Trendonderzoek: Groei van de financial blijft achter
Uit het trendonderzoek dat dit jaar voor de vierde maal is uitgevoerd sinds 2003, blijkt dat de finance functie steeds meer aan het opschuiven is naar de rol van business partner. De crisis lijkt dit ontwikkeltraject tijdelijk te hebben vertraagd door een sterke focus op kostenreductie en kwaliteitsverbetering in de basisactiviteiten van de financiële functie. Hierdoor is een nieuw fundament gelegd waaruit de beweging richting de rol van business partner versneld wordt opgepakt. Geen wonder, want als gevolg van de crisis zijn bij veel organisaties verdienmodellen aan het transformeren waardoor het belang van de financial als business partner in de besturing van de organisatie alleen maar toeneemt.
Dit is ook te merken aan het toenemend aantal trends dat de financial belangrijk vindt. Waar de financial tien jaar geleden nog ‘maar’ vijftien belangrijke trends onderkende in de financiële functie, geeft men in 2013 aan veel belang te hechten aan bijna alle vijftig trends. De financial moet dus prioriteren en keuzes maken. Dat brengt ons bij de vraag, of de financial als persoon wel klaar is voor de nieuwe rol van de financiële functie?
De resultaten toegelicht: Een wereld te winnen voor de financial
In het trendonderzoek 2013, dat door ruim 350 financials en interne klanten (‘de business’) van de financiële functie is ingevuld, is gevraagd naar de strategische vaardigheden, de houding en het gedrag van de financial. Daarnaast is gevraagd naar de adequaatheid van het HR instrumentarium om dit te ontwikkelen. De vragen hadden betrekking op het aannemen van goede financials, talentmanagement en prestatiebeloning voor de financial.
Tabel: Resultaten Finext trendonderzoek financiële functie 2013
In de tabel zijn het belang en de effectiviteit in een percentage uitgedrukt: 68% van de interne klanten vindt de ontwikkeling van strategische vaardigheden van belang en 44% vindt dat de eigen organisatie dit op een effectieve manier heeft opgepakt.
Opvallend is dat alle investeringen die bedrijven de afgelopen jaren in de ontwikkeling van hun financials hebben gedaan, bijvoorbeeld via talentmanagementprogramma’s, te weinig hebben opgeleverd. Zowel de interne klant als de financial ervaren de effectiviteit van de strategische vaardigheden en houding en gedrag als onvoldoende. Sterker nog, de gemiddelde scores qua effectiviteit uit het vorige trendonderzoek uit 2007 waren respectievelijk 54% en 74%. In zes jaar tijd is dus de beoordeling van de ontwikkeling van houding en gedrag van financials in de eigen organisatie gedaald met 20%. De meest logische verklaring hiervoor is dat de eisen die aan de financial worden gesteld sterk aan het veranderen zijn en de financial hier (nog) niet aan voldoet. Uit het onderzoek blijkt dat de financial het ontwikkelen van hun eigen houding en gedrag hoger zou moeten prioriteren aangezien zowel de CFO als de interne klant hier meer waarde aan hecht.
Een opsteker voor de financial is, dat de interne klant een positiever beeld heeft over de ontwikkeling van strategische vaardigheden dan de financials zelf. Zelf zijn financials een stuk kritischer, laat staan de CFO. In ieder geval is hier voor de financial nog een wereld te winnen door de eigen strategische vaardigheden verder te ontwikkelen. Via deze weg kan de financial aan de interne klant in de praktijk laten zien wat het belang is van een financial die meewerkt aan de ontwikkeling van de strategie en de realisatie ervan. Een stevige uitdaging omdat, zoals gezegd, de effectiviteit op dit gebied ten opzichte van het vorige trendonderzoek significant is gedaald.
HR instrumentarium in de financiële functie: belangrijk, maar onvoldoende effectief
Het gebruik van een adequaat HR instrumentarium in de financiële functie wordt door ons gezien als een noodzakelijke randvoorwaarde om de financial te ontwikkelen op strategische vaardigheden en houding en gedrag. Reden om in het trendonderzoek ook specifiek te vragen naar het gebruik van drie wezenlijke elementen in dit instrumentarium: het aannemen van nieuwe financials, het ontwikkelen van financials en het belonen van financials.
Het ontwikkelen van financials via talentmanagementprogramma’s scoort bij CFO’s (licht) lager dan het aannemen van goede financials. De eisen ten aanzien van de competenties waaraan een financial moet voldoen lijken te verschuiven naar meer interpersoonlijke competenties, zoals overtuigingskracht en leiderschap. Daarbij lijkt het erop dat CFO’s de effectiviteit van talentprogramma’s op de ontwikkeling van deze competenties als laag percipiëren, waardoor zij maar liever andere medewerkers aannemen die wel direct over de juiste interpersoonlijke competenties beschikken. De huidige financial is echter zelden geselecteerd op deze interpersoonlijke competenties en juist voor deze competenties geldt in het algemeen (dus niet alleen voor financials) dat deze heel moeilijk ontwikkelbaar zijn, als de desbetreffende persoon dit al wil. Nadat jarenlang is geprobeerd om financials op deze competenties te ontwikkelen, lijkt nu het moment aangebroken om toe te geven dat veel financials tot op heden hier niet in zijn geslaagd. De CFO wil in ieder geval niet langer meer wachten, gezien het grote belang dat hij hecht aan het aannemen van goede mensen.
Conclusie: ga een verbond aan met HR
Het belang dat wordt gehecht aan de financiële functie in de besturing van de organisatie neemt weer toe; na een korte stagnatie ten gevolge van de crisis is in het transformatieproces van de financiële functie naar een business partner-rol de draad weer opgepakt. Als gekeken wordt naar het meetmoment 2013, moet worden geconstateerd dat de ontwikkeling van de financial zelf hierbij achterblijft. De financial ontwikkelt zichzelf, maar in een te laag tempo.
Met andere woorden: de kloof tussen de behoefte van de interne klant en de CFO aan strategische vaardigheden en houding en gedrag en de aanwezigheid daarvan bij hun huidige financials neemt toe. Daarom lijken de interne klant en de CFO meer belang te hechten aan het aannemen van nieuw financieel personeel dan aan het ontwikkelen van bestaand financieel personeel. Volgens ons een zorgelijke zaak. Financials moeten een verbond aangaan met hun HR afdelingen en bedrijfsacademies om tot oplossingen te komen om de effectiviteit te verhogen. Het volgende trendonderzoek moet uitwijzen of dit verbond in staat is gebleken de financial in een hoger tempo te ontwikkelen tot de gewenste business partner. Het alternatief (nieuw personeel aannemen) lijkt ons op voorhand een té gemakkelijke weg.
Reageren of meer resultaten uit het trendonderzoek ontvangen? Mail naar Sander Koppen de Neve (sander.koppendeneve@finext.nl) of Viktor Zeelt (viktor.zeelt@finext.nl).
Alexander Berkhoff, Sander Koppen de Neve en Viktor Zeelt zijn adviseurs van de financiële functie bij Finext Control.
Over het onderzoek:
Dit artikel is een deelresultaat in het kader van het onderzoek ‘Trends en ontwikkelingen in de financiële functie’. De bijbehorende enquête is 358 keer volledig ingevuld. Aan het onderzoek hebben 32 CFO’s meegedaan en 41 respondenten zijn interne klanten van de finance organisatie. In totaal zijn er 50 trends onderzocht. Per trend is de respondenten gevraagd aan te geven in hoeverre ze deze belangrijk vinden en hoe effectief hun organisatie de trend heeft opgepakt. Naast de auteurs zijn ook André de Waal, academisch directeur van het HPO Center, en Eelco Bilstra en Jelle Kleijn van Finext Improvement betrokken bij het onderzoek.