Analyse Boons: Dwalen of blijven zoeken?

fallback
Het stimuleren van mensen in de richting van een welvarende toekomst voor zichzelf, de onderneming en het land is geen eenvoudige zaak. Sommigen denken dat je met enkele strakke one-liners en een megafoon een heel eind komt. Anderen hebben de moed opgegeven en zelfs het vertrouwen in de wetenschap als laatste strohalm verloren

Op de opiniepagina van Het Financieele Dagblad van woensdag 17 augustus werden twee meningen verkondigd die in onderling verband een aardig beeld geven van de grote discussie in managementland: Leiden of managen? Sturen of beheersen?
Roel Pieper heeft het in zijn wekelijkse column over het dalende vertrouwen van de Nederlanders in de politieke leiding. Hij geeft daarbij als oordeel: “Onze regering heeft het gevoel voor richting verloren.” Vervolgens houdt hij een warm pleidooi voor het hanteren van concrete doelen, het meten door middel van harde feiten en het afrekenen van politici daarop. Hij noemt onderwijs, onderzoek en ondernemerschap (de drie o’s van de komende sterke man?) als terreinen waarop Nederland ernstig verzwakt is omdat ‘ze niet zijn toegerust met heldere eisen en normen’. Op zichzelf geen onbekende geluiden, stoere taal die goed in het eenentwintigste-eeuwse gehoor ligt. Had Cor Boonstra het niet ook al over spaghetti en asperges? Menige CFO zal deze retoriek herkennen uit een van de vele hype-romannetjes van de managementlectuur, waarin op ’tel-sell toon’ het volgende levenselixer wordt aangekondigd.

Het probleem is dat het ingewikkelder ligt naarmate je er dichter op zit. Academische onderzoekers uit de bedrijfswetenschappen hebben wel geprobeerd aan te tonen dat de trits ‘doelen, prestatie-indicatoren, resultaten’ tot vitale ondernemingen leidt, maar dat is niet gelukt. Althans: soms wel, soms niet. Dat is eigenlijk erger, want dan wordt de relatie niet goed begrepen. In jargon: ze is ondergespecificeerd, er is meer tussen hemel en aarde dan de wetenschapper kan meten. Als we eerlijk zijn beseffen we dat ook wel, ook al houden we tegenover analisten en op de Rotary-party’s stellige praatjes over hoe je een company runt. Toch is de populariteit van dergelijke heldere aansturingsmantra’s ongekend hoog. Voor een deel laat zich dat natuurlijk verklaren door de omstandigheid dat het een geaccepteerd excuus is om de verantwoordelijkheid te verschuiven naar degenen die de doelen moeten waarmaken.

HOGERE SFEREN
Het tweede artikel is van de hand van David Hollanders, die zijn nood klaagt over het tekortschieten van economische modellen en theorieën bij het verklaren en verbeteren van de productiviteit. Aan de theoretische kant zijn de modellen rationeel opgebouwd, maar op een fundament van veronderstellingen. Om de modellen te kunnen toepassen dient aan de veronderstellingen te zijn voldaan, maar wie bepaalt dat? Hoe bepaal je dat? Als de theorieën vervolgens aan een toetsende meting onderworpen worden, blijkt aan de empirische kant dat verschijnselen op tegenstrijdige wijze kunnen worden verklaard. Daardoor leidt de wisselwerking van theorie en empirie, van inductie en deductie, niet tot de hogere sferen van ‘verstehen’.

Het betoog is ook niet onbekend aan de borreltafel: economen zeggen allemaal iets anders. Welk toekomstscenario je ook maar bedenken kunt, er is altijd wel een econoom die een redenering kan houden waaruit blijkt dat je gelijk zult krijgen.

De Italiaanse dichter Leopardi schreef eens dat de veiligste manier om de grenzen van je kennis te verbergen is ze niet te overschrijden. Naarmate we het verschijnsel van de economische productiviteit dichter benaderen, kijken we niet langer naar grote aantallen mensen, maar kleine. De mechanistische verbanden van de macrowereld gaan niet meer op en we raken de grenzen van ons instrumentarium. Zoals in de natuurkunde de miniaturisatie heeft geleid tot de ontdekking van geheel nieuwe samenhangen en variabelen, zo zal het ook ons vergaan: mensen doen uitstijgen boven hun eigen verwachtingen vergt meer dan een scorecard, maar een fundamenteel begrijpen van menselijke drijfveren en het erkennen ervan. Geen ruimte voor stoer klinkende simplificaties, ook geen plaats voor academisch pessimisme, maar gewoon doorgaan met zoeken.

Prof.dr. A.N.A.M. Boons RA is hoogleraar financieel management aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en organisatieadviseur bij Deloitte Consultancy BV

Gerelateerde artikelen