Money Matters: De val van een onbegrepen topmanager

fallback
Het vertrek van Staatssecretaris Annette Nijs wekt op het eerste gezicht verwondering. Want om een staatssecretaris te dumpen vanwege wat akkefietjes met haar minister en wat ongelukkige uitspraken in de pers - dat lijkt wel heel rigoureus. Of is er meer aan de hand, en heeft haar managementstijl haar de das om gedaan?

Staatssecretaris Bijlhout stapte op de dag van haar aantreden op toen bleek dat ze betrokken was geweest bij milities van Bouterse in Suriname. Staatssecretaris In ’t Veld moest vertrekken omdat hij er een ongeoorloofde nevenfunctie op na hield. Staatssecretaris Evenhuis werd na gesjoemel met een dubieuze lening veroordeeld tot een bestaan als voorzitter van de werkgroep Toerisme I.S.P. (Integraal Structuurplan Noorden des Lands).

De vergrijpen van Nijs steken flets af bij die van de andere in de parlementaire loopgraven gesneuvelde staatssecretarissen. Niemand heeft haar kunnen betrappen op betrokkenheid bij misdaden tegen de mens, ongeoorloofde belangenverstrengeling of financiële malversaties. Ze kon niet zo goed overweg met haar minister. Ze vergat de lessen van haar mediatrainer tijdens een interview. Zo luidt de gebruikelijke verklaring voor haar vertrek tenminste. Maar dat kan toch niet de werkelijke reden zijn dat ze moest aftreden? Je gaat iemand toch niet weg sturen omdat ze sociaal wat onhandig is? Er moet toch meer aan de hand zijn? Maar wat?

Een blik op het CV van Nijs en het duizelt je van de slimme carrièresprongen. Binnen Shell steeg haar ster snel: zij werkte zich op van business auditor tot corporate accountant en van corporate accountant tot manager e-commerce Shell in achtereenvolgens Londen en Manilla. Maar de politiek lonkte, en de VVD ontving haar in 2002 met open armen als staatssecretaris: jong, succesvol in het bedrijfsleven en nog vrouw ook. En was het niet zoals oud-leider Bolkestein zei: een goede bestuurder kan overal uit de voeten?

Dat viel tegen. Een bedrijf runnen bleek toch wat anders dan een land besturen. De managementstijl van die het bij Shell klaarblijkelijk zo goed deed, pakte nu verkeerd uit. Een interview met enkele voormalige chauffeurs van Nijs spreekt boekdelen. “Een rit met haar voelde alsof er een pitbull op de achterbank zat”, citeert een wakker journalist van het Algemeen Dagblad. En: “Op een rit van haar woning in Loenersloot naar Wolvega heb ik letterlijk met mijn neus op het stuur gezeten, omdat haar man per se achter mij moest zitten. Ik zat helemaal opgevouwen, terwijl de passagiersstoel leeg was.” Werkdagen van 18 uur waren niet ongebruikelijk. En dankbaar, ho maar: “Ik werd uitgescholden en gekleineerd. Op een rit was er per ongeluk een ehbo-doos onder een kledingzak geschoven in de kofferbak. ‘Door jou moet ik op mijn vrije avond kleding gaan strijken’, brieste Nijs.”

In het bedrijfsleven wordt het natuurlijke overwicht van iemand als Nijs op waarde geschat. Bij de overheid valt je ondank en onbegrip ten deel. Gelukkig voor Nijs regent het de laatste tijd ontslagen bij Shell. Het zal wel niet lang duren voordat ze een positie heeft waar ze beter tot haar recht komt.