Productiviteitsgroei moet hoger, maar hoe?

Ontoereikende productiviteitsgroei schaadt Nederlands concurrentievermogen. Hoe lossen we dat op?

Een serie blogs over strategisch waardemanagement.

BLOG – Nog altijd bestaat er in 'de BV Nederland' een grote angst dat louter aandeelhouders van het internationale grootbedrijf profiteren van de hoogconjunctuur. Dat is op zijn minst pathetisch. De groeiramingen van het CPB (begin maart 2020) duiden onomwonden op loonstijgingen in de komende jaren. De reële contractloonstijging komt – na inflatie – uit op 1,2 procent in 2020 en 1,1 procent in 2021. Dat is beduidend hoger dan de voorziene productiviteitsstijging van 0,4 procent , respectievelijk 0,9 procent. Aan de basis van dit alles stonden de historisch lage werkloosheid en het heel hoge aantal vacatures per werkzoekende.

Door Leo van de Voort. Hij is bestuursadviseur bij Fuel for Living Strategies, voormalig directeur corporate finance Kempen & Co en en co-auteur van het boek Risicovreugde.

Dus: per saldo stijgt het inkomensaandeel van arbeid in de totale productie in een jaar (de arbeidsinkomensquote, aiq) naar 75,9 procent in 2021. Dat is – let wel – ongeveer 2 procent boven het gemiddelde van de laatste twee decennia. Dat leest als: dat 75,9 procent van de waarde van wat we per jaar produceren als beloning toekomt aan arbeid.

Volgens het World Economic Forum is Nederland de meest concurrerende economie van Europa. Dat mag zo zijn, maar in termen van economische groei per capita is Nederland niet meer dan een middenmoter. Dat klemt omdat daarmee innovatie en waardegroei steeds verder worden gemarginaliseerd. Dat maakt ons land steeds minder aantrekkelijk en onze bedrijven een steeds aantrekkelijker overname target. Hier proberen we ons met wetgeving tegen te wapenen, terwijl productiviteitsstijging en waardegroei beter zouden zijn.

Ontoereikende productiviteitsgroei

Wat is hier het achterliggende probleem? Naar mijn mening is dat de zeer ontoereikende productiviteitsgroei in Nederland. De productiviteitsgroei schommelt sinds 2010 zo rond de 0,5 procent – wat in historisch perspectief zeer laag is; in de twee decennia daarvoor was de productiviteitsgroei een factor drie hoger.

Verklaringen hiervoor zijn tweeledig: in de eerste plaats het onvoldoende daadwerkelijk investeren in 'living assets' (human capital), doordat we inzetten op flexwerkers en zzp'ers, en, in de tweede plaats, het nauwelijks benutten van nieuwe technologie. Verder kan ook de zeer geringe baanmobiliteit een rol spelen.

Als 'de BV Nederland' zich ergens écht druk over zou moeten maken is het wel hierover. De arbeidsmarkt moet grondig herdacht worden en in het menselijk kapitaal moet veel meer worden geïnvesteerd. Daarnaast moeten robotisering, AI/BI, etcetera veel nadrukkelijker op de investeringsagenda, zowel van de overheid als van bedrijven. En ook van nieuwe toetreders op de arbeidsmarkt. In deze mix zit een verborgen potentieel aan nationale economische groei en positieve bedrijfskasstromen. En die maken nog altijd de waarde uit.

Alle blogs van Leo van de Voort voor u op een rij gezet.

Gerelateerde artikelen