Uitkering interim-dividend, soms is het voor aandeelhouders aantrekkelijk

fallback
Soms is het voor aandeelhouders aantrekkelijk een tussentijdse uitkering te ontvangen op hun aandelen in een BV of NV. Bij een uitkering van zo'n 'interim-dividend' moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan. Het is vooral belangrijk dat er voldoende vrije reserves aanwezig zijn.

Verschillende eisen De eisen rond het uitkeren van interim-dividend zijn verschillend bij NV’s en BV’s . Bij beide zullen de statuten moeten voorzien in deze mogelijkheid. Ontbreekt een dergelijke bepaling, dan is uitkering niet toegestaan. Alleen voor de NV schrijft de wet voor dat uit een tussentijds op te maken vermogensopstelling moet blijken dat de uitkering mogelijk is. Aan die tussentijdse opstelling worden bepaalde eisen gesteld, bijvoorbeeld verplichte publicatie (zie artikel 2:105 lid 4 BW). Voor de BV hoeft geen tussentijdse vermogensopstelling te hoeven opgesteld. De wet vermeldt uitsluitend dat de statuten een tussentijdse uitkering moeten toestaan en dat aan dezelfde voorwaarden moet zijn voldaan als voor de uitkering van dividend. Dat houdt in dat de vennootschap aan de aandeelhouders en andere rechthebbenden slechts winst kan uitkeren voor zover het eigen vermogen groter is dan het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal, vermeerderd met de reserves die volgens de wet of de statuten moeten worden aangehouden. Kort gezegd, er moeten voldoende vrije reserves zijn. Overigens moet de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, net als bij uitkering van ‘gewoon’ dividend, een officieel besluit nemen tot uitkering van interim-dividend. Voorzichtigheid geboden In principe hoeft niet schriftelijk te worden vastgesteld of er genoeg ‘ruimte’ is en zijn tussentijdse uitkeringen zonder probleem mogelijk. Wel moeten aandeelhouders en bestuurders oppassen dat er niet al te gemakkelijk mee wordt omgesprongen. Blijkt immers nadien (bijvoorbeeld bij het opmaken van de jaarrekening) dat er onvoldoende vrije reserves waren ten tijde van de uitkering, dan kan de vennootschap de aandeelhouders verplichten het (interim-)dividend terug te betalen. Vooral als er duidelijke aanwijzingen bestaan dat de aandeelhouders en bestuurders van een BV wisten (of behoorden te weten) dat de vrije reserves tekortschoten, kunnen zij aansprakelijk gehouden worden.

 

Gerelateerde artikelen