Kritische ESG Data: Data klimaatverandering (deel 4)
Vanaf 2025 moeten veel organisaties gegevens over klimaatverandering gaan vastleggen. Weet u welke data u nodig heeft om te voldoen aan de Disclosure Requirements van ESRS.E.1 (European Sustainability Reporting Standard: Climate Change)? U heeft nog 1,5 jaar om ervoor te zorgen dat vereiste meetwaarden worden vastgelegd en kunnen worden ontsloten vanuit al de voorgeschreven dimensies.
Als de informatievoorziening niet (tijdig) op orde is, zit degene die verantwoordelijk is voor de rapportages namelijk met de gebakken peren. Overigens ben u niet de enige, als u hiervan geen helder beeld heeft. Typerend is de reactie van een CFO van een internationaal transportbedrijf dat druk bezig is met ESG. Als antwoord op wat de stand van zaken was, gaf hij aan dat er een ESG-directeur was aangesteld. Er waren al veel projecten gestart om te kijken hoe ze hun ‘carbon footprint’ in de operatie konden verbeteren. Ook waren ze bezig om hun dienstverlening te ‘elektroniseren’, omdat klanten daarom vroegen en de marges hoger waren. De ESG-directeur gaf elke 2 maanden een update, tijdens het MT-overleg. De CFO vond het wel interessant, maar besteedde er niet heel veel aandacht aan. Hij was namelijk druk bezig met de transformatie van Finance & Control en het implementeren van een nieuw ERP systeem…
Parallel werken aan data en beleid
In blog 1 Kritische ESG Data:Prioritering staat het advies om niet sequentieel te werken, maar parallel. Het formuleren van het beleid, de acties en doelen is ingrijpend, heeft een lange doorlooptijd en raakt met name de operatie. Dat een ESG-directeur hier veel energie insteekt, is uitstekend. Parallel is het verstandig om te bepalen welke data vereist zijn in het kader van klimaatverandering, arbeidskrachten en andere ESRS’s op basis van de materialiteit van de impact. Door te focussen wordt het behapbaar. Van ESRS.E1 (klimaatverandering) zijn bijvoorbeeld circa 19 bladzijden (van de 45) relevant in het kader van het analyseren van de benodigde data. Voor de desbetreffende Disclosure en Application Requirements (DR’s en AR’s) wordt bepaald welke meetwaarden en dimensies daarvoor nodig zijn. Door de regelgeving direct toe te passen op de eigen organisatie wordt het heel concreet en tastbaar. Vervolgens wordt vastgesteld welke data momenteel beschikbaar zijn, wat de bronnen zijn en hoe die ontsloten kunnen worden. Voor data die nog niet beschikbaar zijn, wordt bepaald hoe die gegenereerd en gerapporteerd kunnen worden. Door oplossingsgericht te werken wordt het praktisch.
Broeikasgasmissie belangrijke meetwaarde
Een belangrijke meetwaarde in ESRS.E1 is broeikasgasemissie. Veel organisaties zullen die (nu) nog niet meten en daarvoor (nog) geen systeem hebben. Dat lijkt problematisch, maar het biedt het ook een voordeel. Er is namelijk geen sprake van legacy. Dat is voor broeikasgasemissie met name belangrijk in het kader van de vele dimensies waarover gerapporteerd zal moeten worden. Om te beginnen is er het onderscheid tussen scope 1 (eigen uitstoot), scope 2 (uitstoot ingekochte energie) en scope 3 (uitstoot in de waardeketen). Dit is nog redelijk overzichtelijk, aangezien deze data uit verschillende bronnen komen. Daarnaast zal er gerapporteerd moeten worden over de ‘decarbonisation levers’ en hun kwantitatieve bijdrage aan de realisatie van targets, de bron van de eigen uitstoot, de aard van de ingekochte energie en in welke van de 16 categorieën de uitstoot in de waardeketen past. Als er nieuw systeem is (of wordt) aangeschaft om de broeikasgasemissie te meten, lijkt het logisch dat dit al de voorgeschreven dimensies omvat. Dit geldt waarschijnlijk ook voor de ‘broeikasgasverwijdering & opslag uit eigen operatie en in de waardeketen’ en de ‘broeikasgasreductie buiten de waardeketen door inkoop van carbon credits’. Het is natuurlijk wel zaak kritisch te blijven en vast te stellen dat het (nieuwe) systeem alle meetwaarden en dimensies bevat die nodig zijn voor de rapportage.
De grootste uitdaging is waarschijnlijk het vullen van het systeem. Belangrijke vragen in dit kader zijn: Wie is daarvoor verantwoordelijk? Hoe maken we dit makkelijk, zonder veel extra werk? Hoe zorgen we ervoor dat dit een onderdeel wordt van de dagelijkse werkzaamheden? Daarnaast wordt gekeken hoe de vastgelegde data worden ontsloten en gerapporteerd. Het is belangrijk het eigenaarschap goed te beleggen (zoals in blog 3 Beleggen eigenaarschap is beschreven).
Voor het rapporteren over de energieconsumptiemix zal waarschijnlijk een interface met het ERP-systeem gemaakt kunnen worden. Het gaat namelijk over de bron van de eigen en ingekochte energie die wordt ingezet en in hoeverre die ‘non-renewable’ is. Daarbij zal, in iedere geval voor de ingekochte energie, waarschijnlijk gebruik gemaakt worden van bestaande systemen. De meeteenheid is echter MWh (1.000 kilowatt uur). Dit is niet een meetwaarde die standaard in een (ERP-)systeem zal worden vastgelegd. Het zal aanpassingen in het systeem vereisen.
Door bij de analyse van vereiste data en dimensies oplossingsgericht te werken, wordt het heel praktisch. Voor elke uitdaging wordt een oplossing voorgesteld. Het is de basis voor de aanpak van de informatievoorziening, die ‘daarna alleen nog maar uitgevoerd hoeft te worden’. Als de CFO van het transportbedrijf met een ‘databril’ naar ESG kijkt, kan hij het gelijk toepassen bij het implementeren van het nieuwe ERP-systeem.
Welke data en dimensies moeten er geregistreerd worden van werknemers, zzp’ers en ingehuurde arbeidskrachten? Dat leest u in de volgende blog Kritische ESG-data deel 5: ‘Data arbeidskrachten’.
Welke informatie heb je nodig om te voldoen aan de Europese wetgeving met betrekking tot CSRD? Wat is de impact op de organisatie? Welke verbeteringen moet je doorvoeren in de informatievoorziening in het kader van ESG? De nadruk ligt op het toepassen van de kennis in jouw eigen organisatie. Tijdens de cursus werk je al aan het ontwikkelen van relevante deliverables.
Fred Conijn is managing consultant bij DynamicControl.NL. Hij heeft de aanpak en scan voor kritische ESG data ontwikkeld. Hij is dé expert in Nederland op het gebied van het toepassen van duurzame dynamische sturing. Fred is verbonden geweest aan de business universiteit Nyenrode als docent Management Control. In 2014 heeft hij het ‘Business Design Developing Expert Program’ van de Henley Business School afgerond. Sinds 1997 doet Fred onderzoek naar ontwikkelingen in de besturing van organisaties.
Zijn praktijkervaringen en onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in meer dan honderd artikelen en zeven boeken. Zijn laatste boek ‘Dynamische sturing in turbulente tijden’ is in 2021 verschenen.
Fred is docent Datagedreven Management Control bij het NBA. Hij behandelt de stof uit het boek en begeleidt de deelnemers bij het toepassen en bedrijfsspecifiek maken van dynamische sturing voor hun eigen organisatie.
Voor Alex van Groningen is Conijn tevens docent voor het programma ‘aan de slag met ESG’.