Waarom laten we belastingontwijking toe?
Een serie blogs over strategisch waardemanagement.
Een doel is een droom met een eindstreep.
Het stoppen van belastingontwijking is zo’n droom. Belastingontwijking lijkt welhaast een natuurwet: zoals water naar het laagste punt stroomt, zo vloeien ondernemingswinsten naar landen met de laagste belastingtarieven.
Het ís alleen geen natuurwet, het is iets dat wij toestaan. Belastingconcurrentie is een keuze die we collectief hebben gemaakt. Het is daarmee ook iets waar wijzelf wat aan kunnen doen.
Door Leo van de Voort. Hij is bestuursadviseur bij Fuel for Living Strategies, voormalig directeur corporate finance Kempen & Co en en co-auteur van het boek Risicovreugde.
Er zijn twee opties om structurele belastingontwijking door multinationals te stoppen.
1. Regeringen kunnen ook zélf bepalen in welk land bedrijven belasting moeten betalen.
De oplossing van Saez en Zucman, in hun The Triumph of Injustice: How the Rich Dodge Taxes and How to Make Them Pay (2019). Zij presenteren een bijzondere remedie tegen belastingontwijking: laat andere landen de achterstallige belastingen heffen die belastingparadijzen weigeren op te leggen aan multinationals. Het is tegenwoordig vrij nauwkeurig (lees: exact) te bepalen hoeveel vennootschapsbelasting bedrijven overal ter wereld betalen. Op die wijze is ook het mondiale belastingtekort van een multinational te berekenen.
Stel dat Starbucks 12 procent van zijn koffie in Nederland verkoopt: de Nederlandse belastingdienst zou dan gewoon 12 procent van Starbucks’ mondiale belastingtekort kunnen opeisen. Dat is eenvoudig, transparant én legaal. En lucratief.
2. We belasten nu die winst die resteert na (nagenoeg) alle transacties.
Daarin ook de klassieke belastingtrucs van Starbucks, Apple, Google, Nike e tutti quanti: knip je bedrijf op in kleinere vennootschappen, vestig die in landen met fijne belastingregimes (bijvoorbeeld Anguilla, Ierland, Nederland) en schuif de winst van vennootschap naar vennootschap. Laat die vennootschappen elkaar vergoedingen betalen voor met name immateriële zaken: receptuur (zoals bij Starbucks), logo’s (zoals de swoosh van Nike) en zoektechnologie (zoals Google). De hoogte van die vergoedingen bepalen multinationals zelf, dus ze bepalen ook zelf de hoogte van de winst, en waar ze die laten neerslaan.
Als we in de verlies- en winstrekening belasting heffen over het bedrijfsresultaat vóór deze goochelarij, dan is het zo afgelopen met het feest van transfer pricing.
Wie het ooit heeft gezegd, weet ik niet – ik dacht Groucho Marx, maar voor deze belastingontwijking geldt: “Een idee kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor de mensen die erin geloven.”
Politiek aan zet
Een level playing field voor waarderealisatie op middellange termijn, verbonden aan maatschappelijke verantwoordelijkheid: daar kunnen en moeten we eens wat aan gaan doen. Maar als het erop aan komt, zakt de politieke moed altijd naar het laagste niveau: wegkijken en verlamming. Dan wordt alles van waarde weerloos.
Alle blogs van Leo van de Voort voor u op een rij gezet.
(foto: Henley Design Studio, Unsplash)