William Kastelein (ProRail): ‘Ik ben de minst financiële financial in mijn omgeving’

Ruim zeven jaar werkt William Kastelein nu bij ProRail, waar hij na zijn Master Audit, Accounting and Control begon als trainee. Inmiddels is hij Gebiedsmanager Control voor het gebied Zee-Zevenaar: het areaal vanaf de Rotterdamse haven en Kijfhoek tot aan de grens bij Zevenaar (A15-tracé).
Een uniek deel van het spoor, omdat het uitsluitend goederenvervoer faciliteert – in tegenstelling tot de rest van het Nederlandse spoornetwerk waar ook personenvervoer plaatsvindt. William managed hier een portfolio van complexe projecten met grote maatschappelijke impact. Geen klassieke cijferaar, wel iemand met overzicht, overtuigingskracht en het lef om lastige keuzes bespreekbaar te maken. Zijn verhaal laat zien hoe je als financial het verschil kunt maken – juist als je niet alleen naar de cijfers kijkt.
Van de kaasmarkt naar projecten met maatschappelijke impact
De basis legde Kastelein al ver voor zijn studie. Op de markt, bij de kaashandel van zijn ouders, leerde hij het belang van overzicht, klantgerichtheid en aanvoelen wat er echt toe doet. Hij volgde een studie Bedrijfseconomie en daarna een master Accounting & Control.
Maar een typische spreadsheetliefhebber is hij nooit geworden. “Ik zie mezelf eerder als de minst financiële financial. Bij ProRail draait het om maatschappelijke waarde, en geld is vaak een middel – geen doel.”
Na zijn studie startte hij in het tweejarige traineeship van ProRail. “Ik wilde verschillende kanten van het vak ontdekken voordat ik een vaste keuze maakte.” Via opdrachten op het gebied van administratie, strategie en business control leerde hij de organisatie én zichzelf beter kennen. Uiteindelijk vond hij zijn plek bij de financiële begeleiding van onderhouds- en investeringsprojecten. “Daar komt alles samen: strategie, uitvoering, techniek én mensen.”
Impact maken met scenario’s en keuzes
In zijn rol brengt Kastelein financiële rust in een complexe omgeving. “Bij ProRail werk je met verschillende belangen, zoals veiligheid, duurzaamheid en capaciteit. Er is nooit genoeg geld voor alles, dus je moet helder maken waar het geld wél naartoe moet.”
In de loop der jaren zag hij dat er in sommige dossiers veel werd gewacht of getwijfeld. “Soms is er zoveel onzekerheid dat niemand een compleet beeld durft te schetsen. Maar juist dan moet je het proberen. Ik heb weleens een inschatting gemaakt van een situatie met bijbehorende risico’s en scenario’s. Gewoon: dit is waar we nu staan, dit is wat er op ons afkomt. Dat overzicht geeft rust en richting – ook al weet je dat het niet perfect is.”
Ook hielp hij samen met collega’s een dashboard te ontwikkelen waarmee strategische investeringen in capaciteit zichtbaar werden. “Die koppeling tussen geld, doel en lange termijn ontbrak. Dat we dat met elkaar hebben kunnen neerzetten – en dat het nog steeds wordt gebruikt – voelt als een mooie bijdrage.”
Finance als schakel, geen doel op zich
Kastelein gelooft niet in finance als doel op zich, maar als middel om het grotere geheel te versterken. “We werken aan projecten die standaard al jaren kunnen duren. Soms ben ik bij een buitendienststelling op het spoor, soms zit ik aan tafel over meerjarenbegrotingen. Die combinatie van korte en lange termijn, en van buiten én binnen, houdt het werk interessant.”
Hij noemt de voorspelbaarheid van financiën een steeds belangrijker thema. “Het helpt management om rust te ervaren en geen verrassingen te krijgen. Je ziet dat finance dichter op de business zit – en dat is een goede ontwikkeling. Minder eigen feestje, meer meedenken.” Daarnaast is de betaalbaarheid van het spoor misschien wel de grootste uitdaging, door een combinatie van stijgende kosten en een intensiever belast netwerk. “Dit geeft mij de unieke positie om de juiste keuzes af te dwingen waar nodig.”
Binnen ProRail ziet hij ook ruimte voor jong talent. “Potentie wordt belangrijker dan strepen op je schouder. Jonge mensen krijgen hier echt kansen – zolang ze het ook pakken.”
Toekomst, talent en een goed verhaal
Hoewel Kastelein zich graag inhoudelijk verdiept, blijft hij zichzelf ontwikkelen in overtuigingskracht en samenwerking. “Projectmanagement trekt me. De combinatie van inhoud, overzicht en mensen aan boord krijgen, past bij me. En ik wil blijven bijdragen aan keuzes die er toe doen – voor nu én voor later.”
Zijn advies aan andere financials: “Zoek een plek waar finance niet het eindpunt is, maar waar je echt iets bijdraagt aan een groter geheel.”
En aan leiders die talent willen aantrekken: “Wees eerlijk over waar je staat en waar je naartoe wilt. Een goed verhaal, met visie én uitdagingen, bindt mensen. Niet de hoogste bonus of hipste tools. Uiteindelijk blijft menselijk kapitaal binnen de organisatie het belangrijkste.”
Wat zijn specifieke business-uitdagingen voor jullie sector, hoe gaan jullie daar als bedrijf mee om (finance/strategie) – en op welke manier raakt dit jouw dagelijkse werk als financial?
?Het jaarlijkse projectvolume bij ProRail is de afgelopen jaren met zo’n veertig toegenomen. In combinatie met ontwikkelingen als de energietransitie en de woningbouwopgave zorgt dit voor toenemende schaarste aan capaciteit, materialen en monteurs. Om dit risico te verkleinen, publiceert ProRail jaarlijks een Masterplan met een zevenjarige vooruitblik op het type werk dat op de markt komt. Dit biedt marktpartijen meer zekerheid en perspectief op rendement.”
“Daarnaast blijft het bieden van een concurrerend spooraanbod een structurele uitdaging – naast vervoer via de weg en binnenvaart. Dit vraagt om uitbreiding van de capaciteit, beperking van hinder én grip op netwerkkosten (denk aan investeringen in vervanging en uitbreiding, maar ook dagelijks onderhoud).”
“In mijn werk komt dit concreet terug in het sturen op scherpe prognoses, het beheersen van risico’s en het vasthouden aan de afgesproken doelen. Als infrabeheerder zijn we één schakel in het grotere geheel. Door samenwerking en voortdurend contact kunnen we echt verschil maken.”
Heb jij binnen je carrière als financial dingen gezien of geleerd die iedere CFO zou moeten horen maar die vaak niet worden uitgesproken?”
Bij veel strategische vraagstukken zie ik dat er snel externe capaciteit wordt ingevlogen, terwijl de oplossing vaak al in de eigen organisatie zit. Te vaak leidt dit tot trajecten die niet goed landen. Mijn advies aan CFO’s: stel bij elke ontwikkeling tweemaal de vraag ‘Is hiervoor echt externe kennis nodig, of kunnen mijn eigen mensen dit ook?’ Ik denk dat dit vaak zowel een win voor de CFO zal zijn, maar ook een win voor de organisatie.”