Unbalanced scorecard
Wie snel wil weten waar het naar toe gaat met de economie, doet er goed aan de prestaties van de uitzendbureaus en andere aanbieders van flexibele arbeid te volgen. Dit soort bedrijven zijn wat je noemt procyclisch. Als de economie aantrekt, leven zij op: hun afnemers hebben op stel en sprong personeel nodig, maar durven het nog niet aan om mensen vast in dienst te nemen. Je weet maar nooit, denken zij, de vraag kan zo weer inzakken. Als blijkt dat de vraag verder stijgt, vlakken de prestaties van de uitzendbureaus af, om te dalen als zich een recessie aandient.
Helaas kunnen uit het wel en wee van de uitzendbureaus geen prognoses afgeleid voor andere sectoren en al helemaal niet voor andere bedrijven. Wie wil weten wat de vooruitzichten zijn voor een individueel bedrijf, zal het moeten doen met bedrijfsspecifieke informatie. Die is vaak afkomstig van de financiële administratie, en van oudsher vaak financieel getint en historisch van aard.
Er zijn wel volop pogingen om die financiële informatie te verrijken met anderssoortige informatie. Dat mondt dan vaak uit in een balanced scorecard. De financiële resultaten komen in de scorecard aan bod en daarnaast is er meestal ook oog voor het ‘innovatieperspectief’, het ‘medewerkersperspectief’ en het ‘klantenperspectief’. De achterliggende gedachte? Simpel: dat financiële doelstellingen op termijn alleen kunnen worden bereikt met tevreden klanten, goede diensten en producten en tevreden medewerkers. Vooral het klantenperspectief is interessant: als klanten minder bij je beginnen uit te geven, is dat maar al te vaak een ‘early warning’ dat het de verkeerde kant op gaat met je bedrijf.
Een probleem met de business scorecard is dat het nogal eens moeite kost zo’n ding in te voeren. En als dat al lukt, dan blijkt toch maar al te vaak dat het financiële perspectief tóch de boventoon voert. Niet zo gek natuurlijk. Gezien de wettelijke vereisten is financiële informatie nu eenmaal het beste toegankelijk. En degene die meestal verantwoordelijkheid draagt voor de invoering van de scorecard is meestal een CFO of iemand anders die uit financieel hout is gesneden. Zijn balanced scorecard is behoorlijk unbalanced.
Grote kans dat die diezelfde CFO op het moment somber gestemd is als hij een blik werpt op zijn scorecard. Dit doet tenminste het nieuwe CFO Global Business Outlook Survey vermoeden, een onderzoek van de Universiteit van Tilburg, de Amerikaanse Duke University en CFO Europe Magazine. Volgens de survey is het vertrouwen onder financieel directeuren in Europa in het eerste kwartaal van dit jaar naar het laagste niveau gezakt in vijf jaar tijd. Tegenover elke optimistische cfo staan inmiddels zes pessimisten. De financieel bestuurders zijn vooral bang dat de consumptieve vraag wegzakt (op grond van het verslechterde ‘klantenperspectief’ in hun scorecards?!), dat de arbeidskosten toenemen en de kredietcrisis de leenkosten opjaagt. Ze gaan ervan uit dat de bedrijfswinsten zullen terugvallen en de investeringen teruggeschroefd worden. Bovendien zal er in de nabije toekomst minder personeel aangenomen worden.
Nu maar hopen dat hun balanced scorecards inderdaad uit balans zijn.