Vraaguitval nieuw hoofdpijndossier voor Nederlandse industrie

Personeelskrapte, financiën en productiemiddelen zijn geen grote knelpunten meer.

Personeelstekorten vormen niet meer de belangrijkste belemmering voor de Nederlandse industrie. Ondernemers zien momenteel een gebrek aan vraag als hun grootste probleem, komt naar voren uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De laatste keer dat bedrijven dit als hun belangrijkste belemmering noemden, was bijna vijf jaar geleden.

Het CBS peilt elk kwartaal welke belemmeringen de industrie ziet. Aan het begin van het vierde kwartaal noemt 30 procent onvoldoende vraag als grootste remmende factor. Het tekort aan arbeidskrachten, dat sinds het derde kwartaal van 2022 de hoofdbelemmering was, noemen de ondervraagden nu als tweede met 26 procent.

Volgens het statistiekbureau wordt nu ook minder gewezen op financiële beperkingen en tekorten aan productiemiddelen. Ruim 30 procent van de ondernemers in de industrie ervaart helemaal geen belemmeringen.

Ondernemers zijn ook positiever geworden over hun omzetverwachting. Per saldo gaat bijna 12 procent uit van een omzetgroei in het lopende kwartaal. Sinds 2022 zijn de ondernemers niet meer zo positief geweest over hun omzet, constateert het CBS.

Onlangs wees de maandelijkse peiling van de Nederlandse Vereniging voor Inkoopmanagement (Nevi) ook al op een verbetering van de omstandigheden voor de industrie. De opleving werd mede ondersteund door een hernieuwde toename van het aantal exportorders, wat te danken was aan een grotere vraag van klanten uit met name Europa en Azië.

Volgens het CBS kwam de omzet in de industrie over de gehele linie 0,7 procent hoger uit dan een jaar eerder. Wel zijn ondernemers volgens het CBS nog overwegend negatief over hun winstgevendheid. Al vijftien kwartalen op rij zijn er meer bedrijven die op dit punt een verslechtering zien dan ondernemers bij wie de winstgevendheid verbetert. (ANP)

Gerelateerde artikelen