Goed gevoel houden

Frank de Moes denkt dat een CFO in zijn eentje nooit goed kan worden. Hij zweert bij samenwerking met andere medewerkers om te groeien. De Moes is gedurende zijn carrière op veel vakgebieden werkzaam geweest: hij was al eens te vinden in de manufacturing, heeft een tijdje in de consultancy gewerkt en is tegenwoordig CFO van vastgoedmaatschappij Redevco Europe.

De voorgaande banen van De Moes hadden naar eigen zeggen betrekking op ‘duidelijk andere industrieën’. Dat betekent niet dat hij zijn insteek heeft aangepast. ‘De basis is namelijk niet anders. Ik wil me zo breed mogelijk ontwikkelen en de ervaringen die ik in al die takken van sport heb opgedaan, dragen daaraan bij.’

Onwaarschijnlijk leuk
De Moes zit inmiddels alweer een poosje in de financiële sector. Voorheen was hij partner bij KPMG. ‘Ik vind mijn werk als CFO onwaarschijnlijk leuk. En dit is een mooi bedrijf, de mensen zijn goed in hun vak en, niet geheel onbelangrijk, deze baan is internationaal georiënteerd.’ Van tevoren hebben De Moes en Redevco uitvoerig gesproken over de baan. ‘Maar het beeld is natuurlijk nooit volledig.’ Door zijn rol als CFO vanuit een breed perspectief te bezien, heeft De Moes in zijn financiële functie voldoende te doen. ‘Het maakt de functie pittig, maar het is goed te doen. Het was me redelijk snel helder wat al wel goed liep en wat er verder verbeterd kon worden. Het inzicht in de feitelijke situatie is vrij snel tot stand gekomen.’

Volgens De Moes ligt het succes van een goede CFO in de snelheid en de mate waarin hij rekening houdt met commerciële en operationele processen. ‘Je kunt een goede CFO zijn, maar zonder een goede samenwerking met andere deelgebieden kom je nergens’, aldus De Moes. ‘Ik houd dan ook heel sterk rekening met die processen.’

Doelstellingen
Het belangrijkste zijn volgens De Moes de over-alldoelstellingen van een organisatie. Natuurlijk heeft hij ook concrete doelstellingen in termen van groei benoemd. En ook intern zijn er doelstellingen met betrekking tot de kwaliteit van functies in een bepaald tijdsverloop. ‘Het belangrijkste is een goed gevoel houden bij wat er inhoudelijk en technisch qua functie verbeterd kan worden. Je kunt wel heel veel willen en heel snel willen. Je moet het alleen niet in isolement doen.’