Visie Juncker te ambitieus? Eerst fundament op orde
ING Economische Bureau publiceerde de volgende analyse van de toespraak van Juncker.
De voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, presenteerde deze week zijn visie op de staat van de Europese Unie (EU). Hij schetste een ambitieus toekomstbeeld met meer bevoegdheden voor Brussel. Hij wil voor de Eurozone een Europese minister van Financiën en het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) – het noodfonds dat leningen verstrekt aan EU-lidstaten die in financiële problemen verkeren – uitbouwen tot een Europees Monetair Fonds (een soort Europees equivalent van het IMF).
Juncker wil bovendien niet alleen het aantal lidstaten van de Europese Unie vergroten maar ook het aantal landen dat de euro gebruikt. In zekere zin volgt Juncker hiermee het eerder dit jaar door eurocommissaris Pierre Moscovici in een witboek gepubliceerd stappenplan om de euro in het jaar 2025 in de gehele EU te hebben ingevoerd. Een visie die niet door iedereen zal worden gedeeld. De huidige ideeën van Duitsland en Frankrijk gaan meer in de richting van een versterking van de bestuursstructuur van het eurogebied in zijn huidige omvang. Voor een uitbreiding van de eurozone lijkt de tijd nog niet rijp. Beter eerst het huis op een steviger fundament gezet voor er alweer extra kamers bij te bouwen.
De uitslag van de verkiezingen in Duitsland van volgende week zondag (24 september) zal belangrijk zijn voor hoe voortvarend een verdere Europese integratie zal worden aangepakt. Afgaande op de huidige opiniepeilingen zal de CDU/CSU combinatie, onder leiding van Angela Merkel, de verkiezingen voor de Bondsdag duidelijk gaan winnen. Welke partij als junior-partner in een hierna te vormen coalitieregering gaat deelnemen zal invloed hebben op de Europese koers van de nieuwe regering in Duitsland. Een coalitie met de FDP lijkt minder pro-Europees te worden dan een coalitie met een of meerdere links georiënteerde partijen.
Ondertussen blijven de economische vooruitzichten voor de eurozone positief. Deze week gepubliceerde cijfers lieten zien dat de werkgelegenheid in het tweede kwartaal met 0,4 procent is gegroeid ten opzichte van het eerste kwartaal van dit jaar. Dit maakt het waarschijnlijk dat de binnenlandse vraag in de rest van dit jaar een belangrijke groeifactor zal blijven. De productie van de industrie viel enigszins tegen. In juli lag deze slechts 0,1 procent hoger dan in juni. Echter, de recente sterke groei in het aantal nieuwe fabrieksorders en het uit peilingen naar voren komende aanhoudend groot toekomstvertrouwen onder Europese ondernemers doet vermoeden dat het economische herstel gewoon zal doorzetten.
Bron: ING Economische Bureau