AFM heeft weer een geval beet van handel met voorkennis
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft vastgoedinvesteerder Bever Holding twee boetes opgelegd met een totale waarde van 5 miljoen euro. Het bedrijf zou een tijd lang hebben nagelaten voorwetenschap tijdig openbaar te maken. Ook heeft Bever Holding onjuiste informatie verspreid, stelt de markttoezichthouder.
- AFM beboet Bever Holding voor 5 miljoen euro wegens marktmisbruik
- Bever Holding verzwijgt en misleidt over verkoop van percelen in Noordwijk
- Beleggers misleid door Bever Holding, AFM legt twee boetes op
Centraal in de kwestie staat de verkoop van tien percelen in Noordwijk door de vastgoedonderneming aan een projectontwikkelaar. In november 2020 werd daarvoor een akkoord op hoofdlijnen gesloten, de koopovereenkomst werd twee weken later getekend. Maar in september 2021 werd de verkoop pas openbaar gemaakt in een persbericht.
In de periode daartussen heeft Bever Holding ook nog onjuiste informatie naar buiten gebracht, stelt de AFM verder. Zo stond in het jaarverslag over 2020 dat er nog geen definitieve invulling was voor de percelen in Noordwijk, terwijl deze op dat moment al waren verkocht. “Dit is zonder meer misleidend voor beleggers”, aldus de AFM. [Artikel gaat verder na de volgende alinea]
Schrijf u daarom nu in voor de FM-nieuwsbrief met al het relevante nieuws en unieke en inspirerende (netwerk)evenementen en volg ons op Linkedin.
De marktwaakhond legt de boetes op omdat Bever Holding een aan de beurs van Amsterdam genoteerde onderneming is. Daarom is het bedrijf bij wet verplicht om informatie zo snel mogelijk openbaar te maken. Ook is het verboden om de markt te manipuleren, bijvoorbeeld door het verspreiden van onjuiste informatie.
“Door de beide overtredingen hebben beleggers in het aandeel Bever Holding gedurende een periode van tien maanden gehandeld op basis van onvolledige en zelfs misleidende informatie met betrekking tot het fonds”, concludeert de AFM. Volgens de toezichthouder moeten de boetes bijdragen “aan het bewustzijn over het belang van een tijdige en niet-misleidende informatievoorziening aan beleggers”.