Rabobank: aanvullende bezuinigingen nemen groei in 2014 weg
Door te blijven vasthouden aan extra bezuinigingen blijft de negatieve spiraal van lage economische groei, afnemende koopkracht en bezuinigingen in stand. Daardoor houdt de economische pijn zeker tot in 2014 aan. Dat schrijven economen van Rabobank in het vandaag verschenen Economisch Kwartaalbericht.
In het eerste kwartaal van dit jaar bleef de Nederlandse economie in recessie en ook in het tweede kwartaal nam de economische activiteit waarschijnlijk verder af. Voor 2013 voorzien de Rabobank-economen een krimp van het BBP-volume met 1%. Voor 2014 verwachten zij stagnatie. Dit komt vooral door de zeer zwakke binnenlandse bestedingen.
De extra bezuinigingen om het begrotingssaldo weer in lijn met de Europese richtlijnen te brengen, gijzelen de Nederlandse groei. Dit heeft zijn weerslag in de vorm van een hoge werkloosheid en een hoog niveau van faillissementen. Ook is het hierdoor voor huishoudens zeer moeilijk om schulden af te bouwen en te sparen, laat staan om meer te gaan consumeren. Beter zou het zijn als huishoudens werden ontzien en het kabinet meer werk zou maken van structurele hervormingen om onze economie op langere termijn te versterken.
Aanvullende bezuinigingen smoren herstel in kiem
De raming van Rabobank voor 2014 geeft een negatiever economisch beeld dan dat waar het kabinet ten tijde van het Sociaal Akkoord rekening mee hield. De Europese Commissie (EC) vraagt van Nederland om voor volgend jaar voor 6 miljard euro aan maatregelen te nemen om het tekort onder de 3%-BBP te brengen.
In hun prognose gaan de Rabo-economen ervan uit dat de regering aan deze wens zal voldoen. Dat betekent dat het in maart gepresenteerde pakket maatregelen van 4,3 miljard euro voor Prinsjesdag nog zal worden uitgebreid. Deze aanvullende bezuinigingen zullen het beetje economisch herstel dat eerder voor 2014 nog was voorzien in de kiem smoren. Omdat zij daarmee wat negatiever zijn over de vooruitzichten voor 2014 dan de EC gaan zij ervan uit dat het gewenste begrotingstekort van 2,8%-BBP desalniettemin niet zal worden gehaald.
Vooruitzichten eurozone blijven zwak
De economie van de eurozone blijft zeer zwak. Door zowel de private als de publieke schuldafbouw is de binnenlandse vraag broos. Met een krimp van 0,2% in de eerste drie maanden van dit jaar is de eurozone al voor het zesde kwartaal op rij in recessie. Net als in de voorgaande kwartalen blijft het verschil in economische ontwikkeling tussen de noordelijke en de zuidelijke lidstaten groot.
Waar de krimp in de Zuid-Europese landen doorzette, stagneerden de economieën in Noord-Europa ruwweg. Opvallend was de exportdaling in Duitsland en Frankrijk, aangezien de export in het recente verleden een positieve bijdrage leverde aan de BBP-groei in beide landen. Hoewel verschillende stemmingsindicatoren wijzen op een verdere krimp van het BBP in het tweede kwartaal van 2013, verwachten de Rabo-economen een zeer voorzichtige terugkeer naar groei door een sterkere buitenlandse vraag in de tweede helft van 2013.
Een positief bijeffect van dit mogelijke exportgedreven herstel is dat het bijdraagt aan het terugdringen van het lopende-rekeningtekort van de Europese periferie. In afgelopen drie jaar is het tekort van de perifere landen met meer dan 6%-BBP gedaald. Deels is dit cyclisch te verklaren, door de scherpe daling van de invoer als gevolg van de verslechterde economische situatie in deze landen.
Deels is het gelukkig ook toe te schrijven aan een verbetering van de concurrentiekracht van de periferie als resultaat van structurele hervormingen. Dit toont zich in de dalende loonkosten per eenheid product. Deze herbalancering van de lopende rekening is wel zeer pijnlijk geweest. Landen die over de afgelopen drie jaar hun tekort op de lopende rekening het meeste hebben gedicht, hebben ook te lijden onder een sterk gestegen werkloosheid.
Wereldeconomie: speurtocht naar rendement en groei
Wereldwijd hebben beleidsmakers de monetaire sluizen de afgelopen maanden verder opengedraaid. Ook qua begrotingsbeleid lijkt er een iets andere wind te gaan waaien. Op de korte termijn zal dit de mondiale groei een duwtje in de rug kunnen geven. De poging van Japan om zijn economie -in omvang de derde economie van de wereld- nieuw leven in te blazen is in potentie van groot belang voor de groei van de wereldeconomie.
Omdat de stimulering niet gepaard gaat met heldere plannen voor de lange termijn, schuilen in dit beleid ook risico’s. Het huidige beleid kan namelijk ongewenste bijeffecten hebben voor opkomende markten, terwijl de huidige problemen van diverse geïndustrialiseerde economieën op de lange baan worden geschoven.
Zo gaat de monetaire stimulering in de VS en Japan vooralsnog niet vergezeld van een geloofwaardig begrotingsplan voor de lange termijn en/of uitgewerkte plannen voor structurele hervormingen, wat de zorgen over hun schuldhoudbaarheid slechts doet toenemen. In de eurozone heeft de afname van de onrust op de obligatiemarkten de druk weggenomen om de muntunie institutioneel volwassen te maken. Het begrotingstoezicht is weliswaar behoorlijk aangescherpt, maar er wordt nauwelijks voortgang geboekt in het optuigen van een bankenunie en het overdragen van soevereiniteit over economisch beleid naar Brussel.
Bron: Rabobank