Nederland stijgt naar plaats 2 op wereldranglijst pensioenen
Nederland is gestegen op de wereldranglijst van beste pensioenstelsels ter wereld. Dit blijkt uit de jaarlijkse Global Pension Index van Mercer.
Nederland is gestegen op de wereldranglijst van beste pensioenstelsels ter wereld.
Ons land heeft Australië ingehaald, dat vorig jaar de tweede plaats innam en is hiermee weer terug op het niveau van 2012. Denemarken scoort nog steeds het beste en siert evenals vorig jaar de eerste plaats. Nederland heeft de stijging met name te danken aan de toename van het spaartegoed per huishouden.
De Global Pension Index vergelijkt de pensioenstelsels van 25 landen wereldwijd en dekt hiermee bijna 60% van de wereldbevolking. Daarbij wordt niet alleen naar pensioen van werkgevers en overheid gekeken, maar worden ook andere componenten zoals spaargeld betrokken. Het Nederlandse pensioenstelsel scoort hoger op de index dan in 2014. Op een schaal van 0 tot 100 krijgt Nederland 80,5 punten, in 2014 79,2. Denemarken heeft een totaalscore van 81,7. De index werkt met drie pijlers: toekomstbestendigheid, integriteit en toereikendheid.
Hoewel de absolute score hoger uitvalt dan vorig jaar, is de toekomstbestendigheid van ons stelsel afgenomen van 76,3 punten naar 74,3. Op het gebied van bestuur, deelnemersbescherming en de regulering van particuliere pensioenaanbieders (integriteit) is de score nagenoeg gelijk gebleven. De mate waarin pensioenen in een leefbaar minimuminkomen kunnen voorzien, is gestegen van 75,3 naar 80,5 punten.
Aanbevelingen: minimumleeftijd introduceren en sparen stimuleren
Voor het eerst in de geschiedenis van de Global Pension Index krijgen Nederland en Denemarken de zogeheten ‘A-grade’. Deze classificering staat voor een eersteklas en solide pensioenstelsel met een hoog integriteitsniveau. Ondanks de stijging naar een tweede plek is er nog ruimte voor verbetering van het Nederlandse pensioenstelsel. Tim Burggraaf, pensioendeskundige bij Mercer: ‘Uiteraard is het positief dat Nederland beter scoort dan vorig jaar.
Volgend jaar zouden we zomaar eerste kunnen worden; dan gaat de index namelijk rekening houden met het fenomeen dat de pensioendatum gekoppeld is aan de sterftetrend. Nederland is een van de weinige landen waar dat al het geval is. We vergroten onze kans op een eerste plaats ook als de overheid sparen nog meer stimuleert, als aanvulling op de AOW en het pensioen via de werkgever. Tot slot is het belangrijk dat opgebouwd kapitaal beter beschermd wordt tegen fraude of faillissement van werkgevers.’ Hoewel de participatiegraad in Nederland sinds 2011 met 4% is gestegen, blijft dit volgens Burggraaf een aandachtspunt: ‘Voor Nederland gaat het bij participatie om het bij elkaar brengen van pensioen en duurzame inzetbaarheid, hét thema voor de komende tien jaar.’
Continue verandering voor pensioenstelsels noodzakelijk
Naast de indexering heeft Mercer ook gekeken naar wereldwijde trends op basis van de data van de afgelopen jaren. In alle elf landen die sinds 2009 in de index zijn opgenomen, is de pensioenperiode verlengd van 16,6 naar 18,4 jaar. In zestien landen die in de index sinds 2011 zijn opgenomen, is de arbeidsparticipatie in de leeftijdscategorie 55-64 tussen 2011 en 2015 gestegen van 57,9% tot 62,2%.
Ondanks de verschillen op het gebied van vergrijzing en regelgeving in de geïndexeerde landen is een aantal factoren belangrijk voor toekomstbestendige pensioenstelsels. Burggraaf: ‘Uit de analyse van zeven jaar Global Pension Index blijkt hoe belangrijk het is om de pensioensleeftijd aan te passen, eventuele pensioenuitkeringen aan te vullen, maar ook om de verwachtingen van pensioengerechtigden te managen. Zonder deze aanpassingen kan de stijgende levensverwachting niet het hoofd worden geboden en staan pensioenstelsels onder grote druk. Nederland loopt in deze discussie behoorlijk voorop en daar mogen we best trots op zijn!’