgerekend dat sinds 1994 elke vijf uur van een werkdag een nieuwe publicatie over prestatiemanagement verschijnt, en er zijn inmiddels meer dan 12 miljoen websites gewijd aan het onderwerp.
ABN AMRO MKB Factoring is het eerste factoringsysteem voor het Nederlandse midden- en kleinbedrijf, dat geheel elektronisch werkt. Een primeur voor Nederland. Snel, accuraat met continu overzicht van de laatste stand van zaken. Een systeem in gestandaardiseerde vorm met hoge kwaliteit. Cash Flow sprak met mr. Arjan de Liefde, directeur IFN Commercial Factors en drs. Wim Diepenbroek, adjunct directeur Sales Management ABN AMRO op het IFN-kantoor te Rotterdam.
Het horen van de term factoring doet bij slechts een klein aantal mensen een belletje rinkelen. Het is een term die vaak wordt verward met financiering van debiteuren. Maar factoring is méér dan dat! Het maakt deel uit van een nóg groter geheel, namelijk handelsfinanciering. Hoog tijd voor een duidelijke uitleg. Cash Flow ging te rade bij Tanno Pieters, Manager Commercie van De Lage Landen Trade Finance.
Uit een oogpunt van controlling is het belangrijk snel een indruk te kunnen krijgen van de werkdruk bij (onderdelen van) een organisatie. Werkdruk kan immers leiden tot werkstress en werkstress kan weer leiden tot een verhoogd ziekteverzuim.
Sinds enige tijd worden er vraagtekens gezet bij de bruikbaarheid van budgetten. Deze vraagtekens worden veroorzaakt door de toenemende tijd en moeite die het budgetteringsproces kost terwijl de toegevoegde waarde van de resulterende budgetten in deze dynamische tijd regelmatig in twijfel worden getrokken. Budgetten zijn immers al verouderd op het moment van verschijnen. Met name uit de Angelsaksische literatuur doemt een beeld op dat het budget wel eens zijn langste tijd zou kunnen hebben gehad en dat het een kwestie van tijd is voordat alternatieven breed gaan worden ingezet. Hierbij is zelfs al sprake van het geheel afschaffen van het budgetteringsproces.
Decentralisatie is hét leidende organisatieprincipe van de jaren tachtig en negentig. De voordelen van decentralisatie - zoals grotere slagvaardigheid en flexibliteit - zijn overbekend. Minder aandacht is er voor de problemen die decentralisatie meebrengt. Belangrijk zijn vooral: Hoe moeten de taken worden verdeeld tussen centrum en decentrale eenheden? En: Hoe moet de planning- en controlcyclus gestalte krijgen?
Een belangrijk aspect van de functioneren van de controller is het vermogen om adequaat adviezen te geven.
De planning en controlcyclus is een sturingsmodel om de bedrijfsvoering te beheersen en te optimaliseren. In het hierna volgende wordt een beknopte introductie in het model gegeven.
De manager verwacht van zijn adviseur vakkundig advies. Vakmanschap veronderstelt dat het product en de wijze waarop het tot stand is gekomen aan bepaalde eisen voldoet, dat er sprake is van een zekere standaardisering.
Haceka, fabrikant van metalen badkameraccessoires, was altijd een bedrijf met een rustige groei. In de jaren negentig werden echter zeer hoge rendementscijfers geboekt. Toen daarna de Duitstalige markt instortte, bleek het verval bij het Amersfoortse familiebedrijf inmiddels ver gevorderd. Tijd voor maatregelen, dus.
Eind 1998 is de Faillissementswet aanzienlijk gewijzigd; aan de wet zijn 78 nieuwe wetsartikelen toegevoegd. Deze wetsartikelen worden aangeduid met "Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen".
Wat is het verschil tussen faillissement en surseance van betaling? Wat zijn de gevolgen voor de schuldenaar aan wie surseance is verleend? Wat zijn de kansen na surseance? Welke mogelijkheden staan er open voor de schuldeisers.
In het kort zal in dit artikel worden ingegaan op aspecten die het faillissement raken. De werking van het faillissement zal worden uitgelegd alsmede de gevolgen voor schuldenaar en schuldeisers. Uiteraard kan deze beschouwing niet volledig zijn, echter, deze verschaft de lezer inzichten op grond waarvan de vragen en antwoorden van het onderzoek kunnen worden begrepen.
Welke bedrijven gaan er nu eigenlijk failliet in Nederland? Veelal de kleinere en jongere bedrijven - maar dat lijkt ook logisch, omdat zij nu eenmaal het talrijkst zijn. Zelden zijn faillissementen ook te wijten aan de aard van de onderneming of aan het economisch tij. Meestal ligt de oorzaak in bepaalde (negatieve) eigenschappen van de ondernemer zelf en zien omstanders zonder oogkleppen dit faillissement ook eerder aankomen dan hijzelf.
Incassoprocedures zijn meestal gericht op de betaling, op het achterhalen waarom iemand niet betaalt of op het oplossen van een betwisting. Het gaat altijd om een achterstallige debiteur, zoals een crediteurenmedewerker, boekhouder, directeur, eigenaar of particulier. Met deze debiteur wordt telefonisch, persoonlijk of schriftelijk contact opgenomen met als boodschap (telefonisch) betalen, een dreigement of een dagvaarding. Men incasseert wanneer dit het beste uitkomt, wanneer er geld is, rond de vervaldatum of tot een uiterste moment hierna - maar hoe men dit doel bereikt wordt in het bedrijfsleven zeer verschillend ingevuld.
Bij vrijwel de helft van de faillissementen waarin de curator met gegadigden onderhandelt over het (deels) verkopen van de activa van de gefailleerde vennootschap, blijken deze gegadigden eigenaar of directeur hiervan te zijn en mogelijkheden te zien om de bedrijfsactiviteiten met een andere vennootschap voort te zetten. Dit blijkt uit een in 1996 door het Hugo Sinzheimer Instituut van de Universiteit van Amsterdam uitgevoerd onderzoek.
Vaak noemen we de surséance van betaling en het faillissement in één adem, want in beide gevallen gaat het om natuurlijke en rechtspersonen in financiële moeilijkheden. We zien het één als instrument om het ander te voorkomen. Toch blijken vele aanvragers van surséance failliet te worden verklaard; in 1994 bijvoorbeeld werden er van de 494 aanvragen van surséance 341 weer ingetrokken onder gelijktijdige faillietverklaring (bron: CBS). Eenmaal verleend is de surséance dus veelal het voorportaal van het faillissement. Slechts een enkel bedrijf wordt door een bewindvoerder weer marktklaar gemaakt.
In de praktijk gebruiken we de begrippen 'begroten', 'budgetteren' en '(financiële) planning' door elkaar. Ze liggen dan ook in elkaars verlengde. Hebben we het over begroten, dan gaat het om het verkrijgen van een totaaloverzicht van de verwachte financiële gevolgen van bepaalde activiteiten. Spreken we over budgetteren, dan zijn de cijfers niet meer vrijblijvend, maar juist taakstellend voor de betrokkenen. Het begrip planning gebruiken we als we het tijdsschema waarin de verschillende activiteiten moeten plaatsvinden aan de orde stellen: wie doet er wat en wanneer? Uiteraard hebben fysieke acties financiële gevolgen en kunt u dus ook een financiële planning maken. Hieronder gaan we in op de belangrijkste aspecten van begroten, budgetteren en plannen.
Meld je aan voor de nieuwsbrief Ontvang waardevolle artikelen, checklists, interviews en whitepapers in je mailbox.
Kan ik je van dienst zijn met een toelichting of advies? Bel of mail gerust. Ik neem graag de tijd voor je.
Daan Commandeur Partner Manager
0628068433 daancommandeur@sijthoffmedia.nl