Wervingsstrijd om schaarse fiscalisten

Door de kandidaatgedreven markt waarin zij zich bevinden, kunnen tax professionals kritisch kijken naar wat werkgevers hen bieden. Er is altijd veel vraag naar fiscalisten geweest. Zelfs in de crisisjaren kon het merendeel van de fiscalisten aan een baan komen. Dat tax professionals nog steeds voldoende keuze hebben op de arbeidsmarkt, weet ook Suzan van Mook.

Suzan van Mook is gespecialiseerd in de werving en selectie van tax professionals bij Robert Walters en zelf als Tax Consultant werkzaam geweest bij Deloitte. Van Mook stipt vier factoren aan die tax professionals belangrijk vinden in hun keuze voor een werkgever.

Meer gevoel met de business

Veel fiscalisten beginnen hun loopbaan bij een groot advieskantoor. Daar leer je onder leiding van meer ervaren collega’s te werken voor grote, veelal internationale klanten. De vraagstukken zijn interessant en divers omdat je voor meerdere bedrijven werkt, echter als consultant bij deze advieskantoren zie je vaak minder goed wat er daadwerkelijk met je advies gebeurt. Bij de uiteindelijke implementatie van het advies ben je als adviseur vrijwel nooit betrokken. ‘Voor veel tax professionals begint dat gebrek aan praktijkervaring na enige tijd te knagen,’ maakt Van Mook op uit gesprekken met fiscalisten. De adviseurs die juist deze uitdaging in hun werk zoeken, maken daarom vaak de overstap naar het bedrijfsleven. Van Mook: ‘In het bedrijfsleven ben je als fiscalist praktischer met je kennis bezig. Je moet in die rol durven staan voor de fiscale keuzes die je maakt. Die keuzes hebben dan ook zichtbaar impact. Het hebben van invloed op de bedrijfsvoering is voor professionals met enige werkervaring erg aantrekkelijk.’ Nog een uitdaging inherent aan werken in het bedrijfsleven: intensieve samenwerking met andere professionals zoals juristen, accountants, finance managers en operational managers. ‘Daardoor krijg je meer feeling met de organisatie waarvoor je werkt. En dat vergt andere vaardigheden, zoals helder kunnen communiceren over fiscale problematiek en overtuigingskracht. Voor fiscalisten is dat een mooie uitdaging.’

Brede ontwikkelingsmogelijkheden

Fiscalisten zijn al specialisten zodra zij uit de collegebanken komen. Bij hun eerste werkgever volgt al snel een verdere specialisatie. Van Mook merkt dat advieskantoren hun fiscalisten steeds jonger laten kiezen voor een fiscale niche. Voor professionals met honger naar inhoudelijke verdieping is dat mooi, maar het heeft een keerzijde. ‘Heb je je eenmaal gespecialiseerd, dan is het lastig om nog van koers te veranderen. Voor veel tax professionals werkt dat op den duur benauwend.’ De jonge carrièremakers voor wie dat geldt, zoeken volgens Van Mook vaak uitdagingen naast het ontwikkelen van hun vaktechniek. ‘Ik spreek veel jonge professionals die het belangrijk vinden dat een werkgever een cursus Engels, soft-skilltrainingen, of bijvoorbeeld een mogelijkheid tot het volgen van een post-master kan aanbieden.’ De meeste werkgevers maken het volgen van vaktechnische cursussen mogelijk, maar Van Mook meent dat dat niet genoeg is. ‘Veel fiscale talenten wegen de ontwikkelingsmogelijkheden zwaar mee bij hun keuze voor een werkgever. Werkgevers die interessante mogelijkheden aanbieden die gericht zijn op het ontwikkelen van soft skills of vaardigheden niet direct gelieerd aan de fiscaliteit, zijn beter in staat om de schaarse fiscalisten aan te trekken.’

Transparantie en waardering

Voor een fiscalist werkzaam bij een advieskantoor, zijn de doorgroeimogelijkheden duidelijk en overzichtelijk. Advieskantoren zijn organisaties met een piramidestructuur waarbinnen professionals snel kunnen doorgroeien. Toch blijkt dit carrièrepad vaak minder transparant dan het wordt voorgesteld. Van Mook: ‘Ik merk dat consultants soms het gevoel hebben dat het krijgen van promotie afhangt van wat ze gegund wordt. Ook is een promotie niet altijd mogelijk vanwege het aantal beschikbare posities in een team. Dat leidt geregeld tot frustratie bij fiscalisten.’ Ook bonussystemen laten soms aan duidelijkheid te wensen over, stelt Van Mook. ‘Zo transparant als de piramide is, zo onoverzichtelijk is het bonusbeleid.’

Een bonus is niet alleen een financiële compensatie voor het afleveren van goed werk, maar ook een blijk van waardering voor de inzet en gemaakte overuren, die vrijwel nergens worden uitbetaald. ‘Fiscalisten maken lange dagen. In de transactiepraktijk bijvoorbeeld, zijn werkdagen van 14 uur geen uitzondering. Natuurlijk staat daar een goed salaris tegenover, maar het belang van waardering voor hun enorme inzet wordt toch nog te vaak onderschat.’
 
Een goed salarispakket en een gezonde work-life balance

Wat inkomen betreft hoef je met een fiscalist geen medelijden te hebben. De beroepsgroep is een van de beter betaalde in Nederland. Over het salarispakket klagen fiscalisten dan ook niet snel. Ook de secundaire arbeidsvoorwaarden zijn goed, stelt Van Mook. ‘Wel zien we dat in de minder grote tax teams in het bedrijfsleven soms met verbazing wordt gereageerd op de salarispakketten van de fiscalisten afkomstig van de advieskantoren, met name op het gebied van secundaire arbeidsvoorwaarden. Een auto van de zaak is in het bedrijfsleven bijvoorbeeld geen vanzelfsprekendheid, maar dat is het wel voor een fiscalist. Goede secundaire arbeidsvoorwaarden zijn daarom cruciaal bij het werven van fiscalisten. ‘Daarbij moet je niet alleen denken aan een auto, laptop en telefoon, maar zeker ook aan de mogelijkheid om flexibel te werken qua tijden en locatie, en de typisch Nederlandse papa-dagen. Werkgevers doen er goed aan om naar die wensen te luisteren. Als jij het niet doet, dan doet de concurrent het wel.’

Gerelateerde artikelen