Stop de zombie-startup apocalyps!

Weggegooide miljarden en oneerlijke concurrentie: Nationaal Groeifonds en Invest-NL. Hoe lang nog?

Een serie blogs over strategie, ondernemerschap, overleven, IT, & financiering.

De Tweede Kamer heeft veel vragen gesteld over de opzet en het nut en de noodzaak van het Nationaal ‘Hoekstra & Wiebes’ Groeifonds. Hetzelfde kan gevraagd worden over het Invest-NL fonds van Wouter Bos. Een van de belangrijkste punten van kritiek is hoe en door wie er besloten wordt wát een kansrijk bedrijf is en wat niet.

Door Tony de Bree. Hij is auteur van ‘Overlevingsstrategie voor startups‘, ‘De scale-up blueprint’ en ‘Kan het vliegen?’. Sinds 1997 spot hij succesvol bedrijven als Amazon, Bol, ASML, IKEA en PayPal. Hij is ICT-lid in RvC’s en werkte bij ABN AMRO, als Dragon bij corporate venturing en als global splitsingsmanager KYC.

Dat punt is onder andere aangekaart door prof. Sweder van Wijnbergen in zijn opiniestuk en hier al een paar keer door mijzelf over bijvoorbeeld Invest-NL (tot grote woede van een aantal belanghebbenden overigens). Wat veel mensen zich namelijk niet lijken te realiseren is dat de overheid, op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau, miljarden euro’s per jaar pompt in kansloze zombie-startups.

Er zijn veel fondsen en projecten waar op basis van boterzachte criteria – zoals het gehypte belang van een elevator pitch, ‘briljante ideeën’, en ‘passie’ – en vanuit het idee van een portefeuille-strategie, belastinggeld wordt gestopt in mensen zonder enig aantoonbaar trackrecord. Daarbij gaat het om zowel grote officiële fondsen en om geld waarmee mensen hun eigen bedrijf kunnen starten. Uit eigen ervaring, sinds 1997, weet ik dat het daarbij vooral gaat om presenteren en het tonen van passie … criteria die weinig tot niets te maken hebben met slaagkans en levensvatbaarheid.

Echte criteria voor slaagkans en levensvatbaarheid

We weten al vanaf 1997 wat de belangrijkste criteria zijn om in te schatten of een ondernemer het in zich heeft op niet. Ja, dat leest u goed: ondernemer. De overheid, de banken, en andere belanghebbenden in de Nederlandse startup-industrie, promoten al jarenlang ondernemerschap alsof iedereen daarvoor geschikt zou zijn. Dat is alleen niet zo. De eerste vraag die ik leerde stellen bij het beoordelen van startups was: “Who the f#@k are you!?” We weten ook al lang dat een van de belangrijkste andere vragen is: “Hoe ga jij voor welke klanten concreet een verschil maken?” en “Wanneer gaan ze je waarom betalen?”

Daarbij speelt relevantie een belangrijke rol. Op die manier earmarkte ik tussen 1997 en 2001 Amazon.com, Bol.com, ASML, Ikea en PayPal, om maar eens een paar bedrijven te noemen. We weten bovendien ook al lang dat je helemaal niet per se hoeft op te schalen en te groeien, zeker niet in de digitale economie. Dat zijn principes van de oude, fysieke economie en van bekende traditionele economen. Het resultaat van dat alles? Honderden kansloze hightech en impact zombie-startups.

Zombie-startups?

Zombie-startups zijn startups die gebaseerd zijn op ‘briljante ideeën’ en op ‘passie’ en zwaar gesubsidieerd zijn door de overheid en banken, die zonder die steun nooit van de grond zouden zijn gekomen. Op het moment dat er een crisis ontstaat, stort de boel in. Waarom? Dan blijkt dat de oprichter het niet in zich heeft, dat de oplossing niet relevant is, dat men te veel externe financiering heeft aangetrokken, dat men te hoge niet-noodzakelijke kosten maakt, en dat men een slecht verdienmodel heeft.

Bovendien speelt er nog iets anders. Zoals Cint Kortmann, CEO van Quant Base en daarvoor van Talent & Pro, terecht opmerkt in het boek ‘Groeien zonder te groeien’, vormen deze zwaar gesubsidieerde maar kansloze startups oneerlijke concurrentie voor startups en scale-ups die wél op eigen kracht, met snel betalende klanten, en hun eigen virtuele organisatie, hun eigen broek ophouden, en zelfs in deze crisis succes hebben.

Geen geld meer over die balk

Als deze coronacrisis één ding duidelijk maakt, is dat er niet te ontkomen valt aan een grondige herziening van de overheidsfinanciën, wie namens de belastingbetaler waar geld in stopt. Dat betekent ook dat de overheid ook zelf de teering naar de neering moet zetten en moet stoppen met niet-noodzakelijke kosten en uitgaven.

Die herziening geldt zeker ook voor het stoppen van miljarden euro’s in kansloze ondernemers, ideeën, en ‘hippe’ startups, en het betalen van torenhoge salarissen aan mensen die dat ‘namens ons’ doen. Dat is een mooi voorbeeld van niet-noodzakelijke kosten op nationaal, regionaal en lokaal niveau. De schaarse middelen kunnen op dit moment veel beter worden ingezet, om een écht overlevingsplan voor de BV Nederland op te stellen en uit te voeren bijvoorbeeld, in plaats van te blijven steken in de oude economie, die op sterven na dood is.

De vraag is niet of er een grotere of een kleinere overheid moet zijn. De vraag is hoe we een moderne overheid vorm gaan geven … vóórdat het te laat is.

Andere blogs in deze serie:

(foto: Nathan Wright, Unsplash)

Gerelateerde artikelen