‘Betere aanpak nodig voor ondernemer met schulden’
Geef ondernemers met coronaschulden een tweede kans of een zachte landing. Dat zeggen MKB-Nederland en VNO-NCW in reactie op het nieuwe rapport Activeren en faciliteren van de aanjager aanpak problematische schulden ondernemers, Bruno Tideman.
Volgens Tideman hebben ruim 225.000 ondernemers nog coronaschulden bij de overheid. Ze hebben zich sinds de pandemie onvoldoende kunnen herstellen, onder meer vanwege stijgende kosten, inflatie en de verslechterende economische situatie. Voor naar schatting 55.000 ondernemers staat hun toekomst op het spel. Het grootste deel van deze groep betreft zelfstandigen die ook persoonlijk aansprakelijk zijn, wat hen extra kwetsbaar maakt omdat zij bij faillissement ook privé worden geraakt.
Aanbevelingen
Tideman komt in zijn rapport met diverse aanbevelingen om de aanpak van problematische schulden voor en bij ondernemers te verbeteren.
Hij stelt dat het gaat om een maatschappelijk probleem dat de overheid moet helpen oplossen: gezien de grote groep ondernemers die het betreft en omdat zij in financiële problemen zijn gekomen als gevolg van overheidsingrijpen (lockdowns). [Artikel gaat verder na de volgende alinea]
Schrijf u daarom nu in voor de FM-nieuwsbrief met al het relevante nieuws en unieke en inspirerende (netwerk)evenementen en volg ons op Linkedin.
Belangrijkste punt is dat maatwerk bij schuldeisers mogelijk moet blijven, als bedrijven tenminste levensvatbaar zijn, zegt Tideman. Hij stelt één methode voor het vaststellen van die levensvatbaarheid voor, plus een voucherregeling om de kosten daarvan te dekken. MKB-Nederland en VNO-NCW zijn van mening dat als een bedrijf inderdaad levensvatbaar is, de termijn van terugbetaling bij de Belastingdienst – als veruit de grootste schuldeiser – ook moet kunnen worden verlengd. De Belastingdienst kan met maatwerk voorkomen dat er ongecontroleerde faillissementen gaan ontstaan waarbij de problemen ook doorsijpelen naar andere ondernemers (leveranciers).
De ondernemersorganisaties pleiten op basis van het rapport ook voor verlenging van het tijdelijk (tot 1 april 2024) versoepelde regime bij de Belastingdienst, waardoor de dienst bij een schuldsanering genoegen neemt met hetzelfde percentage dat andere schuldeisers krijgen, in plaats van de gebruikelijke 200 procent.
Toegangspunt voor hulp en advies
Tideman constateert in het rapport dat het hebben van problematische schulden vaak verlammend werkt, waardoor ondernemers post niet meer openen en geen of pas laat hulp zoeken. Een persoonlijke benadering – door de Belastingdienst, andere schuldeisers, gerechtsdeurwaarders – zou helpen, net als een toegangspunt waar ondernemers voor hulp en advies terecht kunnen. Er zijn tal van organisaties die al dan niet gratis hun diensten aanbieden, maar ondernemers zien door de bomen het bos niet. Gemeenten zouden het aanspreekpunt moeten zijn, maar ondernemers zien de overheid niet direct als gesprekspartner. De ondernemersorganisaties constateren bovendien dat het bij gemeenten nogal eens ontbreekt aan specifieke kennis over ondernemerschap. In het rapport staan ook op het punt van ondersteuning tal van goede aanbevelingen, zoals een belangrijkere rol voor accountants en andere financieel adviseurs.
Minnelijke schikking
MKB-Nederland en VNO-NCW zijn het ook eens met de aanbeveling dat de regeling minnelijke schikking natuurlijke personen veel meer en beter moet worden ingezet. Die regeling kan worden gebruikt om het bedrijf te herstructureren of om een zachte landing mogelijk te maken, waardoor de ondernemer niet in een faillissement of WSNP-traject (wet schuldsanering natuurlijke personen) terechtkomt en huis en pensioen kan verliezen.
TOA-krediet inzetten
De ondernemersorganisaties vinden verder onder meer dat het zogeheten TOA-krediet (corona-doorstartkrediet) ook moet kunnen worden ingezet als overbruggingskrediet voor in de kern gezonde, levensvatbare bedrijven. Nu is die regeling alleen bestemd voor bedrijven die gebruikmaken van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA). Dat is in hun ogen onterecht, omdat de WHOA door de erg hoge begeleidingskosten voor kleinere bedrijven geen begaanbare weg is.