Export en investeringen resistent voor lockdown

Consumptie zakte in, maar de rest van de economie draaide gewoon door.

In de tweede lockdown zakte de consumptie opnieuw ver weg, maar de export van goederen en de investeringen ondervonden minder schade dan tijdens de eerste lockdown. Hierdoor lijkt de huidige lockdown vooralsnog minder impact op een deel van de economie te hebben dan die van vorig jaar.

Dit meldt het CBS in het jaaroverzicht van de Nederlandse economie in 2020. De economie kromp in 2020 met 3,7 procent. Van deze krimp was ongeveer drie kwart toe te schrijven aan de lagere consumptie door huishoudens. Consumptie door huishoudens, investeringen, overheidsconsumptie en handelssaldo tellen op tot het bbp. 

In april 2020 kromp de consumptie door huishoudens met ruim 17 procent ongekend hard. Na een versoepeling in de zomer werden medio oktober de coronamaatregelen weer aangescherpt en zakte de consumptie opnieuw weg. In januari 2021 werd na april 2020 de grootste krimp ooit gemeten. Door het op 15 december sluiten van alle niet-essentiële winkels, krompen, naast de uitgaven aan bijvoorbeeld horeca, recreatie, sport en cultuur, nu ook de uitgaven aan duurzame goederen uitzonderlijk sterk.

Het volume van de goederenexport was in januari 2021 bijna 4 procent groter dan in januari 2020. Dat was de grootste groei in een jaar tijd. De export van goederen ligt sinds het najaar weer op het niveau van voor corona. Ook uit de wereldhandelsmonitor van het CPB blijkt dat de wereldhandel eind 2020 weer boven het niveau van begin 2020 lag. In april en mei 2020 kromp de uitvoer met meer dan 10 procent; er werden toen vooral minder transportmiddelen en aardolieproducten uitgevoerd. 

Door de opleving van export is ook de schok van de huidige lockdown voor een export-georiënteerde bedrijfstak als de industrie minder groot. In april 2020 daalde de gemiddelde dagproductie van de industrie sterk en in mei 2020 werd een dieptepunt bereikt. Vervolgens trok de productie weer aan en lag in januari 2021 weer op het niveau van voor de coronacrisis.

Het herstel van de industrie volgt op het aantrekkende producentenvertrouwen. In april 2020 bereikte het vertrouwen van de industriële ondernemers het laagste niveau sinds de start van het onderzoek in 1985. Nog geen jaar later hadden positieve ondernemers alweer de overhand en in maart 2021 was het producentenvertrouwen weer terug op het niveau van voor de coronacrisis.

Ook het consumentenvertrouwen daalde in april 2020 ongekend hard. De stemming herstelde de laatste maanden wel wat, maar consumenten bleven in maart 2021 nog steeds relatief somber. Dat komt vooral door hun oordeel over de economische situatie in de afgelopen twaalf maanden. Over de economie in de komende twaalf maanden zijn ze nagenoeg niet meer negatief. Het oordeel over de eigen financiële situatie voor de komende twaalf maanden was in maart zelfs een stuk positiever dan gemiddeld over de afgelopen twintig jaar.

(ANP)

 

Gerelateerde artikelen