Winstbegoocheling #2: Boekhoudregels kunnen leiden tot vreemd gedrag

In mijn vorige blog heb ik het concept winstbegoocheling geïntroduceerd. Winstbegoocheling is de illusie dat de door bedrijven gepubliceerde resultaten waar zijn. Maar dat is niet zo. Ze zijn niet waar. Boekhoudconventies creëren slechts een bepaalde versie van de werkelijkheid en niet noodzakelijkerwijs de beste.

Door Loek Radix

Lees hier de eerste blog uit de serie ‘Winstbegoocheling’

Deze keer wil ik wat dieper ingaan op het verschijnsel dat de boekhoudregels kunnen leiden tot (vanuit het perspectief van een controller) merkwaardig gedrag en merkwaardige beslissingen.

De meeste controllers kennen de discussies met het management wel over de vraag of bepaalde kosten geactiveerd mogen worden of ten laste van het resultaat komen. Je zou zeggen dat dit een puur boekhoudkundige discussie is, met weinig relevantie voor de uiteindelijke beslissing. Maar in de praktijk blijkt het antwoord op de vraag: ‘CAPEX of OPEX’ soms beslissend te zijn voor de keuze om een bepaalde besteding al dan niet te doen. 

“Als we de kosten kunnen activeren doen we het wel, als het niet kan doen we het niet”. Dat is pas een merkwaardige redenering en een typisch gevalletje winstbegoocheling. Of een besteding goed of niet goed is kan natuurlijk niet bepaald worden door de boekhoudkundige verwerking, maar ‘perception is reality’. Als je kosten kunt spreiden over de tijd via afschrijvingen en bovendien ook nog primair via EBITDA met de buitenwereld communiceert waardoor die afschrijvingskosten helemaal aan de aandacht ontsnappen, dan wordt de discussie activeren of niet opeens wel heel erg relevant.

Een vergelijkbare afweging kom je tegen in de keuze tussen een acquisitie en het op eigen kracht ontwikkelen van een product, een markt of een business. De boekhoudregels zijn zeer coulant in het geval van acquisities. In beginsel kan de gehele koopsom geactiveerd worden. Het bedrag dat boven de reële waarde van de gekochte materiële activa betaald wordt komt op de balans in de vorm van immateriële vaste activa (voor de gekochte technologische en commerciële waardebestanddelen) en goodwill (voor het restantbedrag). 

Uiteraard leidt dit vervolgens, wat betreft de immateriële vaste activa, tot hogere afschrijvingen,  maar die zie je niet in EBITDA. En de goodwill moet jaarlijks aan een impairmenttest onderworpen worden, zal de accountant dreigend zeggen. Maar daar heeft nog geen enkele onderneming wakker van gelegen. Hoe anders is het als je op eigen kracht een business gaat ontwikkelen via investeringen in groei of innovatie. Alle aanloopverliezen (met een beperkte uitzondering voor technische ontwikkelkosten) vallen dan meteen in het resultaat, zelfs binnen EBITDA. De afweging tussen acquireren en zelf ontwikkelen krijgt daardoor naast een economische ook een boekhoudkundige perspectief. 

In zekere zin betaal je bij een acquisitie (soms zeer fors) voor het vermijden van de aanloopverliezen die je wel zou maken ingeval je zelf zou ontwikkelen. Denk aan de quote hierboven: “Als we de kosten kunnen activeren doen we het wel, als het niet kan doen we het niet”. De boekhoudregels stimuleren dus acquisities ten opzichte van zelf ontwikkelen, zelfs als dat op zuiver economische gronden niet de beste keuze is. Ik durf zelfs de stelling aan dat de boekhoudregels autonome groei en innovatie hierdoor afremmen.

Een andere zorgelijke ontwikkeling is de steeds verdergaande juridificering van de boekhoudregels. Steeds meer bepalen juristen in plaats van economen hoe hoog de winst is.  Zelf ben ik tussen kerst en nieuwjaar nog hals over kop naar de notaris moeten gaan om een transactie te bekrachtigen die ik nog graag in 2016 wilde verantwoorden. Ach, daar valt nog wel mee te leven. Het wordt wel pijnlijk als TMG op oudejaarsdag per email een brief naar het personeel stuurt om een grote ontslagronde aan te kondigen. Het zou mij niets verbazen als dit ingegeven is door de wens om de herstructureringsvoorziening nog in 2016 te nemen. Het jaar 2017 kan dan met een schone lei begonnen worden. Dit is allemaal volledig binnen de regels, zelfs niet op het randje. Het is gedrag dat ingegeven is door de boekhoudregels. Maar de vraag moet gesteld worden of de regels dan wel deugen. 

De volgende keer ga ik systematischer in op de vraag welke boekhoudregels mijns inziens herzien zouden moeten worden. Ik wil alvast verklappen dat het er heel wat zullen zijn.

Loek Radix (loek.radix@gmail.com) is zelfstandig ondernemer en legt zich toe op interim-management, toezicht en coaching. In het verleden was hij onder meer corporate controller van een grote beursgenoteerde onderneming. Hij is auteur van: “Winstbegoocheling, handboek voor de kritische controller” (Academische Uitgeverij Eburon). Het bovenstaande is ontleend aan zijn boek. 

Gerelateerde artikelen