Wijziging fiscale positie dga
Begin mei kwam een eerste notitie uit. De wijzigingen bieden dga’s voordeel, maar een enkele maatregel kan hen ook veel geld gaan kosten. De reacties waren dan ook verdeeld.
25 procent aanmerkelijkbelangheffing naar voren gehaald
Wanneer de aandelen in een BV vererven, kan de dga gebruikmaken van een doorschuiffaciliteit. Hierdoor vindt geen 25 procent aanmerkelijkbelangheffing plaats over de waarde van de BV (minus de oorspronkelijke verkrijgingsprijs).
Deze faciliteit vervalt echter vanaf 2010 voor BV’s die geen feitelijke onderneming drijven. Dit betekent een vervroeging van de 25 procent-heffing over de totale waarde van de BV. Deze maatregel raakt daarmee waarschijnlijk iedere dga die zijn onderneming verkoopt en zijn holding-BV aanhoudt.
Vanaf 2010 kan dus de aanmerkelijkbelangheffing niet meer onbeperkt naar de toekomst verschuiven. Erfgenamen krijgen hierdoor vanaf 2010 te maken met zowel een aanmerkelijkbelangheffing van 25 procent over de waarde van de BV, als uiteraard met successierecht van veelal 20 procent.
TBS-pand in BV onbelast
Een positieve maatregel is de eenmalige mogelijkheid zogenoemde TBS-panden zonder heffing van inkomstenbelasting én overdrachtsbelasting in de eigen BV in te brengen. TBS-panden zijn bedrijfspanden in privébezit van de dga, die verhuurd worden aan zijn/haar BV.
De verhuuropbrengsten en de waardestijging van deze panden worden progressief belast (maximaal 52 procent). Het kan dus lonen een dergelijk pand geruisloos naar de BV over te hevelen. In de BV worden dergelijke winsten immers slechts met 20 tot 25,5 procent vennootschapsbelasting belast.
Wel vindt bij uitkering naar privé dan nog 25 procent heffing plaats. Dit is niettemin een totale heffing van ‘slechts’ 40 tot circa 44 procent in plaats van 52 procent. De dga kan op deze manier dus een belastingvoordeel realiseren van 8 tot 12 procent over de jaarlijkse huuropbrengsten én over de opgetreden waardestijging.