Belastingplan 2019: maatregelen op een rij

Hoe raakt het Belastingplan 2019 ondernemers in hun portemonnee? Alle fiscale plannen op een rij.

Op dinsdag 18 september presenteerde het kabinet-Rutte 3 de de begroting voor 2019 en het daarbij behorende Belastingplan.

Tarief box 2 
Het tarief in box 2 wordt verhoogd. Deze maatregel geldt alleen voor mensen die een belang hebben van minimaal 5% in een vennootschap. Het belastingtarief op winst uit aandelen gaat van 25% naar 26,25% in 2020. In 2021 gaat het tarief naar 26,90%. Het kabinet compenseert met deze maatregel de lagere winstbelasting voor ondernemers (vennootschapsbelasting). Hij geldt voor belastingplichtigen met inkomsten uit aanmerkelijk belang. Daar is sprake van als iemand meer dan 5% van de aandelen van een vennootschap bezit. Aanmerkelijk belang wordt belast in box 2 van de inkomstenbelasting.

Verhoging lage btw-tarief voor ondernemers
Het kabinet wil het lage btw-tarief verhogen van 6% naar 9%. Deze verhoging geldt per 1 januari 2019. De verhoging raakt de prijzen van tal van goederen en diensten. Voor goederen gaat het onder meer om etenswaren, niet-alcoholische dranken, geneesmiddelen, boeken en kunstvoorwerpen. Wat betreft de dienstverlening vallen taxi’s, fiets- en schoenreparaties, kappers, optredens van artiesten, schilders en stukadoors onder het lage btw-tarief.

Voorbereiding voor ondernemers
Het is van belang dat ondernemers zich in 2018 al voorbereiden op de tariefsverhoging. Het nieuwe tarief heeft impact op:
– de administratie;
– de prijzen van goederen en diensten;
– de facturatie en btw-aangifte bij de jaarovergang.
Offertes die in 2018 worden gemaakt voor goederen of diensten die 2019 worden geleverd, moeten uitgaan van een btw-tarief van 9%.

Betalingen in 2018 tegen 6%-tarief
Het kabinet vindt dat ondernemers al genoeg administratieve lasten hebben. Vindt een prestatie in 2019 plaats, maar is de betaling in 2018 voldaan? Dan geldt hiervoor het 6%-tarief. Denk hierbij bijvoorbeeld aan concert- of seizoenkaarten die in 2018 worden betaald, terwijl de evenementen pas in 2019 plaatsvinden. Pas voor betalingen vanaf 1 januari 2019 geldt het 9%-tarief.

Tarief vennootschapsbelasting (vpb) omlaag
Vanaf 2019 gaat het tarief van de vennootschapsbelasting stapsgewijs omlaag. De eerste schijf wordt dan 19%, de tweede 24,30%. Vanaf 2020 dalen die tarieven naar 17,5% en 23,90%. In 2021 naar 16% en 22,25%.

Beperking afschrijving gebouwen in vpb
Ondernemers kunnen gebouwen in eigen gebruik alleen nog afschrijven als die in de boeken staan voor een bedrag hoger dan de WOZ-waarde. Voor bedrijven die gebouwen ter belegging hebben gold deze beperkte afschrijving al. De beperking van de afschrijving op gebouwen in eigen gebruik geldt niet voor belastingplichtigen in de inkomstenbelasting.

Verliesverrekening vpb van 9 naar 6 jaar
Bedrijven kunnen verliezen vanaf volgend jaar nog hooguit 6 jaar voorwaarts verrekenen met winsten. Bedrijven kunnen verliezen van voor 2019 nu nog 9 jaar compenseren in de vennootschapsbelasting. Verliezen uit 2020 kunnen nog maar tot en met uiterlijk 2026 worden verrekend. Verliezen uit 2021 tot en met 2027 enzovoort.

Dividendbelasting wordt afgeschaft
Het kabinet wil de dividendbelasting vanaf 2020 afschaffen. Dividendbelasting is een belasting die geheven wordt op de winstuitkering van een onderneming aan haar aandeelhouders (dividend). Nederlandse aandeelhouders kunnen deze belasting verrekenen met de inkomsten- of vennootschapsbelasting. Een gedeelte van de aandeelhouders in het buitenland kan dit niet. Zij zullen daarom eerder een voorkeur hebben voor een onderneming in een land zonder dividendbelasting, zoals het Verenigd Koninkrijk. Het kabinet wil voorkomen dat hoofdkantoren Nederland verlaten vanwege de dividendbelasting. Een groot deel van de dividendbelasting wordt opgebracht door aandeelhouders van een beperkt aantal multinationals. Als enkele van deze bedrijven daadwerkelijk Nederland verlaten, zou óók een flink deel van de huidige opbrengst van de dividendbelasting verdwijnen.

De Raad van State is kritisch over deze maatregel. Ook Hoogleraar fiscale economie en partner bij Deloitte, Peter Kavelaars, heeft zijn bedenkingen over het plan om de dividendbelasting af te schaffen: “Er is eigenlijk geen goed argument voor deze maatregel en het zou netjes zijn als Rutte naar de Raad van State zou luisteren”, zegt hij, maar vermoedt dat premier Rutte zijn wetsvoorstel toch gaat voorleggen aan het parlement.

Kleineondernemersregeling wijzigt
De kleineondernemersregeling (KOR) wordt per 1 januari 2020 gemoderniseerd. Het wetsvoorstel loopt mee in het traject van het pakket Belastingplan 2019. Kleine ondernemers met maximaal 20.000 euro omzet in Nederland kunnen vanaf 1 januari 2020 kiezen voor een vrijstelling van omzetbelasting. Dit betekent dat hij geen btw in rekening brengt aan zijn afnemers en dus ook geen btw meer mag vermelden op zijn facturen. Hij is daarnaast ook ontheven van het doen van btw-aangiften en bijbehorende administratieve verplichtingen. Daar staat tegenover dat deze ondernemer de btw die andere ondernemers aan hem in rekening brengen niet in aftrek kan brengen. De regeling geldt alleen voor de door hem in Nederland verrichte goederenleveringen en diensten.

Het kabinet wil hiermee de kleineondernemersregeling (KOR) vereenvoudigen voor bedrijven en de Belastingdienst. De regeling gaat ook gelden voor bijvoorbeeld stichtingen, verenigingen en bv’s.

Afschaffing teruggave bpm taxivervoer
Taxibedrijven krijgen geen aanschafbelasting (bpm) meer terug bij de aanschaf van nieuwe wagens. Het kabinet wil bedrijven aansporen om milieuvriendelijkere straattaxi’s en taxibusjes voor bijvoorbeeld vervoer van gehandicapten of leerlingen te kopen. Voor auto’s die minder CO2 uitstoten, is de bpm lager. Voor auto’s die geen CO2 uitstoten hoeft geen aanschafbelasting te worden betaald.

Gerelateerde artikelen