Veel accountants zonder vergunning
Dit schrijft Theo Besteman op DFT naar aanleiding van een door de AFM gepubliceerd persbericht. De AFM stelt met genoegen vast dat het proces van vergunningverlening heeft geleid tot een duidelijke kwaliteitsverbetering.
De AFM heeft aan 463 accountantskantoren een vergunning verleend om wettelijke controles te verrichten bij zogenaamde niet-OOB-organisaties. Van de niet-OOB vergunninghouders verricht 65 procent minder dan zes wettelijke controles.
DFT meldt dat 202 accountantkantoren zelf af van de aanvraag afzagen toen bleek welke eisen de Autoriteit Financiële Markten stelt. Uiteindelijk krijgen van de 699 accountants 463 wel hun vergunning toegewezen.
AFM-directeur Steven Maijoor constateert dat dankzij de controles in de afgelopen twee jaar is volgens Maijoor sprake van ‘een duidelijke kwaliteitsverbetering’ in dit segment van de accountantswereld. Per vandaag sluit de vergunningsperiode, maar het toezicht is permanent.
In de praktijk stopten kleinere kantoren met wettelijke controles, om zich volledig te richten op hun fiscale of een andere specialisatie. Maijoor: ‘Accountants zijn zich door onze controles vaak bewuster geworden van de eisen die wettelijke controles aan een bedrijf stellen.’
Sinds 2006 geldt de Wet toezicht accountantsorganisaties, waarin ook de oude eigen gedragsregels zijn opgenomen. In april vorig jaar schrok Maijoor toen bleek dat een groot deel van de accountantskantoren niet voldeed aan de eisen voor wettelijke controles van bedrijven.
‘Relatief veel kleine bedrijven – ter typering: met minder dan zes controles per jaar – komen niet in aanmerking voor een vergunning. Maar veel nieuwkomers tonen aan dat je als klein accountantskantoor goed en volgens de inderdaad zware eisen kunt functioneren’, zegt de AFM-directeur. ‘Al vergt dat tijd, middelen en aandacht. Dat is voor kleinere misschien lastiger.’