Investeren in de natuur

Staatsbosbeheer wordt sinds kort gefinancierd met behulp van de Index Natuur, Landschap en Recreatie. Drs. Karola Rentenaar RA, concerncontroller bij de natuurbeheerder, spreekt enthousiast over de veranderingen. 'Ik ben geïnspireerd door het gebruik van de Index in combinatie met de mogelijkheid en vooral onmogelijkheid om een relatie te leggen tussen de input in geld en maatregelen en de uitkomsten daarvan. Uitkomsten die een effect hebben op de kwaliteit van een groene leefomgeving voor mens, plant en dier.'

Staatsbosbeheer is in 1899 opgericht om de Nederlandse staatsbossen te beheren en nieuwe bossen aan te leggen. In de loop van de twintigste eeuw zijn de taken uitgebreid met natuurbescherming, landschapsontwikkeling, recreatie en groene gebiedsontwikkeling. Zij beheert op dit moment zo’n 250.000 hectare natuur.

De organisatie wil de blijvende relatie tussen mens en natuur stimuleren en kiest zodoende voor natuur die meerdere functies vervult en waarvan de mens onderdeel is. Deze missie voert Staatsbosbeheer uit volgens een meerjarenvisie die is gebaseerd op de pijlers natuur, landschap, recreatie en vermaatschappelijking.

Staatsbosbeheer was onderdeel van het ministerie van LNV en is sinds 1998 een verzelfstandigde overheidsorganisatie. Jaarlijks maakt de organisatie met het ministerie afspraken over beheer, budget en doelstellingen. De minister van LNV blijft eindverantwoordelijk. Bij Staatsbosbeheer werken ongeveer 1.000 medewerkers.

Nieuwe sturingsfilosofie
De Index is een instrument om de natuur in Nederland mee te benoemen en de kosten van het beheer in beeld te brengen. Er is een typologie ontwikkeld bestaande uit natuur-, beheer- en recreatietypen, waarmee de natuurgebieden in Nederland op eenduidige wijze kunnen worden beschreven.
Terreinbeherende organisaties zoals Staatsbosbeheer gaan deze index gebruiken voor de aansturing van het interne beheer. Ook vormt de Index de basis voor afspraken tussen Staatsbosbeheer en de overheid, het ministerie van LNV en de provincies over de financiering van en de verantwoording over het gevoerde beheer. De Index Natuur, Landschap en Recreatie bestaat dus uit twee delen: een typologie van de beheer- en recreatietypen en daarnaast standaardkostprijzen van die beheer- en recreatietypen.

De Index sluit aan op de nieuwe sturingsfilosofie voor het beheer, die gebaseerd is op vertrouwen in beheerders. De overheid bepaalt in overleg met beheerders het wat, de beheerders bepalen het hoe. In plaats van gedetailleerde voorschriften en controles, worden beheerders gecertificeerd en vindt controle plaats via audits op de interne bedrijfssturing/kwaliteitszorg van beheerders.

Beheerders krijgen een vergoeding voor het beheer van een beheertype via een financieel stelsel. Naast dit financiële stelsel wordt een kwaliteitszorgsysteem voor het natuurbeheer ontwikkeld. Dit systeem maakt het gesprek tussen overheid en beheerder mogelijk over bereikte resultaten, op grond waarvan bijstelling van beleid en beheer kan plaats vinden en niet wordt afgerekend. De index vormt een centraal instrument in zowel het financiële- als het beleidsinhoudelijke spoor.

De nieuwe filosofie betekent een flinke aanpassing in de wijze waarop Staatsbosbeheer en de ketenpartners worden aangestuurd. Wat ligt hieraan ten grondslag?
‘Het belangrijkste is dat we in 1998 zijn verzelfstandigd. Toen kregen we de opdracht mee om beter werk te leveren tegen lagere kosten. Dat betekent meer verantwoordelijkheid om eigen inkomsten binnen te halen. We hebben toen onze marktactiviteiten gecentraliseerd in een aparte divisie, daar zitten bijvoorbeeld onze hele houtverkoop en  buitenleef-woningen in. In 2007 hebben we een zogenaamde ‘Groene veld conferentie’ gehouden. Samen met het ministerie van LNV hebben we toen vastgesteld dat het goed zou zijn om een gemeenschappelijke taal te spreken en daarmee de sturing te verbeteren. Voor die tijd hanteerden we een indeling in 110 soorten landschappen. Als we het over een graslandschap hadden, bedoelden we allemaal iets anders. Dat is natuurlijk niet handig. Ook niet voor landbouw. En dan heb je natuurlijk ook nog de provincies en de particuliere grondbezitters. Toch wel een goed idee als we met zijn allen een taal zouden spreken. ,Een standaard normkostprijs die voor iedereen geldt, was de volgende stap.’

Hoe hebben jullie ervoor gezorgd dat de Index ook echt wordt gebruikt?
‘Effectieve  sturing is gebaseerd op het hebben van het goede gesprek. Welk resultaat willen we bereiken, wat gaan we daarvoor doen en wat mag dat kosten. We hebben het afgelopen jaar veel geïnvesteerd in het met elkaar communiceren. Dus niet naar elkaar wijzen, maar  gesprekken over de inhoud en wat daaraan kan worden verbeterd. Dat kan alleen als je met elkaar een cultuur van vertrouwen creëert. En dat is al heel aardig gelukt.’

‘In het verbetertraject van onze planning & control-cyclus zijn ook veel rapportages over boord gezet. Wat je moet doen is een ander soort informatie aanbieden. Een voorbeeld daarvan is de “spiegel van de offerte”. Een rapportage waarbij je ook op productniveau de realisatiecijfers kunt zien. Dat is nieuw. Dan heb je het dus over de invulling van VBTB  , het koppelen van je core business aan de bijbehorende kosten. Dat betekent echt sturing op de producten. Dat sluit  ook weer aan onze managementtool Arend.’

Hoe werkt Arend?
‘Arend is een hulpmiddel bij de sturing in de vorm van een dashboard. Arend geeft informatie voor de planning & control-gesprekken. Het geeft eenvoudig weer hoe je er als organisatie-eenheid voorstaat en sluit aan bij de drie kenmerken van de sturingsfilosofie: eenvoudig, consistent en plezierig. Het is eenvoudig omdat het alleen de belangrijkste indicatoren laat zien en de gegevens uit meerdere bronsystemen overzichtelijk in één dashboard toont. Bovendien is het makkelijk en online te gebruiken is. Het is consistent omdat het van hoog tot laag dezelfde informatie toont, het dashboard samenhangt met de stuurvragen en direct is gekoppeld aan de gegevens in de bronsystemen. Arend werkt plezierig omdat het de gegevens visualiseert met stoplicht- en trendgegevens en op ieder moment beschikbaar is.’

Arend zorgt voor juiste koers
Arend is een hulpmiddel bij de sturing. In een oogopslag is zichtbaar hoe Staatsbosbeheer er voor staat. Arend levert altijd gespreksstof op. Wat gaat er goed? Wat kan er beter?  Maar het gaat ook over vragen als: Liggen we op koersen, halen we de gestelde doelen? Welke zaken leveren hoofdpijn op en moeten op een hoger niveau worden besproken? Arend levert heldere informatie om snel te kunnen reageren.

Wat zijn straks de belangrijkste resultaten van de nieuwe vorm van sturen?
‘Ik verwacht een beter geborgde kwaliteit van de natuur. We werken al jaren  met relatief weinig geld. Gelukkig valt de natuur niet van de ene op de andere dag om. Maar investeren in de natuur moet de komende jaren wel hoger op de politieke agenda komen. En dat zie je ook wel gebeuren aan de hand van de discussies die we nu hebben met behulp van de Index. Samen met provincies kijken we naar regionaal strategische plannen. Die discussies kunnen nu zuiverder worden gevoerd, maatschappelijke belangen worden beter afgewogen, er wordt meer gericht geïnvesteerd, en we kunnen nu ook makkelijker meerjarige planningen maken en financieren.’

Waar bent  u  trots op?
‘Op onze terreinen; ik bezoek er ieder weekend wel één. Ik ben accountant en heb geen groene achtergrond, maar ik heb wel iets met natuur en met dieren. Ik verbaas me er iedere keer weer over dat er veel diversiteit is in zoveel verschillende stukken natuur. Kijk maar naar de fantastische Oostvaardersplassen. Als je daar bent, lijkt het wel een jeepsafari in Afrika, maar dan een stuk groener en met grote kudden paarden en veulens. Echt honderden om je heen. De natuur  in Nederland is prachtig en we doen er alles aan om het te behouden en waar nodig te verbeteren.’

Drs. Louis G.M. Brackel RC is managing consultant Public bij ConQuaestor

Gerelateerde artikelen