Rekeningrijden loopt zeker een jaar vertraging op
Rekeningrijden loopt vanwege de val van het kabinet zeker een jaar vertraging op, verwacht staatssecretaris Marnix van Rij (Financiën). De invoering stond voor 2030 gepland en dat wordt naar zijn inschatting 2031 op zijn vroegst. Woensdag besloten Tweede Kamerleden dat dit onderwerp te politiek gevoelig ligt om te behandelen voordat een nieuw kabinet aantreedt.
“Stel dat er een kabinet komt ongeveer half 2024”, denkt Van Rij hardop. “Je hebt anderhalf jaar de tijd nodig voor het wetgevingsproces en dan vijf jaar nodig voor de invoering. Dus ja, 1 januari 2031 op zijn vroegst.”
De staatssecretaris zegt het “jammer” te vinden dat hij deze klus niet af kan maken, maar zich erbij neer te leggen. “Ons lot ligt in handen van de Kamer in de demissionaire periode.”
In Den Haag wordt al jaren gesproken over rekeningrijden. Vooral bij de vaak voor automobilisten opkomende partij VVD lag dit lang moeilijk, hoewel de liberalen inmiddels voorstander zijn.
Dit houdt rekeningrijden in
Rekeningrijden houdt in dat automobilisten belasting gaan betalen per kilometer. Afhankelijk van de variant gaat het om 7 tot 8 cent per kilometer. In ruil daarvoor verdwijnt de motorrijtuigenbelasting die autobezitters elk kwartaal betalen. Het is de bedoeling dat de opbrengsten voor de schatkist gelijk blijven.
Betalen naar gebruik, zoals rekeningrijden ook wel wordt genoemd, maakt deel uit van de plannen die het kabinet in Brussel heeft ingediend om aanspraak te maken op miljarden uit het Europese coronaherstelfonds. Demissionair minister Sigrid Kaag (Financiën) waarschuwde eerder dat Nederland mogelijk geld uit die gemeenschappelijke pot kan mislopen als de Kamer maatregelen uit het pakket op de lange baan schuift.
Lees hoe bedrijven al meer dan tien jaar roepen om maatwerkmobiliteit