Coronacrisis goed voor zombiebedrijven
Een serie blogs over strategisch waardemanagement.
BLOG – Het is crisis. Aandelen worden op grote schaal gedumpt – maar het geld wordt niet ergens anders ingestopt: niet in obligaties, niet in goud, niet in vastgoed. Cash is king.
Door Leo van de Voort. Hij is bestuursadviseur bij Fuel for Living Strategies, voormalig directeur corporate finance Kempen & Co en en co-auteur van het boek Risicovreugde.
En dat uit pure noodzaak. Investeerders en bedrijven hebben liquide middelen nodig om de klappen van de coronacrisis op te vangen. Nu inkomstenbronnen zijn drooggevallen doen bedrijven een beroep op de kredietlijnen van banken.
Daarin schuilt een levensgroot gevaar.
In de afgelopen jaren hebben bedrijven zich door de lage rente diep in de schulden gestoken. De aflossingen en renteverplichtingen gaan gewoon door. Verder hebben veel bedrijven geld opgenomen voor enorme aandeleninkoopprogramma’s en extra dividenduitkeringen om beleggers te paaien. Dat laatste beursgenoteerd én niet-beursgenoteerd.
De totale Nederlandse bedrijfsschulden – inclusief bankleningen – beliepen eind 2018 maar liefst 172 procent van het bbp. Dat is ruim hoger dan het gemiddelde van 110 procent in het eurogebied. Bedrijven hebben zich in 2019 voor een recordbedrag in de schulden gestoken. Wereldwijd verkochten bedrijven voor 2.500 miljard dollar aan obligaties, geholpen door de historisch lage rente. En door die lage rente schuimt kapitaal wanhopig de wereld af naar rendement.
Het tekent ook de spagaat waarin centrale banken verkeren: met de lage rente hopen ze de broze wereldeconomie van zuurstof te voorzien, maar tegelijkertijd maken ze het daardoor aantrekkelijk voor bedrijven om zich schulden op de hals te halen. Hoe hoger de schuldenberg, des te groter het leed als er een krach plaatsvindt en bedrijven massaal hun leningen niet meer kunnen terugbetalen.
The Living Dead
Zo ontstaan erg veel zombiebedrijven. De ‘brede’ definitie van zombiebedrijven stelt dat de winst van ondernemingen gelijk is aan of lager dan de rentebetalingen – laat staan de aflossingsverplichtingen. Een andere definitie werkt met de Q-ratio, die aangeeft dat de vervangingskosten van de activa van een bedrijf hoger zijn dan de marktwaarde. Waar het in ieder geval op neerkomt, is dat de kasstroom in funeste mate tekort schiet om levensvatbaar door te gaan.
Zombiebedrijven zijn pas van waarde als ze omvallen en hun assets voor een fractie van de waarde verworven kunnen worden door gezonde bedrijven, met een écht toekomstperspectief – lees: gezonde kasstroom.
Doordat zowel de vraag naar als het aanbod van goedkope bedrijfsleningen fors is toegenomen, is het aantal zombiebedrijven dramatisch gestegen. Dat is niet goed voor economische groei, omdat zieltogende bedrijven concurreren met gezonde bedrijven bij het verwerven van kapitaalgoederen, bedrijfsruimte, enzovoort. Aan de andere kant zorgen zombiebedrijven er ook voor dat de werkloosheid laag is, doordat ze werknemers in dienst hebben, maar op de langere termijn is dat geen goede zaak, omdat het gaat om banen die uiteindelijk geen bestaansrecht hebben.
Zo verstoren zombiebedrijven op velerlei wijze nuttige prijsvormingsmechanismen.
Verder zijn zij ook een symptoom van zwakke plekken in de bankwereld: zwakke banken zijn geneigd om rotte leningen van zwakke bedrijven steeds te verlengen, met de hoop op wat rentebetalingen. Op het moment dat bedrijven omvallen, moeten banken fors afschrijven op deze rotte leningen. Ik maak me zorgen over de systeemrisico’s van dit type leningen.
En ik maak me zorgen over het systeemrisico van deze veelheid aan zombiebedrijven. Nu nog niet zichtbaar – en de huidige ‘corona kredieten’ verbergen deze bedrijven nog wel even. Maar als het coronavirus wegebt, steken de zombies de kop op.
Elke economische crisis is uiteindelijk ook een schoonmaak. En dat is maar goed ook.
Alle blogs van Leo van de Voort voor u op een rij gezet.