7 financiële veranderingen 2025 voor werkgevers

Minimumloon, pensioenen, topinkomens, vervroeg uittreden en WW-premies.

Op zeven punten gaat er iets veranderen voor de financiële huishouding van werkgevers. Financiële afdelingen moeten hier rekening mee houden.

1. WML-aanpassingen 2025
In 2025 wordt, als gebruikelijk, het wettelijk minimumloon twee keer geïndexeerd. De eerste indexatie vindt plaats op 1 januari 2025 met 2,75 procent, waardoor het minimumuurloon stijgt van 13,68 naar 14,06 euro.

De volgende indexatie is op 1 juli 2025. De hoogte hiervan is nog onbekend. Het ministerie van SZW zal die in het voorjaar bekendmaken en is afhankelijk van de geraamde cao-loonstijging van het Centraal Planbureau.

2. Thuiswerk- en reiskostenvergoeding
De maximale onbelaste dagvergoeding voor werknemers die thuiswerken, gaat op 1 januari 2025 omhoog van 2,35 naar 2,40 euro. De maximale onbelaste reiskostenvergoeding blijft in 2025 0,23 euro per kilometer.

3. Hoge en lage WW-premie
De premiepercentages (Awf-premies) gaan iets omhoog. De hoge WW-premie is volgend jaar 7,74 procent, de lage WW-premie is 2,74 procent. Deze verhoging stond in het hoofdlijnenakkoord gepland voor 2026, maar is een jaar naar voren gehaald.

Werkgevers betalen de hoge WW-premie bij flexibele contracten, de lage WW-premie geldt voor vaste contracten. Maar als een werknemer met een vast contract meer dan 30 procent overwerkt, geldt alsnog het hoge percentage. Tot en met 2024 geldt die herziening van de premie niet als de werknemer 35 of meer uur per week werkt. Met ingang van 1 januari 2025 wordt dit versoepeld en geldt de herziening niet als de werknemer met een vast contract dertig uur of meer per week werkt.

4. Algemene bezoldigingsmaximum
Het algemene bezoldigingsmaximum (Wet normering topinkomens) voor 2025 is vastgesteld op 246.000 euro. Ten opzichte van 2024 gaat het om een verhoging van 5,4 procent Voor verschillende sectoren zijn onder dit algemene maximum specifieke bezoldigingsklassen met verlaagde maxima vastgesteld. Deze sectorale normen staan op de  de website van werkgeversvereniging AWVV.

5. Fiscaal maximale pensioengevend salaris
De fiscaal maximale aftoppingsgrens voor pensioenopbouw wordt niet verhoogd. Hiermee blijft het fiscaal maximale pensioengevend salaris voor de pensioenopbouw in 2025 en 2026 staan op 137.800 euro.

6. Pensioenleeftijd
In 2025 is de pensioenleeftijd 67 jaar, net als in 2024. Pas in 2028 zal die worden opgetrokken naar 67 jaar en 3 maanden. Inmiddels is de pensioengerechtigde leeftijd vastgesteld tot en met 2030.

7. RVU-vrijstellingsdrempel 2025
De RVU-drempelvrijstelling (regeling voor vervroegd uittreden) bedraagt per 1 januari 2025 bruto 2.273 euro per maand. Werkgevers betalen tot dat bedrag geen belasting over de uitkering van vervroegd uittredende werknemers.

Gerelateerde artikelen