Peter Visser van Egeria, Je moet op elkaar terug kunnen vallen

Ook aan Private Equity-partijen gaat de recessie niet voorbij. Dat geldt eveneens voor investeringsmaatschappij Egeria. Toch hoor je managing partner Peter Visser niet klagen. 'Het aantal deals is afgenomen, maar dat geldt ook voor de concurrentie.'

De Vendor-transactie. Volgens managing partner Peter Visser typisch Egeria. Vendor, een bedrijf in toilethygiëne, is niet al te bekend onder de gemiddelde Nederlander. Egeria, dat in 1997 werd opgericht met geld van de familie Brenninkmeijer, kocht het bedrijf in 2000 en heeft het nog steeds in zijn portfolio. ‘Dat kan wat ons betreft best nog eens negen jaar het geval zijn’, stelt Visser. Want Vendor groeit continu door, ook gedurende de huidige recessie. En er is nog veel mogelijk op het gebied van productontwikkeling.

‘Waarom zouden we verkopen? Behalve als we de hoofdprijs krijgen natuurlijk’, lacht Visser. Als de managing partner een bedrijf vindt passen, heeft hij er veel voor over om deze aan zijn portfolio toe te voegen. Hans Vermeulen van Ad van Geloven poeierde hem af, maar daar liet Visser het niet bij zitten. Hij ging langs. ‘Na één afwijzend telefoontje geef ik niet op. Het is toch het beste om langs te gaan. Dan merk je meteen hoe het klikt, want “het” moet ook leuk zijn. Waarom zou je samenwerken met mensen met wie je niet iets hebt.’

Chemie
Al past een bedrijf in potentie goed bij Egeria, als er tijdens de gesprekken met management, de commissarissen en midden management geen chemie blijkt te zijn, houdt het op. Visser: ‘Je hebt binnen vijf minuten wel in de gaten of het goed zaken doen is. Chemie is essentieel omdat je gemiddeld zo’n vijf jaar met die mensen doorbrengt, dan kun je je niet veroorloven dat het stroef loopt. Je komt gedurende die jaren geheid problemen tegen en dan moet je op elkaar terug kunnen vallen.’

Al is de bedrijfscultuur essentieel, deze factor valt volgens Visser moeilijk te wegen. ‘Daar heb ik de afgelopen jaren wel oog voor gekregen. Hoe het management met het midden management en de ondernemingsraad omgaat, zegt heel veel. En zie ik het aan het begin niet, dan komen zulke zaken tijdens de due diligence wel naar voren. Wat dat betreft hebben de huidige economische tijden ook voordelen. Er zijn nauwelijks nog auctions, waardoor we ouderwets de tijd hebben om aan bedrijven te snuffelen.’

Voorwaarden
Egeria investeert in alle sectoren, met uitzondering van High Tech, typische handelsfirma’s met een hoge omzet en een lage marge of dubieuze bedrijven die met gokken en drank te maken hebben. Transacties worden gesloten met Nederlandse bedrijven of bedrijven die een link met Nederland hebben. Egeria leeft het voorwaardenlijstje strikt na. Zo moet de EBITDAmarge op de omzet goed zijn, rond de tien procent, en het bedrijf moet een gezond management hebben met wie toekomstplannen te maken zijn.

Visser: ‘Een van onze doelen is de EBITDA in een periode van vijf jaar te verdubbelen. We maken een vijfjarenplan voor waar we met het bedrijf naar toe willen. Dat houdt in dat we in het begin al bedenken wie het op den duur zou willen kopen, daar stemmen we de plannen op af.’ Visser is enthousiast over het cradle to cradle-principe. ‘Ik denk dat dit echt iets toevoegt en opbrengt. Dat principe gaan we ook doorvoeren bij bedrijven in ons portfolio die daar uit zichzelf nog niet mee bezig zijn.’

Overdreven negatief
Ondanks de recessie hoor je Visser niet klagen. Egeria heeft het relatief makkelijk. Zo haalde de investeringsmaatschappij onlangs nog 500 miljoen euro op en is deze verwikkeld in twee acquisities. ‘In private equity en in recessietijd moet je vooral de lange termijn voor ogen houden. Wel zijn we door de crisis in de selectie van bedrijven selectiever geworden. Egeria zoekt naar pareltjes die ondanks of dankzij de crisis groeien.

Verschillende branches vertonen groei, zoals life sciences. Er komen nieuwe behandelmethodes. Er worden nieuwe geneesmiddelen ontwikkeld. Natuurlijk is het aantal potentiële deals afgenomen, maar er is ook uitminder concurrentie. De markt moet niet doorslaan in negativisme, evenals dat het overdreven optimisme van begin deze eeuw niet goed was. Het draait erom de middenkoers te varen.’

De crisis zal private equity niet blijvend veranderen, denkt Visser. Hij is ervan overtuigd dat als de economie weer opleeft we weer terugvallen in oude patronen. De auctions komen terug en al zijn investeringsmaatschappijen misschien even wat voorzichtiger, snel keert het enthousiasme terug. En daarmee de hoge financieringen. ‘Elke vijf jaar ontstaat een nieuwe bubbel – of het nou internet of vastgoed is. Er is behoefte aan oneindige groei. Dan worden recessietijden en wat we daarvan geleerd hebben vergeten.

Oneindige groei
Egeria ging niet mee in de internet- of financieringsbubbel. Tot vermaak
van sommige concurrenten.’ Maar het lachen verging hen toen de bubbels uiteenspatten. ‘Egeria financiert nooit meer dan vier tot vijf maal de EBITDA’, zegt Visser. ‘Door dat conservatisme worden we soms als het lokale boertje gezien, maar we hebben de afgelopen jaren elk jaar dertig procent return gemaakt en dáár draait het om.’ Ook buiten de private equity-wereld valt op dat Egeria anders is.

‘Als we bij bedrijven op bezoek gaan, hebben ze ons vaak al gegoogled. Ze weten daardoor dat een groot deel van onze financiering afkomstig is van familiebedrijven – bijvoorMaar het lachen verging hen toen de bubbels uiteenspatten. ‘Egeria financiert nooit meer dan vier tot vijf maal de EBITDA’, zegt Visser.

‘Door dat conservatisme worden we soms als het lokale boertje gezien, maar we hebben de afgelopen jaren elk jaar dertig procent return gemaakt en dáár draait het om.’ Ook buiten de private equity-wereld valt op dat Egeria anders is. ‘Als we bij bedrijven op bezoek gaan, hebben ze ons vaak al gegoogled. Ze weten daardoor dat een groot deel van onze financiering afkomstig is van familiebedrijven – bijvoorbeeld de familie Brenninkmeijer. Bovendien bestaat onze portfolio uit veelal oer-Hollandse bedrijven. Gesprekspartners voelen zich daar al gauw bij passen.’ Egeria wil waarmaken wat het belooft. Visser: ‘We investeren fors in bedrijven, breiden de productiecapaciteit uit en besteden aandacht aan arbeidsomstandigheden. We zijn geen krenten.’

Echt tegenstand heeft Visser nog niet ervaren vanuit de over te nemen bedrijven. Transparantie ligt daar wellicht aan ten grondslag. Visser legt veel uit, onder andere aan de ondernemingsraad. ‘Ondernemingsraden hebben vaak zorgen over aan wie het bedrijf uiteindelijk wordt verkocht en of ze daar inspraak in hebben. We verzekeren ze ervan dat we uit sluitend aan een fatsoenlijke partij verkopen. Persoonlijk denk ik dat onfatsoenlijke partijen inmiddels wel de markt uit zijn, maar zo niet, dan zullen we ook als ze de hoofdprijs bieden niet met hen in zee gaan. Zover is het nog niet gekomen. Investeerders hebben we wel afgewezen. Egeria gaat alleen voor betrouwbare families of fondsen.’

Toekomst PE
Visser vreest niet voor het imago van Egeria door negatieve berichtgeving over private equity in de media. ‘Dat is het gevolg van totale onkunde. De negatieve beelden zijn gebaseerd op een aantal slechte deals. Maar wat in de krant staat, gaat wel weer voorbij.’ Hij legt de nadruk op de goede voorbeelden, zoals KKR die Vendex overnam. ‘Ik kan niet anders zeggen dan dat het een godsgeschenk is geweest.

Wat de familie Drees in veertig jaar voor elkaar kreeg, lukte KKR in vier jaar. Dat Amerikaanse, het enthousiasme en die professionaliteit, daar kunnen we in Nederland nog een voorbeeld aan nemen. Over PCM was iedereen in eerste instantie enthousiast, maar daar is niet voldoende over nagedacht. In deze roerige tijdens is private equity vooral ook interessant als er behoefte is aan risicokapitaal.’

Volgens Visser ziet de toekomst van private equity er goed uit. ‘Voor de langere termijn zie ik de invloed eerder groter dan kleiner worden. Dat is geen hoogmoed. Er is gewoon behoefte aan een stabiele aandeelhouder. De gemiddelde aandeelhouder van een beursgenoteerde onderneming blijft slechts negen maanden verbonden, die gaat voor korte termijn rendement. Investeringsmaatschappijen blijven veel langer verbonden. Wij zijn “meewerkend” aandeelhouder.’


Gerelateerde artikelen