Verzuim daalt, maar psychische uitval is zorgelijk
Het ziekteverzuim bij Nederlandse bedrijven is in mei verder afgenomen. Vooral in de zorg daalde het aantal ziekmeldingen sterk. Het langdurend verzuim als gevolg van psychische klachten over een lange termijn nam daarentegen verder toe, met name in jongere leeftijdsgroepen.
Dit melden de arbodiensten ArboNed en HumanCapitalCare. Het gemiddelde verzuimpercentage in Nederland daalde in mei naar 4,2 procent ten opzichte van 4,5 procent in april. Het verzuim liet daarmee voor de derde opeenvolgende maand een daling zien. De dalende trend in het totale verzuim sluit volgens de arbodiensten aan bij het gebruikelijke seizoenspatroon in de zomer.
Net als vorige maand toont de gezondheidszorg, de sector waarin het verzuim al maanden het hoogst is, de sterkste daling van 6,1 procent naar 5,7 procent. Het aantal ziekmeldingen daalde binnen de zorgsector met 10 procent.
Het, vaak langdurend, psychisch verzuim laat echter al enkele jaren een stijgende trend zien. Volgens Redmer van Wijngaarden, bedrijfsarts en directeur medische zaken bij ArboNed, is het daarbij opvallend dat deze stijging het sterkst is onder jongere leeftijdsgroepen. In het eerste kwartaal van 2023 is het percentage verzuim door psychische klachten in de leeftijdsgroep van 25-34 jaar met ongeveer een derde gestegen ten opzichte van het eerste kwartaal van 2019.
Over het algemeen constateerden de arbodiensten in 2022 dat mensen met spanningsklachten gemiddeld 195 dagen thuis zitten. Bij overspanning is dit gemiddeld 228 dagen en bij een burn-out zelfs 288 dagen. “Hoe langer iemand thuis zit, hoe hoger de drempel wordt om weer een start te maken”, aldus Van Wijngaarden. Het is volgens hem dan ook van groot belang om alert te zijn op signalen van medewerkers en tijdig in gesprek te gaan over passende oplossingen. “Door samen al vroeg in het verzuim te kijken naar wat nog wel kan, kan langdurend verzuim mogelijk worden voorkomen.”
(ANP)