Vechten met de fiscus zinvol? Wel voor Aegon

De Hoge Raad heeft vrijdag uitspraak gedaan in een geschil met de belastinginspecteur en daarbij Aegon gelijk gegeven. Dat scheelt zo’n 50 miljoen euro aan winstbelasting die het verzekeringsbedrijf niet hoeft te betalen, meldt Het Financieele Dagblad.

Het conflict met de fiscus gaat terug tot 2013 en draait om de vraag of Aegon zogeheten liquidatieverliezen van Ierse dochtervennootschappen in mindering mocht brengen op zijn in Nederland belastbare winst. Het verzekeringsconcern vond van wel, de Belastingdienst van niet.

In 2013 liquideerde Aegon twee Ierse vennootschappen. Bij de een, was een overscht, bij een ander een verlies van 110 miljoen euro aan niet-verrekenbare en volgens de Ierse belastingdienst ook niet meer verrekenbare verliezen in. Het moederbedrijf voegde het verlies en de winst van beide dochters samen. Dat resulteerde in een liquidatieverlies van 202 miljoen euro.

Aegon nam dat in 2013 op als aftrekpost in zijn aangifte voor de Nederlandse winstbelasting. Dat bedrag levert een belastingvoordeel op van circa 50 miljoen euro.

Transparante financiële processen in SAP: zo doe je dat

Van inkoop tot betaling: grip op je financiële processen is essentieel voor een gezonde bedrijfsvoering. Download de gids en ontdek hoe je volledige controle krijgt aan de hand van onze succesvolle implementatie bij de Efteling.

Download hier

Net als in veel andere landen mogen moederbedrijven in Nederland verliezen die overblijven nadat buitenlandse dochterbedrijven zijn opgeheven, aftrekken van winst die hier wordt belast, legt FD uit. Om misbruik van de liquidatieverliesregeling tegen te gaan, zijn daar in de loop der jaren voorwaarden en beperkingen aan gesteld.

Aegon kreeg al gelijk bij de rechtbank en het gerechtshof. De advocaat-generaal van de Hoge Raad daarentegen adviseerde dit rechtscollege in het voordeel van de belastinginspecteur.

De belastinginspecteur wees de aftrekpost af, aldus het FD, met als argument dat Aegon via de group relief al een fiscale tegemoetkoming had gekregen voor de verliezen. De rechtbank en het gerechtshof oordeelden dat de Ierse regeling niet onder de antimisbruikbepaling valt waarmee de wetgever oneigenlijk gebruik wil tegengaan.

De advocaat-generaal stelde dat de group relief ook voor de Nederlandse wet kwalificeert als fiscale tegemoetkoming voor verlies en adviseerde de staatssecretaris gelijk te geven. De Hoge Raad week daar dus van af.