Imtech, hoe administrateurs het verschil hadden kunnen maken
Hoe is het mogelijk dat zo'n groot bedrijf als Imtech struikelt over een niet verstrekte lening die de omvang heeft van ongeveer twee procent van de omzet?
Door Theo van Houten
Op 13 augustus 2015 werd de Goudse installateur Imtech door de rechtbank failliet verklaard. Het enorme bedrijf, omzet 3,9 miljard euro, verkeerde al drie jaar in grote problemen, maar toch komt het bankroet redelijk onverwacht.
In mei jl. gaf de organisatie nog aan dat de weg naar herstel was ingezet en de twee topbestuurders die aan het begin van de crisis aan boord waren gehaald (ceo Van de Aast in 2012 en cfo Turkesteen in 2013) kondigden aan dat ze in 2016 afscheid van het bedrijf zouden nemen. Hun klus zat erop.
Op 28 juli 2015 bleek de situatie toch niet zo rooskleurig dan 10 weken ervoor gesuggereerd; er kwam een winstalarm. Het herstel zou langer gaan duren en er bleek ook meer cash nodig, namelijk 75 miljoen euro. Op een omzet van 3,9 miljard is dat natuurlijk een zeer klein bedrag, vooral omdat de banken van Imtech inmiddels ook hun grootste aandeelhouders zijn.
Dat banken de grootste aandeelhouders zijn, was overigens ongewild. Door eerdere emissies die door de banken werden gegarandeerd bleven zij met enorme pakketten aandelen zitten. De belangstelling van gewone aandeelhouders voor de (claim)emissies was namelijk gering. En dat terwijl het topmanagement van Imtech het goede voorbeeld gegeven had door privé aandelen te kopen. Van de Aast kocht op 12 mei 2015 19.357 aandelen en Turkesteen kocht er 13.936. Ook twee andere bestuurders kochten substantiële pakketten tegen 5,15 euro per aandeel.
De banken bleken begin augustus 2015 onvoldoende vertrouwen te hebben in de kansen van Imtech en besloten om de benodigde 75 miljoen euro niet aan het bedrijf te lenen. Een faillissement was vervolgens onafwendbaar. Hierdoor staan er niet alleen 22.000 banen op de tocht van medewerkers van Imtech, ook bij toeleveranciers en onderaannemers zal er enorme schade zijn. Openstaande rekeningen zullen immers niet of slechts deels betaald worden.
Maar daar stopt de schade niet. Ook anderen in de bouwketen zullen de schade voelen. Denk aan hoofdaannemers die Imtech ingehuurd hebben voor installatiewerk. Zij zullen nu waarschijnlijk (sommige onderdelen van Imtech maken kans op een doorstart) met andere partijen nieuwe onderhandelingen moeten voeren voor het uitvoeren van werkzaamheden, dat kost tijd en waarschijnlijk ook geld, want de markt is sterk verbeterd ten opzichte van bijvoorbeeld 2012 en 2013, waardoor de offertes hoger zullen uitvallen.
Ook de klanten van Imtech zullen de gevolgen merken. Op veel projecten is de garantietermijn namelijk 10 jaar, maar als Imtech failliet is, kan zij niet meer aan de garantieverplichting voldoen. Dat speelt helemaal omdat veel projecten via de DBFM(O) zijn afgesproken, wat staat voor design, build, finance, maintain en (operate). (Zie ook: Projectcontrol – tips voor een goede projectfinanciering).
Hoe is het mogelijk dat zo’n groot bedrijf als Imtech, dat jarenlang beurslieveling is geweest, struikelt over een niet verstrekte lening die een omvang heeft van ongeveer twee procent van haar jaarlijkse omzet? En waren de bestuurders van Imtech nu zo dom dat ze voor substantiële bedragen aandelen Imtech kochten?
Op 10 augustus 2015 publiceerde het Financieele Dagblad een reconstructie van het Imtechdrama. Daaruit wordt duidelijk dat het management van de organisatie weliswaar veel overnames deed, maar weinig energie stopte in de integratie van de bedrijfsonderdelen. Zo waren computersystemen niet aan elkaar gekoppeld. Ook werden maar weinig gegevens vastgelegd, zodat eigenlijk niemand wist wat de verstrekte garanties waren, welk geld er nog binnen zou komen of wat er afgesproken was over meerwerk.
Uit de reconstructie blijkt dat de organisatie geleid wordt door ingenieurs die de technische processen goed aanpakken, maar waar management-informatie een ondergeschoven kindje is. Oud-voorzitter van de RvC van Imtech Van der Lede zei vlak voordat hij voortijdig en gefrustreerd de organisatie verliet in op 16 mei 2015 in de NRC: “Het is werkelijk schan-da-lig! Ik had verwacht dat Imtech slachtoffer was van één zere plek in Duitsland. En dat er verder een stevige organisatie achter zat. Maar dat was niet waar. Er zat núl achter. Het was onthutsend. Imtech was niets meer dan een verháál.”
Met name de interne controle was binnen de organisatie erg slecht geregeld. Bij de besturing van een organisatie worden de werkelijke uitkomsten vergeleken met normen, zoals budgetten, standaarden of verwachtingen. Vervolgens kunnen gevonden verschillen nader geanalyseerd worden, waardoor er stuurinformatie ontstaat. In dat laatste traject – de analyses van verschillen – spelen controllers een erg belangrijke rol. Zij zullen hiervoor allerlei geavanceerde bedrijfseconomische tools kunnen gebruiken als project balanced scorecards en dergelijke. (Zie bijvoorbeeld: Projectcontrol – projectplanning II: geavanceerde sturing).
Maar als de werkelijke financiële situatie niet goed is vastgelegd, dan hebben dergelijke instrumenten helemaal geen zin!
De afgelopen jaren zijn administratieve en bedrijfseconomische beroepen en opleidingen sterk veranderd. Administrateurs werden controllers; sparring partners of zelfs business partners. De focus verschoof van registreren naar adviseren, zelfs ongevraagd. Op zich is het een prima ontwikkeling dat financieel specialisten zich veel meer als intern bedrijfseconomisch adviseur zijn gaan opstellen. En veel bedrijfseconomen vinden dat inmiddels ook veel leuker en interessanter. En vanzelfsprekend heeft het hoger onderwijs dit verschijnsel opgepikt en ook daar zien we dat er veel meer aandacht besteed wordt aan analytische en adviesvaardigheden.
Aandacht voor de administratie, boekhoudkundige kennis, het is allemaal minder belangrijk geworden. Zowel in het onderwijs als bij veel organisaties. “We hebben dure pakketten als SAP, Exact of…, dus de boekhouding zit wel goed”. Vergeten wordt dat een administratie goed moet worden ingericht én tijdig met de juiste gegevens moet worden gevuld. En daar is nog steeds menskracht voor nodig!
Bij Imtech waren er te weinig of in elk geval te weinig capabele administrateurs, zodat het management geen idee had hoe de organisatie er werkelijk voor stond. Banken vertrouwden het vervolgens niet meer, draaiden de kredietkraan dicht, met de bekende gevolgen. En dat gebeurde ondanks het feit dat Imtech gewoon goed was in datgene wat de klant wil, namelijk het installeren en onderhouden van technisch complexe systemen. Niet de techneuten maakten dus het verschil, maar de administrateurs!
In mei 2015 kocht het topmanagement van Imtech substantiële aandelenpakketten. De CEO voor circa 100.000 euro en dat belang is enkele maanden later vrijwel waardeloos. Een domme beslissing? Natuurlijk kunnen er andere zaken spelen. Maar als het topmanagement over betrouwbare informatie had beschikt, dan hadden ze waarschijnlijk of de aandelen niet gekocht of ze hadden betere prognoses aan de kapitaalverschaffers kunnen geven. De kans was dan groot dat Imtech nu nog steeds had bestaan.
Theo van Houten is hoofddocent management accounting aan de hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Daarnaast is hij onderzoeker en auteur van bedrijfseconomische publicaties, waaronder Bedrijfseconomie in de praktijk en financial control van projecten