Te bestemder plekke
Eind 2005 besloten CEO van TNT Peter Bakker c.s. na een uitvoerige analyse dat TNT Logistics niet meer paste bij de rest van de onderneming en dus moest worden afgesplitst. Een begrijpelijk en verstandig besluit, zegt CFO Stuart Young van CEVA Logistics, het bedrijf dat is voortgekomen uit TNT Logistics.
“Er was weinig synergie met de andere activiteiten. Waar zij brieven en kleine standaardpakketten vervoeren, moeten wij het hebben van grote leveringen. Daar kwam nog bij dat er diverse acquisities waren geweest om onze positie te versterken, maar dat die slecht met elkaar geïntegreerd waren.
Vooral in Frankrijk speelde dit op, zelfs zo erg dat we ons uit die markt hebben moeten terugtrekken. Onze financiële resultaten waren zeer wisselvallig. Binnen TNT waren we een van de drie divisies. Daarin presteerde logistiek niet als beste, dus werd het moeilijk als er geld moest worden geïnvesteerd. Gaandeweg werd duidelijk dat we als ‘stand alone’ bedrijf meer kans van slagen zouden hebben.”
‘Stand alone’ betekende in dit geval verkoop aan een (financiële) partner, het private-equitybedrijf Apollo Management. In november 2006 werd de verkoop beklonken en in december van datzelfde jaar werden de nieuwe naam en het logo gepresenteerd, in dieprood, een kleur met een wat chiquere uitstraling dan het oranje van TNT.
Ingrijpender was de fusie met de Amerikaanse vrachtvervoerder EGL (Eagle Global Logistics). Twee in omvang vrijwel gelijkwaardige partners – de omzet van CEVA groeide door de fusie van 3,5 tot 6,3 miljard euro per jaar – met elkaar versterkende activiteiten. “Transport en ‘contract logistics’ passen uitstekend bij elkaar”, zegt Young.
“Transport is vooral gericht op kortlopende contracten, op ‘sales’ en transacties, terwijl wij ons tot de fusie met EGL vooral toelegden op langlopende contracten en het beheer van allerlei logistieke processen. Als je de twee combineert, kun je de hele logistieke keten aan en ‘integrated end to end supplier solutions’ bieden, zoals het in onze branche heet.”
CEVA Logistics richt zich op het ontwerpen, implementeren en beheren van supply chain-oplossingen voor klanten op nationale, regionale en wereldschaal. “We zijn aanwezig in allerlei sectoren. Zo zijn we goed vertegenwoordigd in de high tech. Maar het sterkst zijn we in de automobielsector”, zegt Alan Dempsey, Director of Financial Reporting and Planning.
“Voor een bedrijf als Fiat, een van onze grootste klanten, behandelen we bijvoorbeeld de gehele logistiek van de in- en externe leveranciers naar de fabrieken waar de auto’s van Fiat worden geassembleerd, en daarnaast zorgen we ook voor het transport van reserveonderdelen naar de dealers.”
CEVA heeft eigen vestigingen in 55 landen en werkt ook nog eens met agenten in 60 landen. “We zijn waar we moeten zijn”, zoals Dempsey het uitdrukt. Geografisch gezien is de omzet verspreid; ongeveer de helft komt uit Europa (vooral de Benelux, Italië en Groot-Brittannië), een derde uit Amerika en de rest uit China en andere landen in de ‘Asian Pacific’. CEVA heeft meer dan 50.000 werknemers in dienst.
AFSLANKKUUR
De naam CEVA is ontleend aan Giovanni Ceva, een Italiaanse wiskundige uit de zeventiende eeuw, bij ingewijden bekend van de stelling in zijn boek De lineis rectis uit 1678. “Het is maar een naam”, relativeert Young. “We moesten iets kiezen en dat is tegenwoordig niet zo eenvoudig. De meeste goede namen bestaan al.
Of ze zijn mogelijk aanstootgevend!” Toch is de naam CEVA niet helemaal willekeurig: Giovanni Ceva heeft zich in driehoeken verdiept, en de driehoek keert terug in het logo van CEVA en in de bedrijfsfilosofie.
“Drie waarden staan bij ons centraal”, zegt Young. “Te weten: ‘excellence’, ‘unity’ en ‘growth’.” ‘Excellence’ heeft vooral betrekking op de ‘operational excellence’. “Wij hebben een operational excellence-programma dat beter is dan van wie dan ook”, stelt Young.
“Het klinkt eenvoudig: de juiste goederen op de juiste tijd te bestemder plekke te krijgen, geen beloften doen die je niet kunt waarmaken, je houden aan de beloften die je wél doet, zorgen dat je de papierwinkel op orde hebt. Maar zeker bij de eerste samenwerking met een klant blijkt dit moeilijk. Wij streven naar een vlekkeloze operatie, met ‘zero defaults’. En dat lukt bijna altijd: 67 van de 68 nieuwe samenwerkingsverbanden sinds de oprichting zijn volledig rimpelloos verlopen.”
CEVA hanteert dezelfde ‘kaizen-filosofie’ waarmee Toyota is groot geworden. Dat lijkt misschien enigszins ironisch? Want centraal in de filosofie van Toyota staat het principe dat voorraden tot een minimum moeten worden beperkt. Een voorraad aanhouden legt nu eenmaal beslag op werkkapitaal en dat gaat ten koste van de winstgevendheid.
Laat je voorraadbeheer maar over aan je toeleveranciers en zorg dat ze ‘just in time’ jouw bestelling bij je hebben – met die boodschap heeft Toyota school gemaakt. Wat moet een bedrijf dat juist gedijt bij hoge voorraden met de afslankkuur die Toyota voorschrijft?
“De ‘kaizen-filosofie’ is er vooral op gericht om hindernissen binnen de bedrijfsprocessen weg te nemen. Dat kan inderdaad tot lagere voorraden leiden. En inderdaad, naarmate wij onze processen beter hebben gestroomlijnd en efficiënter omgaan met voorraden, kunnen we onze klanten minder in rekening brengen. Maar wij krijgen dan wel tevredener klanten. En wij geloven dat dit op termijn toch in ons voordeel kan uitpakken. Dus dat ‘operational excellence’ loont.”
Een voorwaarde voor deze ‘operational excellence’ is ‘unity’, eenheid. Eenheid in hoe het bedrijf zich presenteert – denk aan het nieuwe logo –, maar vooral ook interne eenheid. Die eenheid was binnen TNT Logistics ver te zoeken, maar CEVA Logistics heeft de integratie van de verschillende bedrijfsonderdelen goed aangepakt – mede op instigatie van Apollo, zegt Young:
“Apollo heeft van begin af aan te kennen gegeven dat het één bedrijf wilde zien en niet vijf of zes.” Begin dit jaar waren de bedrijven die vroeger deel uitmaakten van TNT Logistics nagenoeg geheel geïntegreerd, aldus Young. En in juli 2008 maakte CEVA bekend dat het nog verder wil gaan om eenheid binnen het bedrijf te bewerkstelligen.
Toen liet het weten dat het zijn contract logistics en vrachtactiviteiten in één centrale divisie wil onderbrengen, met vier regionale directeuren als eindverantwoordelijken. Na de fusie tussen CEVA en EGL werden de twee aanvankelijk alleen in de Asia-Pacific-regio geïntegreerd bij wijze van test.
Na het succes van deze ‘pilot’ besloot CEVA de twee divisies wereldwijd compleet te laten samenvloeien. Met de bundeling van krachten wil CEVA beter tegemoet komen aan de eisen en wensen van zijn klanten op het gebied van geïntegreerde logistieke oplossingen. Want die behoefte neemt toe, zeggen Young en Dempsey.
BEKRONING
De ‘growth’, de derde en laatste pijler waarop de bedrijfsfilosofie van CEVA rust, is mogelijk door de voortschrijdende globalisering. Bedrijven besteden steeds meer uit, met name aan toeleveranciers in lagelonenlanden. Ze willen tegen zo laag mogelijke kosten kunnen inkopen, ze willen ‘just in time’ kunnen leveren, terwijl ze zo min mogelijk voorraden aanhouden, ze willen vierentwintig uur per dag actief zijn – allemaal redenen om de productie geheel of gedeeltelijk uit te besteden.
Een andere ontwikkeling is de professionalisering van het ketenbeheer, bijvoorbeeld bij retailers. “Van vrijwel elke onderneming wordt de goederenstroom langer en complexer”, zegt Dempsey. “Zo lang en zo complex dat veel bedrijven hun logistieke activiteiten liever uitbesteden.” Een groeimarkt dus, waarop CEVA een van de weinige aanbieders is.
“Het is ook niet zo eenvoudig om een wereldomspannend netwerk van bedrijven in het leven te roepen”, zegt Young. Directe concurrenten zijn partijen als Kühne + Nagel en DHL XL. Een belangrijk verschil met de laatste is dat die z’n transport en opslagactiviteiten minder goed heeft geïntegreerd, volgens Young. Hoe dan ook, hij is niet erg bevreesd dat de concurrentie CEVA aftroeft.
“Er is ruimte genoeg. De markt groeit de komende jaren met misschien wel 10 procent per jaar.” CEVA wil sneller groeien dan de markt; het streven is om in 2010 een omzet van 10 miljard euro te behalen. Aan Apollo zal het niet liggen, benadrukt Dempsey. “Apollo wil juist groeien. Private-equitypartijen worden nogal eens gezien als ‘asset strippers’, maar dat is zeker niet onze ervaring.
De fusie van CEVA en EGL bewijst al dat het Apollo serieus te doen is om groei. Met op termijn een beursgang als bekroning.” Voorlopig zit de groei er inderdaad goed in. Eind augustus maakte CEVA nog bekend dat het zijn resultaten in het tweede kwartaal fors had opgevoerd. De omzet was gestegen tot 1,6 miljard euro, 76 procent hoger dan over dezelfde periode in 2007, terwijl het bedrijfsresultaat voor amortisatie en afschrijven (ebitda) met 51 procent toenam tot 89 miljoen euro.
Ondanks het zwakke Britse pond en de zwakke dollar. Maar uiteraard is de groei niet onbedreigd. De afgelopen maanden heeft de kredietcrisis in alle hevigheid toegeslagen. CEVA heeft daar niet direct schade van ondervonden – het heeft voor de acquisitie van zowel TNT Logistics als EGL obligatieleningen die op de Ierse effectenmarkt worden verhandeld en die pas vanaf 2013 hoeven te worden afgelost –, maar gevolgen heeft de crisis wel voor het bedrijf.
CEVA heeft al laten weten dat de groei organisch zal plaatsvinden, omdat acquisities er in het huidige financiële klimaat even niet in zitten. Ook de beursgang zal nog wel even op zich laten wachten. Bovendien kan een teruglopende vraag (lees: minder bedrijvigheid en dus minder goederenstromen) ertoe leiden dat CEVA z’n omzetdoelstellingen niet kan behalen.
Binnen het bedrijf heerst optimisme. Dempsey wijst erop dat de kosten van het bedrijf variabel zijn en gemakkelijk kunnen worden teruggeschroefd als de omzet tegenvalt. En Gianfranco Sgro, die binnen CEVA verantwoordelijk is voor Zuid-Europa, het Midden-Oosten en Afrika, liet onlangs in elk geval weten dat de economische crisis in de Verenigde Staten zelfs gunstig kan uitpakken voor CEVA.
Want juist als het slechter gaat in de VS, zullen meer Amerikaanse bedrijven hun productie wel verplaatsen naar goedkope locaties. En CEVA zorgt er uiteraard graag voor dat hun producten toch de Amerikaanse klanten bereiken.