Topmanagers overschatten zichzelf

De meeste leden van topmanagementteams hebben over het algemeen een te positief beeld van hun functioneren bij het doorvoeren van veranderingen. Dit blijkt uit onderzoek van adviesbureau Berenschot en de Rijksuniversiteit Groningen.

Het onderzoek werd verricht onder 45 organisaties in de profit- en non-profit sector. De uitkomsten lieten opmerkelijke verschillen in perceptie zien tussen topmanagementteamleden en de sleutelfiguren. De laatste groep bleken opmerkelijk kritischer te zijn over hun eigen activiteiten dan de eerste groep.

De grootste verschillen betreffen de implementatie en de borging van de veranderingen. Vooral bij de laatste activiteit laten topmanagementteamleden steken vallen. Een andere uitkomst was dat de topmanagers het onderling oneens zijn over de aangrijpingspunten van de verandering (zoals herinrichting, procesoptimalisatie en gedragsverandering).

Ook over de manier waarop de veranderingen zijn aangestuurd (directief, participatief) liepen de meningen uiteen. Ook de sleutelfiguren zelf zaten op deze punten niet op een lijn.

Tot slot blijkt uit het onderzoek dat patronen binnen het topmanagementteam en de rol van de CEO of voorzitter van dat team beide bepalend zijn voor het succes van verandering. Veranderingstrajecten zijn volgens sleutelfiguren vooral succesvol als er de tijd wordt genomen voor reflectie op eigen functioneren, problemen niet uit de weg gaat en alert is op externe signalen.

De leider heeft een significante rol. De kans op slagen bij veranderen hangen samen met de mate waarin de leider een inspirerende visie heeft, teamgeest ontwikkeld en zijn team de ruimte geeft en vertrouwt. Ook blijkt dat CEO’s en voorzitters die sterk focussen op de korte termijn, het goed functioneren van hun topteams in de weg staan.

Gerelateerde artikelen