Voedingsindustrie blijft groeien de komende jaren

Consumenten blijven geld uitgeven en de buitenlandse vraag groeit.

De Nederlandse voedingsindustrie blijft de komende twee jaar groeien, maar minder hard dan dit jaar. ABN AMRO verwacht dat de productie dit jaar met 1,5 procent stijgt vanwege een grotere consumptie in ons land en meer export. In 2026 groeit de voedingsindustrie naar verwachting met 0,5 procent en in 2027 iets harder, met 1 procent.

De bank stelt in de prognose over de voedingsindustrie dat de Nederlandse economie dit jaar “veerkrachtig” is, ondanks onzekerheden over het beleid van een nieuw kabinet en handelsspanningen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten. De koopkracht van Nederlandse huishoudens neemt volgend jaar toe volgens de verwachtingen van het Centraal Planbureau (CPB). Dat is op zich gunstig voor de voedingsindustrie. ABN AMRO zegt er wel bij dat consumenten vinden dat voedsel erg duur is geworden, maar dat ze desondanks wel onbezorgd willen genieten van lekker eten.

Verder kunnen voedingsbedrijven profiteren van economische groei in Europa. ABN AMRO verwacht dat die volgend jaar met 1,2 procent groeit en in 2027 met 1,4 procent. Zo voorspelt de bank dat de Duitse economie het de komende jaren steeds beter doet dankzij forse overheidsinvesteringen. Maar de Belgische economie stabiliseert en de consumptie in België neemt af.

ABN AMRO voorziet voor enkele branches binnen de voedselindustrie wel krimp. De productie van de zuivelverwerking neemt in 2026 en 2027 telkens 1 procent af en die van de slachterijen en vleesverwerkingsbranche met 0,5 procent. De melkveestapel in Nederland en Noordwest-Europa zal krimpen en daarmee ook de melkproductie. Daarnaast telt Nederland steeds minder varkens.

Gerelateerde artikelen