Wanneer ben je eigenlijk een ‘topeconoom’?
Aan het begin van de week stonden de kranten vol van en over de ‘topeconomen’ bij o.a. herstel.nl en hun plan. Wat maakt dat iemand deze eretitel krijgt opgeplakt?
Offline en online worden we al jarenlang doodgegooid met de meningen en ‘duidingen’ van ‘topeconomen’. Zo mocht ik zelf o.a. ooit aan een panel bij Pakhuis de Zwijger meedoen over ‘Dagboek van een bankier. De dagelijkse werkelijkheid achter de prooi’ naast topeconoom Arnout Boot, kroonlid en iemand met waarschijnlijk het meeste aantal commissariaten van Nederland, maar dit terzijde.
Ook bij herstel.nl waren ‘topeconomen’ volgens o.a. de @NRC betrokken: Coen Teulings (ex-president van het CPB), Barbara Baarsma van de Rabobank en Hoogleraar Economie Bas Jacobs. Nou weet ik vanuit mijn eigen wetenschappelijk achtergrond, dat er a) veel verschillende deelgebieden binnen de economie zijn en b) dat je een topeconoom bent als je volgens je eigen gerenommeerde vakgenoten een bepaalde kwaliteit onderzoek hebt gedaan en bijvoorbeeld recent baanbrekende publicaties hebt geschreven in internationaal gerenommeerde vakbladen.
Daar kom je pas in wanneer je aan een groot aantal kwaliteitsnormen hebt voldaan, dus dat betekent echt wel wat. Daarnaast telt het ook mee als je aan internationaal gerenommeerde universiteiten of business schools hebt gestudeerd. ‘wereldberoemd in Nederland’ is dus niet genoeg.
Een Quick Scan op LinkedIn en op de cv’s (Wikipedia, LinkedIn etc.) van de betrokkenen leveren daar niet veel expliciet bewijs. De geciteerde publicaties van Teulings en Baarsma lijken bijvoorbeeld van rond 2004 t/m 2006 te zijn, niet echt recent lijkt het. Maar ik kan het gewoon gemist hebben natuurlijk. Kan gebeuren.
Of is er iets heel anders aan de hand? Word je door de mainstream-media online en offline om een hele andere reden ‘topeconoom’ genoemd? Door leden van economieredacties bij de grote dagbladen en bij de publieke omroep zoals bij Nieuwsuur bv ? Het lijkt er wel op. Wat kan ‘topeconoom’ in hun definities dan mogelijk zijn?
– Je hebt een hoge functie bij een grootbank als ABN AMRO, ING en of Rabobank: je bent een ‘Head of’;
– Je bent hoogleraar of professor aan een Hogeschool, Universiteit of bij Nyenrode en het woordje ‘economie’ of ‘finance’ komt in je titel voor.
– Je komt vaak op radio en of tv.
– Je hebt veel volgers op sociale media.
– Ze behoren tot je politiek familie.
– Je ziet er goed uit (vrouw en/of man) en doet het goed op tv.
– Je bent een bekende van de leden van economieredacties van grote bladen of van programma’s van de publieke omroep.
– Je bent kroonlid in de SER.
– Je schrijft columns bij de grote dagbladen of het Financieele Dagblad.
– Ze kennen je.
In de praktijk versterken deze factoren elkaar vaak ook natuurlijk of combineren mensen verschillende aspecten en word je vervolgens steeds meer ‘top’ omdat je in veel praatprogramma’s wordt uitgenodigd, veel wordt geïnterviewd en iedere week een column schrijft in een dagblad of een weekblad. En als je het maar vaak genoeg zegt en noemt online en offline, dan word je het vanzelf: gratis endorsement, promotie en marketing.
In termen van ‘de oude normaal’ economie is dit systeem van ‘topeconomen’ een belangrijk onderdeel van de ‘groeien moet’ economie en het ‘groeien moet’-ecosysteem in Nederland. En het verklaart ook veel van de achterhaalde financieel-economische mythevorming en flaters zoals het plan van herstel.nl.
Echte professionele en onafhankelijke journalisten zijn inhoudelijk goed op de hoogte van het betrokken vakgebied, zijn een luis in de pels en gaan niet naar feestjes en partijtjes van de mensen die je geacht wordt inhoudelijk te beoordelen. En je moet er ook niet financieel afhankelijk van zijn en/of worden met de dagvoorzitterschappen en je lezingen. Wat je boven alles moet doen is factchecking, achter je laptop vandaan komen en dan tot de conclusie komen of de beweringen en ‘duiding’ van de betrokkene relevant is voor de kijker en/of de lezer.
Daar is zeker in deze Coronacrisis enorm behoefte aan.
P.s. Ik ben dus zelf ook geen ‘topeconoom’ en die ambitie heb ik ook helemaal niet. Als ik voor mijn vrouw, familie, vrienden en klanten maar ‘top’ ben in deze crisistijd. Mooi toch?
Door Tony de Bree. Hij is auteur van ‘Groeien zonder te groeien. Succesvol ondernemen in de betekeniseconomie’, ‘Overlevingsstrategie voor startups’ en ‘De scale-up blueprint’. Sinds 1997 spot hij succesvol bedrijven als Amazon, Bol, ASML, IKEA en PayPal. Hij is ICT-lid in RvC’s en werkte bij ABN AMRO, als Dragon bij corporate venturing en als global splitsingsmanager KYC.