Twintigduizend bedrijven rond Amsterdam in de knel

Vele miljarden euro’s aan nieuwe en gerealiseerde projecten in het Noordzeekanaalgebied (tussen IJmuiden en Amsterdam) lopen gevaar. Dit als gevolg van door een stikstofuitspraak van vorig jaar door de Raad van State. Hiervoor waarschuwen bedrijvennetwerk ORAM (bedrijvennetwerk Amsterdam) en Port of Amsterdam na onderzoek onder zeventig bedrijven, onder meer in de maakindustrie, het transport en de energieproductie.
Hoeveel bedrijven zitten er rond het Noordzeekanaal?
Volgens de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied zijn er in dit gebied ruim 20.000 bedrijven actief, variërend van havens, petrochemische complexen en energiecentrales, tot logistieke ondernemingen en industriële faciliteiten. Ze bieden werk aan meer dan 800.000 mensen. Hier is de haven van Amsterdam gevestigd en ook Tata Steel. Er vindt ongeveer tien miljard euro aan bedrijvigheid plaats.
Wat is het probleem in dat gebied?
De Raad van State oordeelde in december dat bij projecten niet meer zomaar geschoven mag worden met beschikbare stikstofruimte, daarvoor moet eerst een natuurvergunning worden aangevraagd.
Welke gevolgen heeft dit voor bedrijven?
De huidige stikstofregels leiden bij drie op de vier bedrijven tot zorgen en onduidelijkheid, melden de onderzoekers. Bijna vier op de tien lopen al tegen beperkingen aan. De helft van hun projecten zijn plannen waarvan nu onzeker is of ze kunnen worden uitgevoerd. De organisaties zeggen niet om hoeveel miljarden euro’s en om welke bedrijven of projecten het precies gaat.
Wat moeten de bedrijven in dit gebied doen?
De uitspraak geldt met terugwerkende kracht. Tientallen gerealiseerde projecten moeten nu alsnog een vergunning aanvragen volgens het onderzoek. Veel projecten die in onzekerheid verkeren zouden juist zijn bedoeld voor minder uitstoot van stikstof en CO2.
Wat is de oplossing?
ORAM-directeur Kees Noorman wil dat het kabinet te hulp schiet. Dat moet zekerheid bieden over vergunningen en projecten waarover de uitspraak gaat. Bedrijven hebben juist nu duidelijkheid nodig, omdat de komende jaren fors geïnvesteerd moet worden in schone processen en innovaties voor onder meer biobrandstoffen, waterstof en elektrificatie, aldus Noorman.