Vestia schikt slepende affaire met renteverzekeringen
De woningcorporaties die voortkomen uit het vroegere Vestia hebben een schikking getroffen met de Britse bank Barclays. Deze schikking, die een bedrag van 43,5 miljoen euro omvat, markeert het einde van een reeks juridische afhandelingen met diverse banken. Het derivatendebacle heeft Vestia miljarden gekost.
- Barclays betaalt 43,5 miljoen euro aan Vestia-opvolgers.
- Vestia leed 2,5 miljard euro schade door derivaten.
- Schikkingen met zeven banken brachten 400 miljoen euro op.
In 2012 werd Vestia, destijds de grootste woningcorporatie van Nederland, geconfronteerd met enorme financiële problemen door tegenvallers op derivaten. Deze complexe financiële producten, bedoeld om renterisico’s te beheersen, bleken een desastreus effect te hebben. De corporatie leed een totale schade van 2,5 miljard euro.
Hulp van andere corporaties
De schade was zo groot dat andere woningcorporaties moesten bijspringen om Vestia te redden van een faillissement. Dit samenwerkingsverband zorgde ervoor dat de continuïteit van Vestia gewaarborgd bleef, ondanks de zware financiële verliezen
De waardeketen is zo sterk als de zwakste schakel. Hoe reageert jouw bedrijf op onzekerheid? Ontdek het in de rondetafelsessie ‘Hoe sterk is jouw waardeketen?’ tijdens CFO Day 2024 op 30 mei. Verken strategieën om risico’s te beheersen en je voor te bereiden op onverwachte gebeurtenissen. Meld je nu aan voor CFO Day en bezoek de sessie.
Accountants- en bankencontrole
De aandacht ging ook uit naar verwijtbaar handelen door betrokken banken en de accountants van Vestia, Deloitte en KPMG, die na controle van de boeken de jaarrekeningen van Vestia over 2008, 2009 en 2010 hadden goedgekeurd. KPMG moest de laatste goedkeuring van de jaarrekening 2010 zelfs herroepen. Het accountantskantoor Deloitte kreeg van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een maximale boete inzake de periode tot 2010. Deze situatie bracht aanzienlijke repercussies met zich mee voor de reputatie en de geloofwaardigheid van deze grote accountantskantoren, aangezien hun nalatigheid ernstige financiële gevolgen had voor Vestia.
Klachten tegen controlerende accountants
Namens de Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie (SOBI) diende Pieter Lakeman tuchtrechtklachten in tegen accountant Noorlander van KPMG inzake onjuiste informatie over de rentederivaten in de jaarrekening van 2010, en later tegen accountant Klop van Deloitte een soortgelijke klacht over de jaren 2008 en 2009. In 2012 diende ook de AFM een klacht in tegen de accountant van KPMG. Vestia zelf diende over de periode 2006-2010 klachten in tegen KPMG en Deloitte, gesteund door het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV). De zaken tegen deze accountants leidden tot verschillende uitspraken, waarbij sommigen waarschuwingen of berispingen ontvingen, terwijl andere klachten ongegrond werden verklaard. [Artikel gaat verder na de volgende alinea]
Als toonaangevende bron voor financieel nieuws, financiële strategieën en inzichten in finance, helpt FM.nl financieel directeuren, hoger financieel management en CFO’s om voorop te blijven lopen. Schrijf u daarom nu in voor de FM-nieuwsbrief met al het relevante nieuws en unieke en inspirerende (netwerk)evenementen en volg ons op Linkedin.
Procedures tegen accountants
Naast de tuchtprocedures startte Vestia in 2016 civielrechtelijke procedures tegen KPMG en Deloitte om een deel van de schade te verhalen. Volgens Vestia hebben de accountants de manier waarop Vestia de derivatenportefeuille in de jaarrekeningen verwerkte jarenlang niet goed getoetst. Had men dat wel gedaan, dan waren de negatieve gevolgen en liquiditeitsrisico’s van het speculeren op een hogere rente met derivaten sneller aan het licht gekomen. Deze civielrechtelijke acties leidden uiteindelijk tot een schikking van 84 miljoen euro in januari 2020, waarvan in mei 2020 nog slechts 25 miljoen euro over was, een fractie van de totale schade die Vestia leed.
Bestemming schikkingsopbrengsten
De opbrengsten uit deze schikkingen zijn ingezet voor het “financieel herstel” van Vestia en de drie nieuwe woningcorporaties die na de splitsing zijn ontstaan. Deze corporaties zijn Hef Wonen in Rotterdam, Hof Wonen in Den Haag en Stedelink, dat actief is in Delft, Zoetermeer en Zuidplas.
- Financiële sector: Banken, verzekeraars en andere financiële instellingen zijn actieve spelers op de derivatenmarkt.
- Energie- en grondstoffensector: Bedrijven in deze sectoren gebruiken derivaten om risico’s te beheersen, zoals prijsschommelingen in olie, gas, elektriciteit en metalen.
- Agrarische sector: Agrarische bedrijven kunnen derivaten gebruiken om zich te beschermen tegen prijsfluctuaties in bijvoorbeeld graan, veevoer of zuivelproducten.
Eerder waarschuwde de Nederlandse Bank dat de Nederlandse econ0mie bovengemiddeld gevoelig is voor schokken in derivatenhandel, omdat deze als instrument dienen voor handel van grondstoffen als startpunt in waardeketens.
Geen erkenning schuld
Bij de schikking met Barclays is er geen erkenning van enige aansprakelijkheid of schuld. Dit was ook het geval bij de eerdere schikkingen met andere banken. De schikkingen zijn een zakelijke oplossing om de langlopende juridische geschillen te beëindigen en verdere financiële schade te voorkomen.
Splitsing
Sinds 1 januari 2023 bestaat Vestia niet meer. De corporatie is opgesplitst in drie nieuwe entiteiten om de organisatie en het beheer van de woningen beter te kunnen organiseren en financieel gezond te houden. Deze splitsing was een direct gevolg van het financiële herstelplan dat werd opgezet na het derivatenschandaal.
Reacties en vooruitzichten
De schikking met Barclays is door de betrokken partijen positief ontvangen. De nieuwe woningcorporaties kunnen nu hun focus volledig richten op hun kernactiviteiten: het bieden van betaalbare huisvesting en het beheren en onderhouden van hun woningvoorraad. Het afronden van de juridische geschillen biedt de corporaties de kans om zich te concentreren op hun toekomst en de dienstverlening aan hun huurders te verbeteren.
Internationale relevantie
Het derivatenschandaal van Vestia heeft ook internationaal de aandacht getrokken. Het heeft geleid tot discussies over de risico’s en regulering van derivaten voor publieke instellingen. Wereldwijd hebben overheden en financiële toezichthouders maatregelen genomen om dergelijke risico’s in de toekomst te beperken. Zo zijn er strengere eisen gesteld aan de transparantie en het risicomanagement bij het gebruik van complexe financiële producten door publieke instellingen.
Impact
De ervaring van Vestia heeft andere woningcorporaties en publieke instellingen gewaarschuwd voor de potentiële risico’s van derivaten. De sector heeft sindsdien meer nadruk gelegd op prudent financieel beheer en risicomanagement. Ook de rol van toezichthouders is aangescherpt om beter toezicht te houden op het gebruik van complexe financiële producten.