Dividendbelasting omlaag van 25% naar 15%
Onlangs werd bekend dat staatssecretaris Wijn heeft voorgesteld om het inkomen van IB-ondernemers voor 9% vrij te stellen. IB-ondernemers betalen over de winst maximaal 47,3% inkomstenbelasting in plaats van 52%.
Effect van dit wetsvoorstel is dat het midden- en kleinbedrijf en het grootbedrijf in gelijke mate lastenverlichting krijgen. De mkb-winstvrijstelling van 9% betekent dat de ondernemer over zijn winst maximaal 47,3% inkomstenbelasting betaalt in plaats van 52%.
Verder stelde staatssecretaris Wijn voor om het tarief van de vennootschapsbelasting te verlagen van 29,6% nu naar 25% en het tarief voor winsten tot ruim 20.000 euro te verlagen naar 20%.
Daarnaast gaat het mkb-tarief in de vennootschapsbelasting (voor winsten tot ruim 20.000 euro) naar 20%. Het wetsvoorstel “Werken aan Winst” zal naar verwachting nog voor de zomer worden aangeboden aan de Tweede Kamer. Daarna wordt wetgeving in gang gezet. Bedoeling is dat die op 1 januari 2007 van kracht wordt.
De totale kosten voor de schatkist van de maatregelen bedragen 730 miljoen euro.
Frank Mélotte van Berk, Accountants en Belastingadviseurs uit Amsterdam vindt het voorstel van de staatssecretaris om de dividendbelasting te verlagen een achterhoedegevecht.
‘De dividendbelasting ligt immers wegens strijd met Europese regelgeving zwaar onder vuur. Op termijn is de volledige afschaffing van deze belasting dan ook zeker te verwachten. De staatssecretaris kiest richting 2007 blijkbaar niet voor de principiële oplossing van de afschaffing. Hij gaat voor een tussenvariant: verlaging van het tarief tot 15%.’
Mélotte vraagt zich af wie de staatssecretaris hier een plezier mee doet. ‘De verlaging van het tarief komt in ieder geval niet de binnenlandse aandeelhouders ten goede. Voor hen is de dividendbelasting immers vrijwel altijd een verrekenbare voorheffing. Voor buitenlandse aandeelhouders geldt vaak al een tot 15% of minder verlaagd tarief op grond van gesloten belastingverdragen.’
‘De belangrijkste partijen die wèl genieten van de verlaging van de dividendbelasting zijn buitenlandse pensioenlichamen. En dan nog slechts zij die niet, via het EU-Verdrag, de onverbindendheid van de dividendbelasting kunnen afdwingen. Of die nu echt ‘werken aan de winst’ in Nederland betwijfel ik, aldus Mélotte.
Verbetering Nederlandse concurrentiepositie
‘De verlaging van de belasting op uitgekeerde dividenden valt prima te rijmen met een van de speerpunten van dit kabinet: de verbetering van de Nederlandse concurrentiepositie, vindt Olaf Ernst van der Donk van Allen & Overy.
‘In dat kader is een verlaging van de dividendbelasting toe te juichen. Hoewel het effect van de verlaging weliswaar beperkt zal blijven, zal de maatregel het imago van Nederland als vestigingsland ten goede komen.’
‘In Nederlandse verhoudingen kan de dividendbelasting worden verrekend of valt deze onder de deelnemingsvrijstelling. In verdragssituaties geldt veelal al het belastingtarief van 15%, of zelfs 0%. Door de voorgenomen verlaging zal Nederland vooral voor investeerders uit niet-verdragslanden aantrekkelijker worden als vestigingsland’, aldus Van der Donk.
Veel onduidelijkheid voor DGA
‘Staatssecretaris Wijn heeft de oorspronkelijke plannen ter financiering van de belastingverlagingen verzacht.’ ‘Het voorstel is nu dat op bedrijfspanden fiscaal mag worden afgeschreven tot 50% van de economische waarde, in plaats van tot 100%’, weet Ton Krol, tax partner, Horlings, Brouwer & Horlings uit Amsterdam.
‘De speciale belastingtarieven voor renten op groepsleningen en royalty’s zouden 5% respectievelijk 15% gaan bedragen. Voor DGA’s is het de vraag of het aanmerkelijk belangtarief ook omlaag gaat van 25% naar 15%. Wij kijken met veel belangstelling uit naar de tekst van het wetsvoorstel’, aldus Krol.