Wat is de impact van kabinetsplan op finance management?
Het kabinet wil diverse fiscale regels in Nederland veranderen, die gevolgen hebben voor bedrijven. Zo wordt onder meer de renteaftrekbeperking (Earningsstripping) verhoogd naar 25% en ook verliezen vastgoedlichamen hun drempelbedrag van 1 miljoen euro. Daarnaast worden ‘zusterfusies’ vereenvoudigd worden de liquidatieverliesregelingen aangepast zodat misbruik wordt voorkomen. Al eerder lekte uit dat het verlaagde btw-tarief voor kunst, cultuur, sport en hotels (deels) wordt afgeschaft, wat tot hogere prijzen kan leiden. Ook aan de inkoop van eigen aandelen wordt door het kabinet gesleuteld en wordt daarnaast de kwijtscheldingswinstvrijstelling herzien (om dubbele belasting te voorkomen).
In een artikel (Prinsjesdag: 2025 wat verandert er voor de CFO?) op de website voor financieel bestuurders en CFO’s, lichten Sathees Kengatharam (Senior Tax Manager) en Remco Keij (Tax Manager) van HVK Stevens de fiscale plannen nader toe.
- Earningsstrippingregeling versoepeld, maar drempel voor vastgoed vervalt
- Btw-verhoging cultuur en sport, inkoop eigen aandelen blijft vrijgesteld
- Bedrijfsopvolgingsregeling aangepast, giftenaftrek vennootschapsbelasting vervalt
De Earningsstrippingregeling, die sinds 2019 de renteaftrek voor bedrijven beperkt, ondergaat volgens de twee experts enkele belangrijke wijzigingen. Het percentage van de EBITDA –waartegen rente maximaal aftrekbaar is– stijgt per 1 januari 2025 van 20% naar 25%. Dit is een versoepeling ten opzichte van de huidige situatie en zal vooral gunstig zijn voor bedrijven die relatief veel met vreemd vermogen zijn gefinancierd.
“De liquidatieverliesregeling, een uitzondering op de deelnemingsvrijstelling, wordt op twee punten aangepast.”
Tegelijkertijd vervalt het drempelbedrag van 1 miljoen euro voor vastgoedlichamen die beleggingspanden verhuren aan derden. Deze maatregel moet voorkomen dat bedrijven worden opgesplitst om meerdere keren gebruik te kunnen maken van de drempel. [Artikel gaat verder na de volgende alinea]
Fiscale obstakels bij fusies tussen zusterbedrijven weggenomen
De fiscale regels rond zusterfusies worden vereenvoudigd. Tot nu toe was het bij een zusterfusie vereist om nieuwe aandelen uit te geven om gebruik te kunnen maken van fiscale faciliteiten. Dit was niet altijd wenselijk en strookte niet met de civielrechtelijke regels voor vereenvoudigde fusies.
Deze beperking wordt nu weggenomen. Vereenvoudigde fusies waarbij iemand rechtstreeks alle aandelen houdt in de te fuseren vennootschappen vallen voortaan ook onder het toepassingsbereik van de fiscale regelingen. Dit maakt het eenvoudiger om zusterbedrijven te laten fuseren zonder fiscale belemmeringen.
Misbruik voorkomen en regeling verduidelijkt
De liquidatieverliesregeling, een uitzondering op de deelnemingsvrijstelling, wordt op twee punten aangepast.
- Ten eerste wordt de bepaling van het opgeofferde bedrag bij eerdere afwaardering van een vordering op een deelneming verduidelijkt. Als een afgewaardeerde vordering wordt omgezet in kapitaal, moet het opgeofferde bedrag in bepaalde situaties worden verhoogd. De regeling wordt aangepast om dit in alle gevallen correct te laten verlopen.
- Ten tweede wordt de tussenhoudsterbepaling aangescherpt. Deze regel moet voorkomen dat een niet-aftrekbaar deelnemingsresultaat wordt omgezet in een aftrekbaar liquidatieverlies. In de praktijk bleek de bepaling niet altijd effectief, waardoor alsnog liquidatieverliezen konden worden genomen. De aanpassingen moeten de regeling beter laten aansluiten bij het oorspronkelijke doel.
Flinke kostenstijging voor bepaalde sectoren
Een ingrijpende wijziging is de afschaffing van het verlaagde btw-tarief (9%) voor cultuur, media, logies, boeken en sport per 1 januari 2026. Deze sectoren zullen dan onder het hoge tarief van 21% vallen. Dit betekent een forse kostenstijging voor bedrijven en non-profitorganisaties in deze branches. Ze zullen moeten kiezen tussen interen op de winst of hun prijzen verhogen. Er gelden wel enkele enkele uitzonderingen, zoals voor studieboeken, kamperen en bioscopen. Desondanks zal deze maatregel volgens de fiscalisten grote impact hebben op de betrokken sectoren.
Beursgenoteerde bedrijven blijven vrijgesteld van dividendbelasting
Goed nieuws hebben Kengatharam en Keij voor beursgenoteerde bedrijven: de eerder aangekondigde afschaffing van de inkoopfaciliteit gaat niet door. Deze faciliteit stelt de inkoop van eigen aandelen onder voorwaarden vrij van dividendbelasting. Het kabinet heeft besloten de afschaffing terug te draaien om te voorkomen dat beursgenoteerde bedrijven uit Nederland vertrekken.
Ongewenste belastingheffing bij kwijtschelding voorkomen
De kwijtscheldingswinstvrijstelling zorgt ervoor dat het kwijtschelden van een schuld niet leidt tot belastingheffing. Door de aanpassing van de verliesverrekeningsregels in 2022 ontstond echter een situatie waarbij in sommige gevallen toch belasting betaald moest worden over kwijtscheldingswinst. Dit ongewenste effect wordt per 1 januari 2025 gerepareerd.
Wet minimumbelasting 2024
De eerder ingevoerde Wet minimumbelasting 2024, die ervoor zorgt dat grote multinationals minimaal 15% belasting betalen over hun winst, ondergaat enkele technische wijzigingen. Inhoudelijk verandert de wet niet. Wel wordt voorgesteld dat een “kwalificerende Pijler 2-bijheffing” voor bepaalde regelingen in de vennootschapsbelasting als relevante belasting geldt bij het toetsen van onderworpenheid, aldus Sathees Kengatharam en Remco Keij
Lagere belasting op eerste deel inkomen
In de inkomstenbelasting wordt een nieuwe tariefschijf geïntroduceerd. Voor inkomens tot 38.441 euro geldt straks een tarief van 35,82%. Het tarief in de tweede schijf (38.441 tot 76.817 euro) wordt verhoogd naar 37,48%. Boven 76.817 euro blijft het toptarief van 49,50% gelden.
Gunstige regeling voor buitenlandse werknemers behouden
De eerder aangekondigde afbouw van de 30%-regeling gaat niet door. Deze regeling, die het mogelijk maakt om 30% van het loon belastingvrij uit te keren aan buitenlandse werknemers, blijft grotendeels intact. Vanaf 2027 mag nog 27% van het inkomen belastingvrij worden verstrekt. Wel wordt de salarisnorm verhoogd naar 50.436 euro (38.338 euro voor werknemers jonger dan 30 jaar).
Gevolgen voor aanmerkelijkbelanghouders en vermogenden
De fiscalisten van HVK Stevens wijzen er verder op dat het hoge tarief in Box 2 per 1 januari 2025 verlaagd van 33% naar 31%. Het lage tarief van 24,5% voor de eerste 67.000 euro aan inkomsten uit aanmerkelijk belang blijft overigens ongewijzigd.
Voor box 3 zijn geen directe wijzigingen aangekondigd, maar de planning is dat per 2027 een nieuw systeem wordt ingevoerd waarbij belasting wordt geheven over het werkelijk behaalde rendement. Tot die tijd blijft het huidige forfaitaire stelsel van kracht.
Overdrachtsbelasting beleggingswoningen verlaagd
Het tarief voor de overdrachtsbelasting op woningen die als belegging worden aangehouden, wordt per 1 januari 2025 verlaagd van 12% naar 8%. Het tarief voor zelfbewoonde woningen blijft 2% en voor ondernemingsvastgoed blijft het 12%.
Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) aangepast
– Vanaf 2026 geldt de BOR alleen nog voor gewone aandelen met een belang van minstens 5% van het totale geplaatste kapitaal.
– De minimale voortzettingstermijn wordt verkort van vijf naar drie jaar.
– Er komen maatregelen tegen onbedoeld gebruik van de BOR op zeer hoge leeftijd.
– De vrijstelling wordt verhoogd tot 100% van de going-concern waarde tot 1,5 miljoen euro (was 1,2 miljoen).
– Voor het surplus geldt vanaf 2025 een vrijstelling van 75% (in 2024 nog 83%).
– De doelmatigheidsmarge voor beleggingsvermogen (tot 5% van het totale vermogen) wordt afgeschaft.
Verschillende behandeling natuurlijke personen en rechtspersonen
De giftenaftrek in de inkomstenbelasting blijft ongewijzigd. In de vennootschapsbelasting vervalt de giftenaftrek echter, waardoor onzakelijke giften niet meer aftrekbaar zijn van de winst. Ook wordt “geven uit de vennootschap” vanuit aandeelhoudersmotieven vanaf 1 januari 2025 weer volledig belast in box 2. Zakelijke giften, bijvoorbeeld in het kader van CSR of MVO-beleid, blijven wel aftrekbaar. Hetzelfde geldt voor sponsoring.
Heroverweging structuren en strategieën noodzakelijk
De diverse fiscale wijzigingen hebben belangrijke gevolgen voor financieel managers en CFO’s:
1. De versoepeling van de Earningsstrippingregeling biedt meer ruimte voor renteaftrek. Dit kan invloed hebben op financieringsstructuren en investeringsbeslissingen.
2. De vereenvoudiging van zusterfusies maakt het eenvoudiger om bedrijfsstructuren te optimaliseren.
3. De aanpassingen in de liquidatieverliesregeling vereisen mogelijk een heroverweging van deelnemingenstructuren.
4. De btw-verhoging voor bepaalde sectoren kan grote impact hebben op prijsstellingen en winstmarges.
5. De wijzigingen in box 2 en box 3 kunnen gevolgen hebben voor managementparticipaties en persoonlijke vermogensstructuren van bestuurders.
6. De aanpassingen in de bedrijfsopvolgingsregeling vragen om een kritische blik op bestaande opvolgingsplannen.
7. Het vervallen van de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting kan invloed hebben op CSR-strategieën.
Financieel management doen er goed aan om bestaande structuren en strategieën tegen het licht te houden in het licht van deze wijzigingen. Het is raadzaam om tijdig advies in te winnen over de gevolgen voor de eigen organisatie en waar nodig aanpassingen door te voeren.