Vier oplossingen voor drie trucs van oplichters
Slechts één op de vijf ondernemers neemt maatregelen tegen oplichting. Dit terwijl in het afgelopen jaar alleen al zo’n 25.000 ondernemers zijn opgelicht. Dit blijkt uit een groot KVK-onderzoek onder ruim 1.800 ondernemers. Daar komen drie gemene trucs van oplichters uit naar voren. Maar er zijn vier oplossingen om die te neutraliseren.
Niet bestaande bedrijven
Soms blijkt een zogenaamde zakenpartner, een klant of een leverancier niet te bestaan. Het is voorgekomen dat een bedrijf een voorschot betaalde aan een leverancier, die bij nader inzien niet ingeschreven stond bij de Kamer van Koophandel. De leverancier verdween in het niets en de aanbetaling was foetsie.
Niet tekenbevoegd
In andere gevallen is de persoon waarmee de ondernemer zaken doet niet tekenbevoegd of niet aansprakelijk, of er is sprake van identiteitsfraude.
Zakendoen met failliet bedrijf
Ook komt het voor dat een onderneming die nog opereert al failliet blijkt. Daar valt in de praktijk niets meer te halen.
- Belang van screenen
Bedrijven proberen dit soort valkuilen te vermijden door online bronnen te raadplegen om nieuwe klanten en zakenpartners te screenen. Bijvoorbeeld voor het toetsen van kredietwaardigheid, eigenaarschap en historie. - Proefproject
Een andere methode tegen oplichting is om eerst een klein klein pilot-projectje te draaien en te kijken hoe dat verloopt. Vreemde zaken komen dan al snel aan het licht. - Verzekerd
Sommige ondernemers hebben zich verzekerd of zijn aangesloten bij een calamiteitenfonds, voor het geval het alsnog misgaat.
Daarnaast dringen ze aan op het doen van vooruitbetalingen. - Betaling vooraf
Wat ook kan helpen is bij levering van nieuwe producten altijd betaling vooraf eisen. Bij reparaties altijd betaling voordat het voertuig meegegeven mag worden. Zeker bij kleine en onbekende klanten is werken op rekening een groot risico.