Vaststellingsovereenkomst voor einde dienstverband als boobytrap

De vertrokken werknemer mag zich binnen twee weken bedenken.

Het UWV signaleert dat het vaker voorkomt dat zieke werknemers instemmen met een vaststellingsovereenkomst om hun dienstverband te beëindigen. Deze werknemers lopen het risico dat hun WW-uitkering wordt teruggevorderd en ze geen ziektewet-uitkering ontvangen. De wet staat werknemers echter toe om een bedenktermijn van veertien dagen te hanteren.

Wat betekent dit voor een werkgever?
Dat een zieke werknemer die is opgestapt met een vaststellingsovereenkomst, nog niet helemaal weg is. Het salaris moet misschien weer worden doorbetaald, regelingen worden weer met terugwerkende kracht van toepassing. Een boel geregel opeens, met alle administratieve rompslomp van dien.

Waarom is dit zo weinig bekend?
Het gaat om een regel van tien jaar oud, die lange tijd weinig werd gebruikt. Deze regel is onderdeel van de Wet werk en zekerheid (Wwz) uit  2015. Die luidt dat werknemers het recht hebben om binnen veertien dagen een getekende beëindigingsovereenkomst te ontbinden.

Kan dit gaatje juridisch worden afgedicht?
Nee, integendeel. Als de bedenktermijn niet in de vaststellingsovereenkomst staat, geldt zelfs een termijn van drie weken. Werknemers hoeven geen reden op te geven voor het terugdraaien van hun besluit.

Waar is dit goed voor?
De wetgever heeft bedacht dat werknemers mogelijk onder druk gezet worden om akkoord te gaan en daar later spijt van krijgen. Ook is het mogelijk dat ze tekenen zonder goede voorlichting. Ze zijn immers ziek, dus kwetsbaar. Ook financieel.

Maar na die uiterste drie weken is het echt klaar?
Soms ook dat nog niets. In sommige gevallen kunnen werknemers zelfs na de bedenktermijn de overeenkomst aanvechten. Dit kan bij dwaling, bedrog of misbruik van omstandigheden. De werknemer moet het bewijs hiervoor wel zelf leveren.

 

Gerelateerde artikelen