De schaduwkant van de Eredivisie

Jaarrekeningen laten zien dat buitenlandse clubs de Nederlandse overeind houden.

Een serie blogs over bijzondere jaarrekeningen.

BLOG – Daar keek Nederland van op: de Rabobank wil geen betaalde voetbalclubs meer als nieuwe klanten. De reden was een 'verhoogd integriteitsrisico'. Dit werd voorafgegaan door een open brief van de NBA (pdf) over de kwetsbare financiële positie van betaald voetbalclubs. Onderzoek in hun jaarrekeningen laat zien dat ze een minimaal eigen vermogen hebben en verlieslatend zijn. Dat is een schaduwkant die achter alle glamour en publiciteit onbelicht blijft.

Door Rene Verbrugge (EUR, 1988). Als bedrijfseconoom ondersteunt hij middelgrote organisaties met het verbeteren van hun doelmatigheid en hun effectiviteit.

De Eredivisie telt achttien clubs, die hun inkomsten breed gespreid hebben: entreegelden, uitzendrechten, merchandise, Europees voetbal en vergoedingen voor de 'verkoop' van spelers.

Geen sterke balansen

Het gezamenlijke balanstotaal blijkt 788 miljoen euro, waarvan 272 miljoen euro (35 procent) van Ajax is. Op deze balansen staat 301 miljoen euro aan eigen vermogen, waarvan Ajax 158 miljoen euro bezit. De gemiddelde solvabiliteit exclusief Ajax is daarmee 28 procent, terwijl die van Ajax 58 procent is. De financiële kracht van de eredivisie leunt dus sterk op Ajax.

.ad-style * { font-size: 18px; line-height: 30px; color: #555; }

Groei van financieel vakman naar strategisch partner

Wil jij als financieel vakman doorgroeien naar strategisch partner? Volg de vijfdaagse Masterclass De Nieuwe CFO; Strategisch Financieel Management. Ontvang inzicht in strategisch financieel management en ontdek wat er op de agenda staat van de nieuwe CFO.

Bekijk het programma en data

Drie clubs genereren helft omzet

De omzet in de Eredivisie, dus entreegelden plus uitzendrechten plus merchandise, bedraagt een aanzienlijke 494 miljoen euro. Deze is echter onevenwichtig verdeeld, want de helft komt van drie clubs; Ajax met 92 miljoen euro, Feijenoord 99 miljoen euro en PSV 62 miljoen euro.

Resultaat is verontrustend laag

De KNVB ziet transfersommen voor spelers niet als normaal bedrijf en daarom als bijzondere baten en lasten. Ze meet daarom ook 'Resultaat voor transfers'. Dit blijkt verontrustend laag; 112 miljoen euro verlies. Op het voetbalbedrijf wordt dus verloren. In dit verlies tellen Ajax met 38 miljoen euro verlies en PSV met 25 miljoen euro verlies zwaar. Alle andere clubs maken ook verlies, behalve Feijenoord en Willem II, die winst maken. Voor het rendement is de Eredivisie dus een onaantrekkelijke bedrijfstak.

Op transfers wordt veel verdiend

Het transferresultaat, “Ontvangen vergoedingen minus betaalde vergoedingen”, blijkt 148 miljoen euro positief. Dat is best veel als je dat vergelijkt met de reguliere omzet (494 miljoen euro), ongeveer 30 procent. Van deze 148 miljoen nemen Ajax 39 miljoen, PSV 25 miljoen en Heerenveen 17 miljoen voor hun rekening.

Het tranferresultaat is zelfs zo hoog dat het reguliere verlies gecompenseerd wordt. Als netto-resultaat blijft zelfs 36 miljoen euro over. Hiervan is 11 miljoen van Feijenoord. Het gemiddelde rendement op eigen vermogen in de Eredivisie is dan gemiddeld 12 procent (36 miljoen / 301 miljoen). Hierbij is dat van Feijenoord het hoogst (37 procent) en dat van de rest gemiddeld 9 procent.

Jaarrekeningen verklaren veel

De slechte financiële situatie van bijna alle clubs verklaart veel.

  1. Qua financiën steunt de Eredivisie vooral op de drie bekende topclubs
  2. Clubs steunen sterk op de verkoop van spelers. Daarom zijn de jeugdopleidingen en de aankoop van (nog) onontdekt buitenlands talent zo belangrijk. Verkochte spelers gaan vooral naar het buitenland; daar zitten rijke clubs. Nederlands clubs hebben een gering vermogen.
  3. Nederlandse clubs hebben zo'n laag eigen vermogen en/of rendement dat ze geen duurdere buitenlandse spelers kunnen kopen.
  4. Een club die succesvol toptalent verkoopt verbetert op korte termijn zijn financien, maar kan volgend seizoen slechtere competitieresultaten behalen.
  5. Nederlandse clubs moeten steeds een beroep doen op stadion-eigenaren, investeerders en sponsoren om overeind te blijven.
  6. Transfers van spelers zijn zo talrijk en gaan om zulke hoge bedragen dat je het gerust als normale bedrijfsuitoefening kunt beschouwen.

Ik meen daarom dat niet alleen trouwe supporters, maar ook andere, vaak buitenlandse, voetbalclubs die spelers aankopen, steunpilaren van voetbalclubs zijn.

Andere blogs in deze serie:

Eens? Oneens? Vraag? Tip? Praktijkvoorbeeld? Reageer hieronder.

Gerelateerde artikelen