Waarderen zekerheidsactiva op basis van marktwaarde blijft toegestaan
Financiële berijven mogen zekerheidsactiva in de cover pool van gedekte obligaties nog steeds waarderen op basis van de marktwaarde- en hypotheekwaarde. Voorheen dienden marktwaarde en/of hypotheekwaarde al als uitgangspunt, maar met de inwerkingtreding van CRR3 geldt de prudentiële ‘onroerendgoedwaarde’ als nieuwe standaard. Dat meldt De Nederlandsche Bank (DNB).
Capital Requirements Regulation 3 (kortweg CRR3) is een nieuwe Europese verordening die de bankkapitaalregelgeving in de EU aanpast en versterkt. Het doel is om de definitieve implementatie van de internationale regels van Basel III‑reform in de EU te realiseren,.
Met CRR3 is het waarderingskader voor zekerheidsactiva weliswaar herzien, maar waardering van de zekerheidsactiva op basis van marktwaarde of hypotheekwaarde is nog altijd in lijn met de Covered Bond Directive (CBD) en met artikel 40h van het Besluit prudentiële regels Wft. Voor Nederlandse uitgevende instellingen is overstappen op onroerendgoedwaardering op dit moment dus niet verplicht voor de zekerheidsactiva in de cover pool van gedekte obligaties.
De regelgeving biedt autoriteiten de mogelijkheid om vrijstelling van toepassing van limieten voor de herwaardering van onroerend goed te verlenen bij gebruik van marktwaardering of de hypotheekwaardering. DNB maakt van deze toezichthouderdiscretie gebruik en heeft dit formeel vastgelegd in een concepttoezichthouderregeling. Hiermee blijft de huidige marktpraktijk in Nederland gehandhaafd.
Deze nieuwe herwaarderingslimieten onder CRR3 zijn bedoeld om conjuncturele effecten op de waardering van zekerheidsactiva te beperken en de stabiliteit van eigenvermogensvereisten te vergroten. Deze limieten gelden bij onroerendgoedwaardering, marktwaardering en hypotheekwaardering.