Zombieconomics (2)
Zombiebedrijven zijn pas van waarde als ze omvallen – en hun assets voor een fractie van de waarde verworven kunnen worden door gezonde bedrijven – met een écht toekomstperspectief (lees: gezonde kasstroom).
Doordat zowel de vraag naar als het aanbod van goedkope bedrijfsleningen fors is toegenomen, is het aantal zombiebedrijven dramatisch gestegen. Dat is niet goed voor economische groei, omdat zieltogende bedrijven concurreren met gezonde bedrijven bij het verwerven van kapitaalgoederen, bedrijfsruimte, ed. Op zich zorgen zombiebedrijven er ook voor dat de werkloosheid laag is doordat ze werknemers in dienst hebben – maar op de langere termijn is dat geen goede zaak, omdat het gaat om banen die uiteindelijk geen bestaansrecht hebben. Zo verstoren zombiebedrijven op velerlei wijze nuttige prijsvormingsmechanismen.
Verder zijn zij ook een symptoom van zwakke plekken in de bankwereld – zwakke banken zijn geneigd om rotte leningen van zwakke bedrijven steeds te verlengen, met de hoop op wat rentebetalingen. Op het moment dat bedrijven omvallen, moeten banken fors afschrijven op deze rotte leningen. Ik maak me zorgen over de systeemrisico’s van dit type leningen. En ik maak me zorgen over het systeemrisico van deze veelheid aan zombiebedrijven. Nu nog niet zichtbaar – en ‘coronakredieten’ verbergen deze bedrijven nog wel even.
Maar nu het coronavirus-effect wegebt, steken de zombies de kop op.
Ongehoorde stijging
Volgens research van Euler Hermes waren er al vóór de coronacrisis meer dan 13.000 zombiebedrijven in de eurozone en dat aantal is ongehoord fors gestegen. Nederland, blijkt, is daarin niet een positieve uitzondering.
En leuker gaan ze het niet meer maken, bij de belastingdienst. En makkelijker zal het ook niet worden… Vele duizenden bedrijven gaan bezwijken onder hun torenhoge belastingschuld die ze in tijden van de coronacrisis hebben opgebouwd. Het afgelopen jaar heeft het bedrijfsleven massaal gebruik gemaakt van uitstel van belasting – uitstel, en dat is géén afstel. Voeg daarbij dat eigenlijk de directe invloed van de coronacrisis op de kasstromen tanende is – veeleer staat die onder druk door torenhoge (en oplopende) schulden, en onvoldoende managementkwaliteiten bij de bedrijven onder druk om dit nog te kunnen mitigeren. Verdienmodellen kraken, en balansen navenant.
En deze druk is breed – een veelheid aan sectoren wordt er doorgeraakt: retail, horeca, cultuur, groothandel, recreatie. En deze druk is diep – van eenmanszaken tot bedrijven met minder dan tien werknemers, maar ook duizenden bedrijven met vijftig werknemers of (veel) meer.
En als dat om gaat vallen dan raakt het ook klanten en leveranciers. De nood is hoog.
“And then everything was in the hands of gravity, which has never had much love for the terminally stupid.” (Mira Grant – auteur van Feed).
Schoonmaak
Een gezonde economie bestaat uit volwassen ondernemingen, jonge startups, bedrijven met een gezonde stabiele cashflow, organisaties met een sterke groeipotentie: veelzijdig, vernieuwend, groot, klein, familiebedrijf, beursgenoteerd of niet.
Bedrijven waar het leven is uitgevloeid, waar niet eens leven in zit, die horen hierin niét thuis. Die moeten uit hun lijden worden verlost, met goede voorzieningen voor een sociale begeleiding van werk naar nieuw werk, naar waardevol werk, in mooie vitale ondernemingen.
Elke economische crisis is uiteindelijk ook een schoonmaak. En dat is maar goed ook.
Door Leo van de Voort. Hij is bestuursadviseur bij Fuel for Living Strategies, voormalig directeur corporate finance Kempen & Co en co-auteur van het boek Riciovreugde.