Aandeel hoog- en laagopgeleiden in evenwicht

Tussen 2001 en 2007 is het aandeel hoogopgeleiden in Nederland in elke leeftijdsklasse gestegen. Hierdoor waren er in 2007 voor het eerst bijna evenveel hoogopgeleide als laagopgeleide Nederlanders. Van de belangrijkste allochtone groeperingen is het aandeel hoogopgeleiden onder Turken en Marokkanen het sterkst gestegen. Dat meldt het CBS.

In de afgelopen jaren telde Nederland altijd meer laagopgeleiden dan hoogopgeleiden. In 2007 waren deze groepen voor het eerst in evenwicht. Toen was 29 procent van de Nederlandse bevolking die geen onderwijs meer volgt, laag opgeleid en 28 procent hoog opgeleid.

De middelbaaropgeleiden blijven echter de grootste groep. In 2007 hadden meer dan vier op de tien personen een opleiding op dit niveau.

Sinds 2001 is het aandeel hoogopgeleiden in vrijwel alle leeftijdsklassen toegenomen, maar onder jongeren (15-24 jaar) was de stijging het kleinst. Ook ligt dit aandeel in deze leeftijdsklasse duidelijk lager dan in de andere klassen. Dit is echter een vertekend beeld. Veel jongeren zijn immers nog bezig met hun opleiding en vallen daarom buiten dit onderzoek. Voor een groot deel van deze jongeren geldt dat zij uiteindelijk wel hoog opgeleid zullen zijn.

Het aandeel hoogopgeleiden is in de groep 25-34-jarigen het sterkst gestegen. Deze groep is tevens het hoogst opgeleid: in 2007 had ruim een derde van de Nederlanders in deze leeftijdsgroep een opleiding afgerond op minimaal hbo-niveau.

Voor de onderscheiden herkomstgroeperingen zijn duidelijke verschillen zichtbaar. Zo is het aandeel hoogopgeleiden onder Turken en Marokkanen sterk gestegen: van 5 procent in 2001 tot 9 procent in 2007.

Onder Antillianen, Arubanen en Surinamers is het aandeel hoogopgeleiden minder hard gestegen. Maar in deze groep was dat aandeel al hoog in vergelijking met de Turken en Marokkanen. Voor allebei de groepen geldt echter dat het aandeel hoogopgeleiden een stuk lager ligt dan onder autochtonen.

 

Gerelateerde artikelen