Mobiliseer democratische oordeelskracht!
Een adequaat accountantsoordeel bij een eerlijke en duidelijke publieke verantwoording is bondig: Deugdelijk gecontroleerd en juist bevonden. Dit maatschappelijk relevante oordeel behoeft weinig woorden.
Het behelst een oordeel op rationele gronden over de semantische (betekenisvolle) weergave van de economische werkelijkheid van een maatschappelijke entiteit (bedrijf of overheid) volgens een democratisch verantwoordingskader, waarin gelijkwaardigheid van alle burgers en wederkerigheid vooropstaat (zie mijn column in dit blad van november-december 2005 over ‘De lessen van Rousseau’).
ONAFHANKELIJKE PERSOONLIJKHEID
Aan alles vooraf gaat de democratische bereidheid van bedrijven en overheden om eerlijk inzicht te geven volgens het materiële burgerlijke recht en/of het materiële comptabiliteitsrecht, onder meer tot uiting komend in het essentiële jaarverslaggevingsaxioma Substance over form (in Nederland gecodificeerd in art. 2:362 BW).
Ondemocratische ingrepen, formele spitsvondigheden en misleidende formuleringen zijn hiermee strijdig. Om een maatschappelijk relevant oordeel te kunnen geven moet een goede auditor derhalve beschikken over gerijpte deskundigheid en een mentaal sterke, rationele, wetenschappelijk gevormde en onafhankelijke persoonlijkheid.
Democratische verantwoording en accountantscontrole berusten op drie fundamentele pijlers: I. een rationeel mensbeeld, II. normatieve, rationeel-analytische principes, III. deductief- logisch daarvan afgeleide modellen (‘betekenisgebonden’ wiskundige ordeningen van de waarneembare werkelijkheid).
Deze modellen, te weten 1. het basismodel van de maatschappelijk economische ordening, waaronder het monetaire stelsel, een rechtstatelijke democratische verhouding tussen burger en staat, een adequaat eigendomsrecht en een niet tot geld beperkt welvaartsbegrip en waardebegrip, 2. het bedrijfsmodel en daarbij behorende elektronische en niet-elektronische bedrijfsprocessen, 3. een normatief jaarverslaggevingsmodel gericht op inzichtgeving, en 4. een model voor accountantscontrole uitgaande van volkomen controle moeten aan de volgende criteria voldoen:
a. duidelijkheid (waaronder een democratisch gedeeld vocabulaire!),
b. stabiliteit,
c. coherentie,
d. consistentie,
e. objectiveerbaarheid, en
f. verifieerbaarheid. De huidige modellen vertonen ernstige tekortkomingen en zijn incoherent.
MOBILISATIE
Adequate accountantscontrole van bedrijven en overheden moet ‘bedrijfsprocesgericht’ zijn als opmaat voor volkomen controle en reële weergave van de substance. De huidige controlebenadering is ongeschikt. Een geïntegreerd en wiskundig geformuleerd wetenschappelijk fundament is noodzakelijk.
Iedere onvolkomenheid in dat fundament vermindert de effectiviteit en leidt tot suboptimalisatie van de maatschappelijk economische ordening en welvaart. Dit geldt ook voorzover het maatschappelijk verkeer gerobotiseerd en verontmenselijkt is en geen bewuste ruimte meer laat aan de natuurlijke verbinding tussen ratio en gevoel en aan natuurlijke cognitieve beperkingen van de burgers.
Daarentegen levert ieder volkomen accountantsoordeel – als diep in bedrijfsleven, overheidssfeer en financiële sector doorgedrongen maatschappelijke kracht – een essentiële bijdrage. Pas daarmee wordt de in accountancy aanwezige oordeelskracht echt gemobiliseerd.
Drs. Ruud H. Veenstra RA heeft een lange staat van dienst als openbaar accountant van grote en internationale ondernemingen (vanaf 1970) en als onafhankelijk accountancyconsultant (vanaf 1992). Daarnaast publiceert hij regelmatig over vakonderwerpen. (www.veenstraaccountancy.nl)