Aon Hewitt: leeftijdssolidariteit pensioenregelingen kleiner dan gedacht

De leeftijdssolidariteit binnen pensioenregelingen, waarbij jongeren meebetalen aan de pensioenopbouw van ouderen, is veel kleiner dan vaak wordt gedacht. Als rekening wordt gehouden met de lage marktrente en volledige indexatie, is er zelfs sprake van omgekeerde solidariteit: ouderen betalen mee aan de opbouw van jongeren. Ook over andere vormen van solidariteit binnen pensioenregelingen bestaan veel misverstanden.

Dat blijkt uit onderzoek van Aon Hewitt naar de diverse vormen van solidariteit binnen middelloonregelingen. Aon Hewitt voerde het onderzoek uit in het kader van een brede zoektocht naar een nieuw pensioenstelsel. “Ons huidige pensioenstelsel geldt als één van de beste ter wereld, maar de betaalbaarheid ervan staat ter discussie,” aldus Frank Driessen, Chief Commercial Officer van Aon Hewitt. “Solidariteit wordt daarbij vaak gebruikt als argument dat het huidige stelsel niet meer voldoet. Met dit onderzoek plaatsen wij dit in het juiste perspectief.”

De pensioenopbouw van jongere werknemers is traditioneel goedkoper dan die van oudere collega’s, omdat de premie van een jongere meer tijd heeft om te renderen. Daardoor kan hij met een lagere bijdrage eenzelfde pensioenkapitaal opbouwen als een oudere werknemer. Door de huidige lage rentestand is dit verschil echter kleiner geworden. “De leeftijdssolidariteit is in werkelijkheid kleiner dan op papier,” stelt Driessen. Hij wijst op de theoretische modellering van de rente voor langere looptijden via de zogenoemde Ultimate Forward Rate (UFR). “Zonder die UFR is de waarde van de pensioenopbouw voor de jongste werknemers maximaal 25% lager dan voor een werknemer van gemiddelde leeftijd. De oudste deelnemer profiteert maximaal 25%,” aldus Driessen. “Dat is fors minder dan menigeen denkt. Op basis van de rentestand per 31 januari 2016 liggen die percentages zelfs beneden 20%.” Aon Hewitt concludeert dat er zelfs sprake is van omgekeerde solidariteit als indexatie wordt meegenomen: ouderen betalen mee aan de pensioenopbouw van jongeren door de negatieve reële rente op dit moment.

Aon Hewitt onderzocht ook andere vormen van solidariteit, zoals geslacht, levensverwachting, uitvoeringskosten en burgerlijke staat. Opmerkelijk genoeg blijkt de pensioenopbouw van mannen zo’n 5% duurder dan die van vrouwen. In het verleden ging men van het omgekeerde uit omdat vrouwen gemiddeld langer leven. “De lage rentestand heeft meer invloed op de waarde van het partnerpensioen dan op de waarde van het ouderdomspensioen,” aldus Driessen. “Partnerpensioen heeft juist bij mannen veel waarde.” Het onderzoek wijst verder uit dat de solidariteit tussen laag- en hoogopgeleiden marginaal is.

Gerelateerde artikelen