‘Robot bepaalt toekomst voedingsindustrie’
Technologie draagt onder meer bij aan de betaalbaarheid van voeding, terwijl het ook helpt om inzichten te geven over de herkomst en productie.
Dat concludeert het Economisch Bureau van ING in een rapport over de sector.
Door gebruik te maken van robots kunnen fabrikanten onder meer hun productie opvoeren. Daarmee voldoen ze volgens de onderzoekers aan de wens van onder meer supermarkten, die grotere volumes vragen tegen lagere prijzen. ING stelt dat jaarlijks 1,4 miljard euro in productietechnologie wordt geïnvesteerd en de mogelijkheden zijn volgens de economen nog niet uitgeput.
Wel meent ING dat het gebruik van robots in de voedingsmiddelenindustrie doorgaans duurder is in vergelijking met bijvoorbeeld de autobranche. Dit komt vooral doordat robots voor de voedingsindustrie op een specifiekere manier worden ingezet. Ook is in de sector veelal sprake van kleinere bestellingen. Momenteel maakt circa één op de vier fabrikanten gebruik van robotica of data-analyse.
De tendens van nu is volgens ING verder dat consumenten meer willen weten over de herkomst van hun eten. Door data-technologie toe te passen valt hier volgens ING een wereld te winnen. Binnen de keten kan meer informatie worden uitgewisseld. Door bijvoorbeeld gebruik te maken van bepaalde chips kunnen vleesproducten van bron tot bord worden gevolgd, aldus ING. De bank stelt wel dat daarvoor binnen de keten “verregaande samenwerking” nodig is.
Verder wijst ING op de krapte op de arbeidsmarkt en de vergrijzing binnen de sector. Zo gaat een kwart van de in totaal 150.000 werknemers in de voedingsindustrie tussen nu en 2030 met pensioen. De complexere productieprocessen vragen daarnaast om werknemers met de juiste kennis en vaardigheden of om bijscholing van personeel. Wordt er voldoende geïnvesteerd, dan kunnen robots de helft van de toekomstige personeelsbehoefte vervullen. Tegen 2030 moeten daarvoor wel de investeringen tot 2 miljard euro zijn toegenomen, aldus ING.