Vrijstelling Dividendbelasting in strijd met EU-recht
Bij uitkeringen aan EU-moedermaatschappijen was voor de vrijstelling echter een belang van minimaal 25% vereist. Volgens Hof is hierdoor sprake van een behandelingsverschil tussen nationale en grensoverschrijdende situaties.
In een nationale situatie komt men immers eerder in aanmerking voor de vrijstelling. Dit verschil vormt een inbreuk op het vrije verkeer van kapitaal. De inbreuk kan alleen worden gerechtvaardigd als de Nederlandse bronheffing wordt geneutraliseerd in het land van de moedervennootschap.
Dit moet dan door een bilateraal verdrag verzekerd zijn. Als deze bronheffing alleen op grond van nationaal recht zou worden verrekend, is dat onvoldoende. De Nederlandse vrijstelling moet dan alsnog worden verleend. Vermoedelijk zal een rechtvaardiging zich in de praktijk dus niet snel voordoen.
Per 2007 is de Nederlandse wetgeving aangepast. Het 5%-aandelenpercentage geldt nu zowel voor nationale als EU situaties. De EER landen (dit zijn Noorwegen, Liechtenstein en IJsland) zijn een uitzondering. Daarover is de Europese Commissie een procedure tegen Nederland gestart: ook ten aanzien van deze landen moet Nederland de vrijstelling van dividendbelasting toepassen, aldus de Europese Commissie.
BRON: Lian Wijntjes, Deloitte
Meld je aan voor de nieuwsbrief
Meld je aan voor de nieuwsbrief
Ontvang waardevolle artikelen, checklists, interviews en whitepapers in je mailbox.
Vacatures
Markt Update
Personalia
Whitepapers
Vragen over adverteren?
Kan ik je van dienst zijn met een toelichting of advies? Bel of mail gerust. Ik neem graag de tijd voor je.
Daan Commandeur
Partner Manager